direct naar inhoud van 4.2 Groen
Plan: Sportcampus Zuiderpark
Status: vastgesteld
Plantype: uitwerkingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0518.UP0004BSportcZprk-50VA

4.2 Groen

Flora- en faunawet

De Flora- en faunawet regelt de bescherming van planten- en diersoorten. De Flora- en faunawet legt een zorgplicht op voor alle dieren en planten in Nederland, bijvoorbeeld door de wijze en het tijdstip van uitvoering van bouwplannen waarbij men rekening houdt met het voortplantingsseizoen en met winterverblijfplaatsen en waardoor dieren niet onnodig worden verontrust. Ook legt de Flora- en faunawet een beschermingsplicht op voor een groot aantal met name genoemde soorten. De wet bevat verbodsbepalingen voor het verwijderen van beschermde plantensoorten van hun groeiplaats, het beschadigen, vernielen, wegnemen of verstoren van voortplantings- of vaste rust- en verblijfplaatsen van beschermde diersoorten en het opzettelijk verontrusten van een beschermde diersoort. Voor de algemene beschermde soorten geldt sinds februari 2005 bij ruimtelijke ontwikkelingen een algemene vrijstelling, voor andere soorten die strenger zijn beschermd (vleermuizen, vogels, eekhoorns) kan onder voorwaarden een ontheffing worden aangevraagd.

Uit de Eco-effectscan Sportcampus Zuiderpark d.d. 3 maart 2010 blijkt dat er mogelijk verblijfplekken van vleermuizen, jaarrond beschermde nesten van vogels en beschermde plantensoorten in het plangebied aanwezig kunnen zijn en dat dit nader onderzocht dient te worden. Daarom is het Flora- en fauna veldinventarisaties onderzoek, d.d. 9 september 2010, uitgevoerd.

Uit dit onderzoek blijkt dat in het plangebied de gewone dwergvleermuis, ruige dwergvleermuis en laatvlieger zijn waargenomen. In het Zuiderpark is verder de watervleermuis waargenomen. Al deze vleermuissoorten zijn beschermd volgens de Flora en faunawet (tabel 3) en de Habitatrichtlijn (bijlage IV). Met het slopen van het cateringgebouw gaat één baltsverblijf van de gewone dwergvleermuis verloren. Dit heeft geen effect op de gunstige staat van instandhouding van de populatie. Bij het slopen dient art. 11 van de Flora- en faunawet in acht te worden genomen. Een ontheffing wordt alleen verleend aan projecten met een bij wet genoemd belang en als de gunstige staat van instandhouding van de vleermuizen niet in gevaar komt. Ten aanzien van soorten van de Habitatrichtlijn betreft het bij wet genoemd belang alleen 'dwingende redenen van openbaar belang'.

Om negatieve effecten op de functionaliteit van het baltsverblijf van de gewone dwergvleermuis te voorkomen of te mitigeren is het nodig om maatregelen te treffen. Dit betreffen zowel maatregelen tijdens de uitvoering als het opnemen van verblijven voor vleermuizen in het nieuwe ontwerp. Indien er voldoende mitigerende maatregelen worden getroffen, zodat de verblijfplek van de gewone dwergvleermuis ten alle tijde blijft functioneren, is sinds september 2009 geen ontheffing meer nodig en zal het niet nodig zijn het wettelijk belang aan te tonen. Bij strikt beschermde soorten (zoals vleermuizen) raadt het Ministerie van EL&I wel aan het project met de te treffen mitigerende maatregelen aan hen voor te leggen ter goedkeuring. Aangezien het in dit geval slechts om één baltsverblijf van de gewone dwergvleermuis gaat, wordt het niet nodig geacht om het project aan het Ministerie van EL&I voor te leggen, mits de mitigerende maatregelen tijdens de uitvoering en in het project aantoonbaar worden uitgevoerd. Deze mitigerende maatregelen omvatten onder meer slopen buiten de kwetsbare periode, alternatieve verblijfplek verzorgen en de nieuwbouw geschikt te maken voor de gewone dwergvleermuis.

Uit het onderzoek is niet gebleken dat in het plangebied jaarrond beschermde nesten van vogels of beschermde wilde planten soorten aanwezig zijn. Dit betekent dat de Sportcampus Zuiderpark geen effect heeft op de jaarrond beschermde nesten van vogels of de beschermde wilde planten. Aanvullende maatregelen zijn derhalve niet nodig.

Het Flora- en fauna veldinventarisaties onderzoek d.d. 9 september 2010 is als bijlage bij de toelichting gevoegd.