Plan: | Schenkweg 5 |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | wijzigingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0518.WP0002GSchenkweg5-50VA |
De Flora- en Faunawet regelt de bescherming van planten- en diersoorten. De wet voorziet in een zorgplicht voor alle dieren en planten in Nederland, bijvoorbeeld door de wijze en het tijdstip van uitvoering van bouwplannen. Daarbij dient men rekening te houden met het voortplantingsseizoen en met winterverblijfplaatsen, opdat dieren niet onnodig worden verontrust. Ook legt de wet een beschermingsplicht op voor een groot aantal met name genoemde soorten. Zij bevat verbodsbepalingen voor het verwijderen van beschermde plantensoorten, het beschadigen, vernielen, wegnemen of verstoren van voortplantings- of vaste rust- en verblijfplaatsen van beschermde diersoorten en het opzettelijk verontrusten van een beschermde diersoort. Voor de algemene beschermde soorten geldt sinds februari 2005 bij ruimtelijke ontwikkelingen een algemene vrijstelling, voor soorten, die strenger zijn beschermd (vleermuizen, vogels, eekhoorns) kan onder voorwaarden een ontheffing worden aangevraagd.
In het kader van dit wijzigingsplan is een quick scan flora en fauna uitgevoerd. De resultaten van deze quick scan zijn als bijlage bij dit wijzigingsplan gevoegd (Bijlage 3 Quick scan flora en fauna). Tijdens de quick scan is extra aandacht uitgegaan naar de soortgroepen vogels en vleermuizen daar deze in het projectgebied en de directe omgeving hiervan (invloedsfeer) worden verwacht. De andere soortgroepen worden vanwege het ontbreken van geschikt habitat niet verwacht in het projectgebied. Ontheffingsaanvraag en vervolgonderzoek zijn voor deze soortgroepen niet nodig.
Algemeen
Ondanks het ontbreken van flora en fauna waarvoor een ontheffingsplicht van toepassing is dient tijdens de ruimtelijke ingreep zorgvuldig gehandeld te worden. Zorgvuldig handelen conform de invulling van de Flora- en faunawet in artikel 2 houdt in: de wet erkent de intrinsieke waarde van het in het wild levende planten en dieren. Iedereen moet 'voldoende zorg' in acht nemen voor alle in het wild voorkomende dieren en planten (en dus niet alleen de beschermde) en hun leefomgeving.
Bewust verontrusten, verstoren of vernietigen van flora en fauna is per definitie in strijd met de zorgplicht. Tijdens de uitvoering dient scherp uitgekeken te worden naar met name fauna. Indien deze aangetroffen wordt, moet dit dier de ruimte krijgen om naar elders toe te kunnen.
Vogels
Het projectgebied heeft geen essentiƫle functie voor vogels. Jaarrond beschermde vogelsoorten zijn niet aangetroffen en worden niet verwacht. Gezien de huidige opslag in het projectgebied is de kans aanwezig dat komend vogelbroedseizoen vogels tot broeden komen in het projectgebied. Daar alle broedende vogels strikte bescherming genieten onder de Flora- en faunawet wordt geadviseerd om preventief maatregelen te treffen. Deze maatregelen bestaan uit het verwijderen van de opslag voorafgaand aan het broedseizoen. Vervolgonderzoek en een ontheffingsaanvraag van de Flora- en faunawet voorafgaand aan de ruimtelijke ontwikkeling is voor deze soortgroep niet nodig, mits bovenstaande aanbeveling wordt uitgevoerd.
Vleermuizen
In het projectgebied zijn geen vaste rust- en verblijfplaatsen, essentiƫle vliegroutes en foerageergebieden aanwezig voor vleermuizen. Deze functies zijn afwezig doordat geen bomen en gebouwen, lintvormige elementen en open water in het projectgebied aanwezig is. Eveneens maakt het projectgebied geen onderdeel uit van een groter geheel. Vervolgonderzoek en een ontheffing van de Flora- en faunawet is niet nodig.