Plan: | Westduinpark |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | beheersverordening |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0518.BV0206ZWestduinprk-50VA |
De onderstaande inspraakreacties zijn tijdig ingekomen en voldoen derhalve aan de wettelijke vereisten.
Reg-nr. | Naam |
JZ/2010.09 | Kamer van Koophandel Den Haag |
JZ/2010.16 | Hoogheemraadschap van Delfland |
JZ/2010.23 | Haagse Kust Zeil vereniging (HKZV) |
JZ/2010.24 | Bomencommissie Vogelwijk |
JZ/2010.25 | Rijkswaterstaat Zuid-Holland |
JZ/2010.26 | Provincie Zuid-Holland |
Behandeling inspraakreacties
JZ/2010.09 Kamer van Koophandel Den Haag
De Kamer van Koophandel heeft de volgende inspraakreactie (geciteerd). “Wij hebben kennisgenomen van de ontwerp beheersverordening Westduinpark. Volledigheidshalve delen wij mee, dat dit ontwerp ons geen aanleiding geeft tot het maken van opmerkingen”. Ten aanzien van deze inspraakreactie merkt het college het volgende op:
De inspraakreactie wordt voor kennisgeving aangenomen.
JZ/2010.16 Hoogheemraadschap van Delfland
Het Hoogheemraadschap van Delfland heeft de volgende inspraakreactie (geciteerd). “In het kader van het Besluit Ruimtelijke Ordening heeft u het Hoogheemraadschap van Delfland de beheersverordening Westduinpark in Den Haag toegezonden. U verzoekt Delfland in een reactie kenbaar te maken of met de beheersverordening kan worden ingestemd.
Niet instemmen
Wij kunnen niet instemmen met de waterparagraaf. In het plan is onvoldoende invulling gegeven aan het beleid van Delfland zoals vermeld in de handreiking watertoets 2007. Deze handreiking is te vinden op onze website (www.hhdelfland.nl/watertoets). Het betreft de thema’s ‘veiligheid en waterkering’ en ‘afvalwater en riolering’.
Veiligheid en waterkering
De kernzone van de zeewering, zoals opgenomen in de legger van Delfland, heeft niet primair de bestemming waterkering gekregen maar heeft zowel op de plankaart als in de toelichting een dubbelbestemming gekregen. Deze kernzone moet in de voorschriften opgenomen worden met een primaire bestemming waterkering. Wij verzoeken u de beschermingszone van de zeewering als secundaire bestemming waterkering’ op te nemen in een willekeurige andere bestemming. Op de plankaart is de grens van de kernzone niet juist aangegeven. Wij verzoeken u de kernzone aan te geven op de plankaart zoals deze is opgenomen in de legger van Delfland. De landwaartse begrenzing van de kernzone vormt de lijn 300 meter landwaarts van de rijksstrandpalenlijn. De landwaartse begrenzing van de beschermingszone vormt de lijn 600 met landwaarts van de rijksstrandpalenlijn. In artikel 8.3 van de toelichting geeft u aan dat “Burgemeester en wethouders bevoegd zijn ontheffing te verlenen van het bepaalde in het tweede lid indien de belangen van de waterkering niet worden aangetast”. Wij verzoeken u hieraan toe te voegen dat dit alleen mogelijk is indien in bezit van een vergunning (omgevings- of watervergunning).
Afvalwater en riolering
In het plangebied ligt onder de Houtrustweg een rioolwatertransportleiding. Wij verzoeken u deze leiding en de gronden binnen 5 meter aan weerszijden van de leiding als zodanig te bestemmen en deze aan te geven op de plankaart. Direct buiten het plangebied bevindt zich een uitlaat van de afvalwaterzuiveringsinstallatie (AWZI) aan de Houtrustweg. Wij verzoeken u het deel van de geur- en hinderzone rondom de uitlaat dat binnen het plangebied ligt te bestemmen en deze aan te geven op de plankaart. De aangepaste beheersverordening kunt u aan ons sturen via het watertoetsportaal (http://www.hhdelfland.nl/watertoetsportaal/). Voor meer informatie of vragen kunt u terecht bij de contactpersoon vermeld onderaan het voorblad van deze brief.”
Ten aanzien van deze inspraakreactie merkt het college het volgende op:
Veiligheid en waterkering
In bestemmingsplannen en beheersverordeningen wordt primair het gebruik van gronden en opstallen geregeld. Het vervangen van het woord ‘mede’ door ‘primair’ zou in strijd zijn met de Standaard Vergelijkbare Bestemmingsplannen 2008 (SVBP). In de SVBP is vastgelegd dat de dubbelbestemming als volgt in de planregels wordt opgenomen: ‘De voor ‘naam dubbelbestemming (voluit)’ aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor…’. De kernzone is reeds in de ontwerp beheersverordening opgenomen in de dubbelbestemming ‘Waterstaat-Waterkering’. De beschermingszone is alsnog op de plankaart opgenomen. In de ontheffing van de bouwregels is vastgelegd dat bij de verlening van een aanlegvergunning vooraf schriftelijk advies bij de waterbeheerder wordt ingewonnen. Hiermee zijn de belangen van de waterbeheerder voldoende in acht genomen. De verboden uit de Keur van het Hoogheemraadschap van Delfland dienen uitsluitend de waterstaatkundige belangen terwijl de beheersverordening rekening houdt met een breder spectrum van ruimtelijk functionele belangen die tegen elkaar moeten worden afgewogen. Het opnemen van een verplichting tot het hebben van een vergunning op basis van de Keur zou hierbinnen niet passen. De planregels zijn op dit punt dus niet aangepast. Wel is in de toelichting in paragraaf 3.4.3. aangegeven dat voor werken binnen de zeewering een vergunningplicht op grond van de Keur van het Hoogheemraadschap van Delfland geldt.
Afvalwater en riolering
Alhoewel de Houtrustweg buiten het plangebied ligt reikt het invloedsgebied van de rioolwatertransportleiding tot binnen het plangebied. Dit gebied is alsnog op de plankaart opgenomen en van een aanlegvergunningenstelsel voorzien. De beheersverordening laat geen geurgevoelige functies toe in de zone rond de uitlaat van de afvalwaterzuiveringsinstallatie. Het is dan ook niet nodig een geurcontour op de plankaart vast te leggen.
JZ/2010.23 Haagse Kust Zeil vereniging (HKZV)
De Haagse Kust Zeil vereniging heeft de volgende inspraakreactie (geciteerd). “De Haagse Kust Zeil Vereniging (HKZV) heeft sinds haar oprichting in 1974 een clubhuis bestaande uit twee bouwlagen, funderingen, opstallen en botenstalling met toebehoren op het Zuiderstrand in de kuststrook voor het Westduinpark tussen Kijkduin en de Scheveningse haven te Den Haag. Van maart tot oktober maken wij gebruik van deze locatie op het Zuiderstrand te Den Haag. In het kader van de procedure van het bestemmingsplan Strand hebben wij al onze mening kenbaar gemaakt alsmede verwezen naar het gebruik van het aan- en afvoer van de doorgang aan de Duivelandsestraat te Den Haag. Nogmaals willen wij hier ons belang en standpunt namens het bestuur en onze leden naar voren brengen. Vanaf 1974 maken wij gebruik van de doorgang aan de Duivelandsestraat te Den Haag voor het aan- en afvoeren van boten en materialen c.a. naar het Zuiderstrand via het onderhavige Westduinpark te Den Haag. De HKZV en strandpaviljoens, reddingsbrigade en andere hulpverleners hebben hiervoor ontheffingen. Het zou voor de HKZV een onwerkzame route worden indien aan- en afvoer van de boten, materialen, bouwmaterialen clubhuis c.a. via het strand zou moeten plaats vinden. Ook voor het milieu in het algemeen is deze strandroute ongewenst, want hoewel het strand niet aangewezen is als Natura 2000 is de verstoring daar evengoed te vermijden. Daarnaast heeft uw college op bladzijde 66, onder punt 9 Vervoer goederen, rijden op het strand o.a. aangevoerd: “De gemeente hanteert voor het rijden op het strand een zeer terughoudend beleid. Het strand is zo druk bezocht dat het rijden met een voertuig over het strand niet gewenst is en versoepeling van dit beleid is niet wenselijk.
In de nota Strandbeleid 2008 wordt uitdrukkelijk aangegeven dat er zo min mogelijk verkeersbewegingen dienen plaats te vinden op het strand, waardoor de veiligheid op het strand kan worden gewaarborgd. Het kan niet zo zijn dat het bestaansrecht van onze vereniging (en leden) en verenigingsactiviteiten volledig verloren gaat door in de Beheersverordening Westduinpark met onze belangen geen rekening te houden. Immers het wordt ons onmogelijk gemaakt om de boten aan- en af te voeren, materialen etc. evenals zelfs het clubhuis op te kunnen bouwen, indien de huidige al vele tientallen jaren aanwezige op- en afrit doorgang Duivelandsestraat te Den Haag voor o.a. onze vereniging, strandpaviljoenexploitanten, de reddingsbrigade en hulpdiensten niet meer mogelijk is. Gevolg hiervan is dat er een aanzienlijke toename van de verkeersonveiligheid zal ontstaan (klachten van strandbezoekers, kinderen, honden en paardenbezitters etc,), onze voertuigen c.a. in het zand zullen wegzakken, de onmogelijkheid bij calamiteiten goederen en materiaal van onze vereniging en leden tijdig te evacueren. Daarbij dient u in ogenschouw te nemen de omstandigheid bij zware stormen waardoor ons clubhuis, de parking en de daarop gestalde boten in veiligheid gebracht moeten worden. Indien niet gebruik gemaakt kan worden van de bestaande op- en afrit aan de Duivelandsestraat is dat onmogelijk, omdat het strand door de hoge stand van het water onberijdbaar en zelfs levensgevaarlijk is geworden om zich daarop met voertuigen en/of personen te begeven. Wij zijn een vereniging die door middel van een eigen reddingsboot aan selfsupporting doen zodat andere hulpdiensten niet behoeven te worden opgeroepen en/of te worden ingeschakeld etc. Gelet op het vorenstaande verzoeken wij u dan ook met klem bij de vaststelling van de Beheersverordening Westduinpark rekening te willen houden met de door ons hiervoor aangedragen overwegingen en met de jarenlange vanaf 1974 bestaande situatie en het daarmee verband houdende bereikbaarheid van ons clubhuis en parking door de leden van onze vereniging. Uiteraard behouden wij ons het recht voor te zijner tijd onze belangen zowel mondeling als schriftelijk nader aan te vullen, te onderbouwen c.q. bij uw college in te brengen. Een en ander onder voorbehoud van alle rechten.”
Ten aanzien van deze inspraakreactie merkt het college het volgende op: In de toelichting van de beheersverordening is aangegeven dat het autoverkeer in het Westduinpark zoveel mogelijk dient te worden beperkt. Dit uitgangspunt is afkomstig uit de Beheervisie Westduinpark 2005 en staat ook vermeld in de Nota Strandbeleid 2008 (hoofdstuk 8, gebruik van het strand). Ook voor het rijden op het strand hanteert de gemeente een zeer terughoudend beleid. In tegenstelling tot hetgeen in de inspraakreactie wordt aangegeven maakt de onderliggende beheersverordening het rijden door het Westduinpark en het gebruik van de doorgang Duivelandsestraat niet onmogelijk. Het reguleren van verkeersbewegingen of het niet meer kunnen gebruiken van doorgangen valt namelijk niet onder de reikwijdte van de beheersverordening. Deze inspraakreactie geeft geen aanleiding om de beheersverordening aan te passen.
JZ/2010.24 Bomencommissie Vogelwijk
De Bomencommissie Vogelwijk heeft de volgende inspraakreactie (geciteerd). Gelet op de omvang en de uiteenlopende onderwerpen van de inspraakreactie heeft het college per deelonderwerp een reactie opgenomen.
Beheersverordening
De gemeente heeft gekozen voor een beheersverordening vanwege de lage dynamiek van het gebied.Wat wordt bedoeld met de lage dynamiek wordt niet uit de doeken gedaan. En ook niet waarom een eenvoudig instrument volstaat. Gezien de strikte bescherming van het gehele natuurgebied stellen we voor om toch te kiezen voor een zwaarder instrument bestemmingplan, dat het beste recht doet aan het beschermde natuurgebied.
Ten aanzien van dit deel van de inspraakreactie merkt het college het volgende op: Het plangebied heeft op dit moment de status van beschermd natuurmonument en is in 2007 in ontwerp voorgedragen als Natura 2000-gebied. Door de bescherming van de natuurlijke en landschappelijke waarden zijn ter plaatse geen ruimtelijke ontwikkelingen toegestaan, anders dan de bouwmogelijkheden die reeds waren toegestaan op basis van het huidige planologische regime. Hierdoor heeft het plangebied een lage dynamiek. Er vinden geen nieuwe ontwikkelingen plaats. Juist voor dit soort gebieden waar geen ruimtelijke veranderingen zullen plaatsvinden, heeft de wetgever een eenvoudiger instrument dan het bestemmingsplan geïntroduceerd. Een beheersverordening heeft dezelfde juridische status als een bestemmingsplan en voldoet derhalve ook aan de eisen voor de bescherming van het plangebied als natuur. Dit onderdeel van de inspraakreactie geeft geen aanleiding om de beheersverordening aan te passen.
Doel
Het doel is om het ruimtelijke beleid voor het gebied, dat thans is neergelegd in verschillende bestemmingsplannen, te vervangen door deze concept Beheersverordening. Dit klopt niet. Immers, niet het gehele Westduinpark is opgenomen in deze concept Beheersverordening. Alleen het deel van het Westduinpark, waar geen ruimtelijke ontwikkelingen worden voorzien, is opgenomen. De delen die buiten deze beheersverordening vallen zijn behoorlijk omvangrijk. Verder vinden we de argumenten niet steekhoudend. In de eerste plaats ontstaat geen goed overzicht als de verschillende delen van het Westduinpark toch weer in verschillende beheersverordeningen c.q. bestemmingsplannen worden opgenomen. In de tweede plaats bestaat op deze wijze de reële kans dat de verschillende delen van het Westduinpark verschillende bestemmingsregimes krijgen. In de derde plaats maken we u er op opmerkzaam dat ook in de andere delen van het Westduinpark (hierbij denken we vooral aan de delen bij Kijkduin en Scheveningen) geen ontwikkelingen zijn toestaan, juist vanwege het beschermende karakter van het gehele Westduinpark. We dringen dan ook aan op één regime voor het gehele Westduinpark zodat overzichtelijkheid, eenduidigheid en bescherming gewaarborgd zijn.
Ten aanzien van dit deel van de inspraakreactie merkt het college het volgende op: In de inspraakreactie wordt aangegeven dat alleen dat deel van het Westduinpark waar geen ruimtelijke ontwikkelingen worden voorzien, is opgenomen in de beheersverordening. Aangegeven wordt dat de delen die erbuiten gelaten zijn behoorlijk omvangrijk zijn. De gronden die het Ministerie van Defensie in gebruik hebben, zijn inderdaad niet in het plangebied opgenomen. Dit komt echter niet door ontwikkelingen in het Westduinpark zelf, maar door de verwachte ontwikkelingen op het Norfolkterrein. Als de ontwikkelingen op het Norfolkterrein door gaan, kan Defensie haar activiteiten ter plaatse niet continueren vanwege storingen in zendapparatuur. Het gebruik van het terrein door Defensie is in overeenstemming met het huidige bestemmingsplan. Juist vanwege de natuurwaarden is gekozen om deze gronden op dit moment nog niet op te nemen in de beheersverordening maar om bij het vrijkomen van het terrein een juridisch-planologische regeling op te stellen die recht doet aan de natuurwaarden van deze locatie. Bij Kijkduin zullen een aantal maatregelen genomen worden die nodig zijn in het kader van de kustversterking. Een van de maatregelen houdt een vergroting van het Deltaplein richting zee in. Bij het bepalen van de plangrenzen zijn derhalve deze gronden buiten het plangebied gelaten. De plankaarten behorende bij de juridisch planologische regelingen maken inzichtelijk welk plan van toepassing is in een bepaald gebied. Deze informatie is ook beschikbaar op het stadsdeelkantoor waar het gebied invalt of het Den Haag Informatiecentrum in het stadhuis. Daarnaast dient vanaf 1 januari 2010 elk nieuw ruimtelijk plan digitaal raadpleegbaar te zijn. Na de overgangsperiode zullen in de toekomst alle plannen via het internet (www.ruimtelijkeplannnen.nl) geraadpleegd kunnen worden.
Dit onderdeel van de inspraakreactie geeft geen aanleiding om de beheersverordening aan te passen.
Begrenzingen
De concept-Beheersverordening gaat uit van de begrenzingen van het ontwerp aanwijzingsbesluit tot Natura 2000-gebied. Dit uitgangspunt is voorbarig. In de eerste plaats omdat de begrenzingen van de ontwerp-aanwijzing nog niet vaststaan. In de tweede plaats zijn begrenzingen op grond van de ontwerpaanwijzing tot Natura 2000-gebied omstreden. We denken hierbij aan de tuinen van de Zeewindenlaan-Pyrolalaan. De bewoners hebben hun tuin vergroot ten koste van het beschermde natuurgebied, wat in strijd is met de NB-vergunningen, die de gemeente in 1990 en 1991 heeft gekregen van het ministerie van LNV om het bestemmingsplan Duinlaan te mogen realiseren. Er zijn significant negatieve effecten als gevolg van deze illegale handelingen. Afgezien van het feit dat het om gemeentegrond gaat. Maar we denken bijvoorbeeld ook aan de illegale afgraving langs de Wieringsestraat, de illegale in gebruikneming van een deel van de Bosjes van Poot door de AWZIHoutrust. De begrenzing op grond van de instellingen tot beschermd natuurmonument en staatsnatuurmonument zijn vigerend en dienen gerespecteerd te worden.
Ten aanzien van dit deel van de inspraakreactie merkt het college het volgende op: Bij de begrenzing van het plangebied is aansluiting gezocht bij de grenzen van de ontwerp-aanwijzing van het Natura 2000-gebied. De definitieve aanwijzing wordt in juni 2010 verwacht. In de ontwerpaanwijzing is aangegeven dat een deel van het beschermd natuurmonument buiten het Natura 2000-gebied is gelaten. Daarnaast is de begrenzing van het gebied op een aantal technische punten verbeterd. Een van deze technische punten is dat de begrenzing waar mogelijk is gelegd langs topografische herkenbare lijnen, zoals wegen, wateren, perceelscheidingen en bosranden. In de ontwerp-aanwijzing wordt ten aanzien van de strook grond ter hoogte van de Zeewindelaan-/Pyrolalaan het volgende aangegeven: “Het blijkt dat een deel van het beschermd natuurmonument Westduinpark buiten het Natura 2000-gebied valt. Dit deel betreft een strook grond aan de oostzijde van het Natura 2000-gebied, ter hoogte van de Zeewindenlaan en de Pyrolalaan. De omvang van deze strook is 0,3 ha. Het betrokken deel is op de kaart in Bijlage A aangegeven (zie onderstaand figuur). Het gaat om een strook grond die nu behoort tot de tuinen van de huizen langs de Zeewindenlaan en Pyrolalaan. Deze strook is geïsoleerd van het duingebied komen te liggen door het graven van een watergang (bekend als Paddenpoel), vlak na de aanwijzing tot beschermd natuurmonument. De tuinen herbergen geen waarden die zijn aan te merken als van natuurwetenschappelijk betekenis. Om deze reden wordt de aanwijzing tot beschermd natuurmonument van het hiervoor omschreven deelgebied op grond van art. 15 Natuurbeschermingswet 1998 ingetrokken.”
Fig. 1 Bijlage A zoals opgenomen bij de ontwerp-aanwijzing tot Natura 2000-gebied
Gezien het voorgaande alsmede de expliciete afweging op dit punt, gaat het college er vooralsnog vanuit dat deze begrenzing in de definitieve aanwijzing gehandhaafd zal blijven. Deze begrenzing is dan ook overgenomen bij de onderhavige beheersverordening. Hierdoor zal voor deze strook het huidige bestemmingsplan “Duinlaan” met de bestemming ‘Duinpark’ van kracht blijven. Zolang de status van beschermd natuurmonument nog niet is ingetrokken, blijft deze strook grond overigens direct beschermd door de rechtstreekse werking van de Habitatrichtlijn. Ten aanzien van de afgravingen aan de Wieringsestraat zijn door mevrouw Visser op persoonlijke titel al eerder vragen gesteld. In dit kader heeft Wethouder Norder door middel van een brief de hierna volgende reactie gegeven waarnaar het college in dit kader ook verwijzen. “De Provincie Zuid Holland heeft op 29 mei 2008 geconstateerd dat het duingebied bij de hoek van de Wieringse- en Griendsestraat door de BAM is afgegraven. Omdat het afgraven van het duin een overtreding betreft van de Natuurbeschermingswet 1998 in het Natuurmonument Westduinpark, heeft de Provincie Zuid Holland een proces-verbaal opgesteld. De Provincie Zuid Holland heeft als bevoegd gezag geoordeeld dat de BAM het duin moet terugbrengen in de oude staat. Het terugbrengen van de oude beplanting was daarbij geen verplichting. De provincie Zuid-Holland heeft, tijdens de controles die ter plaatse zijn uitgevoerd kort na het herstel door de BAM, geconstateerd dat het duin in overeenstemming is met de oude situatie. Deze constatering is op 26 november 2009 per e-mail aan de gemeente Den Haag doorgegeven. Met betrekking tot de beplanting geeft de Provincie Zuid-Holland aan dat er vanzelf een lage duinvegetatie tot ontwikkeling zal komen met open plekken. Dit biedt volgens haar goede kansen voor de zandhagedis en diverse vlindersoorten (grijsduin). Bij het terugplanten van duindoorn (laatste fase van ontwikkeling) groeit het duin snel dicht en zijn de kansen voor de vorenbedoelde natuurlijke ontwikkeling minder gunstig. Indien u nadere informatie wenst verzoek ik u contact op te nemen met het bevoegde gezag, de Provincie Zuid-Holland”. De Bosjes van Poot maken geen onderdeel uit van het plangebied van de onderhavige beheersverordening, zodat op dit deel van de inspraakreactie niet nader wordt ingegaan.
Dit onderdeel van de inspraakreactie geeft geen aanleiding om de beheersverordening aan te passen.
Begrenzingen door bestemmingsplannen
Overigens is de aanduiding van begrenzingen door andere bestemmingsplannen wel erg vaag (p 6). Voor begrenzingen zou ieder in het bezit moeten zijn van al die bestemmingsplannen. Tekstuele aanduidingen met straatnamen verdienen sterk de voorkeur. De strook grond langs de Wieringsestraat zou aan de natuur worden ‘teruggegeven’. Zie het bestemmingsplan Duindorp. Uit de kaart, die bij deze concept-beheersverordening is geleverd, kan niet opgemaakt worden of dit inderdaad is gebeurd.
Ten aanzien van dit deel van de inspraakreactie merkt het college het volgende op: De tabel op bladzijde 6 is opgenomen om aan te geven welke bestemmingsplannen er thans gelden voor het plangebied. Bij de beheersverordening is een kaart (kaart: Vigerende Plannen) opgenomen die ook inzichtelijk maakt welke plannen gelden en hoe de desbetreffende plangebieden zijn gelegen. Via www.denhaag.nl is deze kaart ook in te zien en kan er ingezoomd worden op de grenzen. Ook is het mogelijk om de bestemmingsplannen en de bijbehorende plankaarten in te zien bij het stadsdeelkantoor waar het bestemmingsplan is gelegen of bij het Den Haag Informatiecentrum in het stadhuis. In het bestemmingsplan “Duindorp” heeft de Wieringsestraat voor zover van belang de bestemming “Verblijfsstraat”. Een deel van deze strook heeft tevens de bestemming “strook die toegevoegd kan worden aan aanliggend duinpark”. De als zodanig aangewezen gronden maken thans echter onderdeel uit van de Wieringsestraat en zijn ook als zodanig ingericht. Deze strook is derhalve niet opgenomen in het onderhavige plangebied.
Dit onderdeel van de inspraakreactie geeft geen aanleiding om de beheersverordening aan te passen
Ruimtelijke ontwikkelingen
Op verschillende plaatsen in de tekst staat dat deze Beheersverordening geen ruimtelijke ontwikkelingen mogelijk maakt. Soortgelijke zinnen en bedoelingen zijn te lezen in de bestemmingsplannen Bos en Duin en Westduinen, 1e herziening. We merken echter op dat deze Beheersverordening met de vervanging van genoemde bestemmingsplannen bepaalde (uitbreidingen van) bebouwing mogelijk maakt. Zonder uitputtend te zijn verwijzen we naar de voorschriften artikelen: 4.2, 5.2, 6.2, 6.3, 6.4, 7.3, 7.4, 8.3, 10, 12. We dringen op consistentie en dus om deze mogelijkheden niet toe te staan en de artikelen te laten vervallen.
Ten aanzien van dit deel van de inspraakreactie merkt het college het volgende op: In de toelichting is aangegeven dat de beheersverordening geen ruimtelijke ontwikkelingen mogelijk maakt. De regels waarnaar in de inspraakreactie verwezen wordt, zijn een vertaling van de planologische mogelijkheden die al op grond van de thans geldende bestemmingsplannen bestaan en waaraan rechten ontleend kunnen worden door eigenaren/gebruikers van percelen. De zinsnede ‘geen ruimtelijke ontwikkelingen’ verwijst dan ook naar nieuwe ontwikkelingen die op dit moment in planologisch opzicht niet mogelijk zijn.
Dit onderdeel van de inspraakreactie geeft geen aanleiding om de beheersverordening aan te passen
Bestaand gebruik
De bestemmingsregeling sluit aan bij het bestaande feitelijke gebruik (p25). Helaas wordt niet beschreven wat met bestaand gebruik wordt bedoeld. En of het bestaande gebruik wel voldoet aan weten regelgeving. Bekend is dat veel bestaand feitelijk gebruik negatieve effecten heeft. En dat strookt niet met deze concept Beheersverordening. We bevelen aan om met deze Beheersverordening deze negatieve effecten -met ruimtelijke middelen- te stoppen.
Ten aanzien van dit deel van de inspraakreactie merkt het college het volgende op: In een beheersverordening kan het beheer van een gebied geregeld worden in overeenstemming met het bestaande feitelijke gebruik of het planologisch toelaatbare gebruik. Dit vergt een afweging op objectniveau. Binnen de bestemming “Natuur” is een viertal aanduidingen op de plankaart opgenomen waarin andere functies zijn toegestaan dan natuur, zijnde ‘cultuur en ontspanning’, ‘horeca’, ‘parkeerterrein’ en ‘nutsvoorziening’. De aanduidingen ‘cultuur en ontspanning’, ‘horeca’, ‘nutsvoorziening’ en deels die van ‘parkeerterrein’ zijn overgenomen uit de huidige bestemmings-plannen of vrijstellingen ex art. 19 WRO. In de afgelopen jaren is de locatie van één van de fietsenstallingen verplaatst. De nieuwe locatie van de fietsenstalling is aangegeven op de plankaart en betreft derhalve bestaand feitelijk gebruik. Wellicht ten overvloede merkt het college op dat geen illegaal gebruik bekend is van gebouwen of bouwwerken binnen het plangebied.
Dit onderdeel van de inspraakreactie geeft geen aanleiding om de beheersverordening aan te passen
Overleg
Bij de totstandkoming van deze concept-Beheersverordening is geen overleg gevoerd met het Beheerplatform Westduinpark. Een ernstige omissie. Niet alleen deelnemende partijen van buiten de gemeente (bewonersverenigingen en natuur- en milieu organisaties) ook belanghebbenden binnen de gemeente (Dienst Stadsbeheer) waren geheel verrast dat deze concept-Beheersverordening ter visie werd gelegd. We hebben al eerder opgemerkt dat er weinig contact is tussen DSO en DSB. We zouden graag de garantie ontvangen dat dergelijke non-communicatie niet meer voorkomt. Verder vinden we dat het Beheerplatform alsnog gevraagd dient te worden om een mening te mogen vormen over deze concept-Beheersverordening.
Ten aanzien van dit deel van de inspraakreactie merkt het college het volgende op: Vanwege interne miscommunicatie is de ontwerp-beheersverordening inderdaad niet aan het Beheerplatform Westduinpark toegezonden, hetgeen het college betreurd. Wel is aan alle organisaties die deel uitmaken van het Beheerplatform Westduinpark een kennisgeving gestuurd over de ontwerp-beheersverordening. Hiermee hebben deze organisaties de mogelijkheid gekregen om over de ontwerp-beheersverordening een mening te vormen en deze gedurende de terinzagetermijn kenbaar te maken. De garantie dat een dergelijke miscommunicatie niet meer voor zal komen is helaas niet te geven, maar het college zal zijn uiterste best doen om dit in het vervolg te voorkomen.
Dit onderdeel van de inspraakreactie geeft geen aanleiding om de beheersverordening aan te passen
Vigerende regimes
We zouden graag inzicht hebben in de consequenties van de Parapluherzieningen Seksinrichtingen en Detailhandel Vuurwerk voor het Westduinpark (zie tabel op p 6).
Ten aanzien van dit deel van de inspraakreactie merkt het college het volgende op: Het bestemmingsplan ‘Parapluherziening Seksinrichtingen’ voorziet in een verbod voor prostitutiebedrijven, waarbij bestaande bedrijven worden gerespecteerd. Het bestemmingsplan ‘Parapluherziening Detailhandel Vuurwerk’ betreft de uitwerking van het herziene vuurwerkbesluit voor Den Haag en heeft als doel om het vestigingsbeleid van detailhandelsbedrijven in vuurwerk en de daarmee samenhangende opslag te regelen.De consequenties van deze bestemmingsplannen zijn dat voor een groot aantal bestemmingsplannen voorschriften zijn toegevoegd betreffende deze twee onderwerpen. Deze bestemmingsplannen kunnen overigens ook ingezien worden op het stadsdeelkantoor en het Den Haag Informatiecentrum in het stadhuis. De voorschriften waren ook van toepassing op de bestemmingsplannen die tot nog toe voor het onderhavige gebied van kracht waren. Deze bepalingen zijn nu verwerkt in deze beheersverordening.
Dit onderdeel van de inspraakreactie geeft geen aanleiding om de beheersverordening aan te passen
Waterwinning
We zouden graag inzicht verkrijgen waar water wordt gewonnen in het gebied (p 7).
Ten aanzien van dit deel van de inspraakreactie merkt het college het volgende op: In het beschrijven van de ontstaansgeschiedenis is ten onrechte opgenomen dat er waterwinning heeft plaatsgevonden. Deze tekstuele omissie zal worden hersteld. In het Provinciaal Waterplan 2010-2015 is aangegeven dat in het plangebied geen waterwinning plaatsvindt (blz. 16). Naar aanleiding van dit onderdeel van de inspraakreactie heeft het college de toelichting van de beheersverordening aangepast.
Bezoekersaantallen
De genoemde aantallen bezoekers zijn verouderd (p 8). Alleen al in de Bosjes van Poot komengemiddeld 439.000 bezoekers per jaar.
Ten aanzien van dit deel van de inspraakreactie merkt het college het volgende op: De bezoekersaantallen die genoemd worden in de beheersverordening zijn de laatst bekende tellingen op basis van een gebruikersonderzoek van 2002. Dit is ter verduidelijking in de toelichting opgenomen.
Naar aanleiding van dit onderdeel van de inspraakreactie heeft het college de toelichting van de beheersverordening aangepast.
Monumenten
Het verdient aanbeveling om de ligging van de monumenten (tabel op p 9) in de kaart in te tekenen. Nu is volkomen onduidelijk waar ze liggen.
Ten aanzien van dit deel van de inspraakreactie merkt het college het volgende op: Ter verduidelijking zal in de toelichting een kaart worden opgenomen met de ligging van de monumenten.
Naar aanleiding van dit onderdeel van de inspraakreactie heeft het college de toelichting van de beheersverordening aangepast.
Verkeer en infrastructuur
De zinsnede over het verkeer is in strijd met het vastgestelde Bestemmingsplan Strand (p 9). De doorgang Hoek van Hollandlaan ligt niet in het Westduinpark (p 10).
Ten aanzien van dit deel van de inspraakreactie merkt het college het volgende op: In de toelichting van de beheersverordening is aangegeven dat het autoverkeer in het Westduinpark zoveel mogelijk dient te worden beperkt. Dit uitgangspunt is afkomstig uit de Beheervisie Westduinpark 2005 en staat ook vermeld in de Nota Strandbeleid 2008 (hoofdstuk 8, gebruik van het strand). Ook voor het rijden op het strand hanteert de gemeente een zeer terughoudend beleid. In de Nota Strandbeleid 2008 is (in hoofdstuk 8, gebruik van het strand) de Hoek van Hollandlaan als doorgang aangegeven. De Hoek van Hollandlaan is inderdaad niet in het Westduinpark gelegen.
Naar aanleiding van dit onderdeel van de inspraakreactie hebben wij de toelichting van de beheersverordening aangepast.
Kabels en leidingen
Er zijn weldegelijk relevante kabels en leidingen in het gebied (p10). Hoe zouden de strandtenten anders hun water ontvangen en elektriciteit? Er staan ook 2 trafo’s in het gebied (het maximale aantal). De strandtenten moeten rioolafvalwater kunnen afvoeren. Het verdient aanbeveling deze leidingen in de kaart in te tekenen.
Ten aanzien van dit deel van de inspraakreactie merkt het college het volgende op: In de toelichting is opgenomen dat er geen planologisch relevante kabels en leidingen in het plangebied zijn gelegen. Planologisch relevante kabels en leidingen zijn kabels en leidingen die van een bepaalde omvang zijn en daardoor een veiligheidsrisico met zich mee kunnen brengen, zoals hogedruk- gasleidingen en rioolwaterpersleidingen. Deze zijn planologisch relevant omdat binnen de zone van deze leidingen in beginsel geen bebouwing gerealiseerd kan worden. Dergelijke leidingen bevinden zich niet in het plangebied. Het invloedsgebied van de rioolwatertransportleiding onder de Houtrustweg reikt wel tot binnen het plangebied. Dit gebied is alsnog op de plankaart opgenomen en van een aanlegvergunningenstelsel voorzien (zie ook de behandeling van de inspraakreactie van het Hoogheemraadschap). Overige kabels en leidingen worden niet op de plankaart aangegeven. Op twee locaties in het plangebied zijn op de plankaart nutsvoorzieningen aangeduid.
Dit onderdeel van de inspraakreactie geeft geen aanleiding om de beheersverordening aan te passen
Snack-kiosk
Naar onze mening staat de snack-kiosk op het trottoir van de Sav. Lohmanlaan en dus buiten het beschermde natuurgebied (zie tabel p10). Wellicht ook buiten het plangebied? We zouden graag vernemen of dit klopt. Gezien de landschappelijke verstoring zouden we deze kiosk (die ook maar weinig open is) graag uit de bestemming halen (p18). Een mobiele ijscokar kan de kiosk op warme dagen goed vervangen.
Ten aanzien van dit deel van de inspraakreactie merkt het college het volgende op: Ter hoogte van de snackkiosk en ten noorden daarvan is het trottoir verbreed ten opzichte van het overige deel van de De Savornin Lohmanlaan. Uitgaande van de kaarten zoals deze bekend zijn van het beschermd natuurgebied en de ontwerp-aanwijzing Natura 2000 valt de snackkiosk binnen de grenzen die op deze kaarten zijn aangegeven. Daarnaast is de snackkiosk positief bestemd in het bestemmingsplan “Bos en Duin”. Omdat de snackkiosk ook feitelijk aanwezig is en gebruikt wordt, is het niet gewenst deze mogelijkheid niet meer op te nemen.
Dit onderdeel van de inspraakreactie geeft geen aanleiding om de beheersverordening aan te passen
Milieu
Onduidelijk is wat wordt bedoeld met extra en maximaal en ‘water dat leeft’. Ook is onduidelijk wat de consequenties hiervan zijn voor het Westduinpark. Waarom zijn niet alle items maximaal? (tabel p 20). Waarom zijn niet alle items uit de tabel in deze paragraaf beschreven? Bedrijven moeten “voldoende afstand” hebben en voldoen aan “aanvaardbare voorwaarden”. Het verdient sterke aanbeveling om dit nader te kwantificeren en in de kaart in te tekenen anders weet geen enkel bedrijf waar aan voldaan moet worden en is de handhaafbaarheid onmogelijk. Gesteld wordt dat er geen sprake is van overschrijding van de milieunormen (p21). Deze zin verdient kwantitatieve uitleg want kan zonder bewijs geen stand houden. De zin klopt in ieder geval al niet met de vervuilingen van de bodem (p22). De vervuilde locaties dienen in de kaart ingetekend te worden. Er zijn afspraken over monitoring; de monitoringslocaties dienen ook in deze beheersverordening opgenomen te worden. Klopt het dat vanwege de externe veiligheid de filmbunker beter verplaatst kan worden naar een locatie buiten het beschermde natuurgebied? De luchtkwaliteit voldoet nu al niet aan de norm van stikstofdepositie. Nader onderzoek en monitoring is wel noodzakelijk (p23). Ook in verband met verkeer- en bezoekerstoename. Geluid. Gesteld wordt dat onderzoek niet nodig is (p23). De geluidoverlast voor lawaaigevoelige soorten vereisen juist onderzoek. Geluidcontour dient ingetekend te worden in de kaart.
Ten aanzien van dit deel van de inspraakreactie merkt het college het volgende op: In de toelichting is aangegeven dat voor het onderhavige plangebied het gebiedstype ‘Groene hoofdstructuur en water’ van toepassing is. Bij de vaststelling van het Gebiedsgericht milieubeleid door de gemeenteraad in september 2005 zijn ook de verschillende ambitieniveaus voor dit gebiedstype ingevuld. Bij nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen zal met deze ambitieniveaus rekening moeten worden gehouden. Aangezien er geen ruimtelijke ontwikkelingen mogelijk worden gemaakt, is een verdere uitwerking van deze ambitieniveaus niet nodig. In de richtlijn ‘Bedrijven en milieuzonering’ zijn voor diverse soorten bedrijven in verschillende milieucategorieën afstandsnormen gekwantificeerd (indicatief). Ter verduidelijking is in de toelichting toegevoegd dat in de bestaande situatie geen sprake is van een overschrijding van de milieunormen die in de richtlijn worden genoemd. Het is niet nodig dit nader op de kaart in te tekenen. In de Wet bodembescherming (Wbb) is het vertrekpunt dat in het merendeel van de gevallen van bodemverontreiniging de daadwerkelijke bodemsanering wordt meegenomen in de ontwikkeling danwel herontwikkeling van het plangebied of projectlocatie. De wettelijke doelstelling is voortaan functiegericht. Vroeger moesten alle functies van de bodem worden hersteld maar dit bleek in de praktijk lastig haalbaar. Hoge kosten en langdurige saneringen zorgden voor stagnatie. De Wbb houdt rekening met het gebruik van de bodem en de (im)mobiliteit van de verontreiniging. In het plangebied zijn vier gevallen van ernstige bodemverontreiniging. Deze gevallen zijn gesaneerd door middel van isolatie en deze isolatie wordt door monitoring gecontroleerd. Doordat in de beheersverordening geen nieuwe ontwikkelingen zijn toegestaan, wordt niet nader ingegaan op het aspect bodem. Bij het aspect externe veiligheid wordt beoordeeld of voldaan wordt aan de vereisten voor het plaatsgebonden risico en het groepsrisico. Juist door de locatie in het beschermd natuurgebied wordt voldaan aan de eisen die hiervoor gelden. Een verplaatsing is niet aan de orde. Doordat er geen ruimtelijke ontwikkelingen mogelijk worden gemaakt waardoor sprake zou kunnen zijn van een toename van het aantal mensen en/of verkeersbewegingen anders dan autonome oorzaken is geen nader onderzoek nodig voor de luchtkwaliteit en geluid. De geluidcontour is niet ingetekend omdat de geluidsbron fysiek niet meer aanwezig is en in de toekomst ook niet meer gebruikt zal gaan worden. Door het ontbreken van een geluidsgevoelig object binnen het plangebied is dit ook niet nodig.
Dit onderdeel van de inspraakreactie geeft geen aanleiding om de beheersverordening aan te passen
Kustfundament en zeewering
Het verdient aanbeveling om het kustfundament en de kernzone van de zeewering en de 600m lijn in te tekenen op de kaart (p 11 en 25).
Ten aanzien van dit deel van de inspraakreactie merkt het college het volgende op: Zowel de kern- als de beschermingszone van de zeewering zijn op de plankaart opgenomen (zie ook de behandeling van de inspraakreactie van het Hoogheemraadschap).
Beleid, Wet- en regelgeving
De vergroting van de toegankelijkheid leidt tot hogere bezoekersaantallen en autoverkeer. Bekend is dat de natuurwaarden ernstig te leiden hebben als gevolg van verstoring door intensieve recreatie en hoge stikstofdepositie. We zouden graag vernemen hoe deze beheersverordening bijdraagt aan het realiseren van natuur- en landschapswaarden van de Structuurvisie Randstad 2010 (p 11). En ook aan het realiseren van de natuur- en landschapswaarden, die geciteerd worden uit rijksbeleid, provinciaal en gemeentelijk beleid, wet en regelgeving. De gemeentelijke Structuurvisie heeft als uitgangspunt dat het Natura 2000 onaangetast blijft (p14). Dit is tegelijk ook weer het argument om het gehele Westduinpark één regime te geven.
Ten aanzien van dit deel van de inspraakreactie merkt het college het volgende op: Met de beheersverordening wordt de toegankelijkheid van het gebied niet vergroot ten opzichte van de huidige situatie. Juist door de bescherming van de natuur- en landschapswaarden in de beheersverordening en het niet toestaan van ruimtelijke ontwikkelingen draagt de beheersverordening, binnen haar mogelijkheden, bij aan de realisatie van de natuur- en landschapswaarden zoals deze is verwoord in de Structuurvisie Randstad 2010 en beleid van rijk, provincie en gemeente als wet en regelgeving. Uit het uitgangspunt van de gemeentelijke structuurvisie dat het Natura 2000-gebied onaangetast blijft vloeit voort dat ruimtelijke ontwikkelingen niet zijn toegestaan (overigens was dit op basis van de huidige bestemmingsplannen ook niet mogelijk). Dit betekent echter niet dat de bescherming van het gebied in één beheersverordening opgenomen dient te worden.
Dit onderdeel van de inspraakreactie geeft geen aanleiding om de beheersverordening aan te passen
Water
De 4e Nota Waterhuishouding heeft als doel integraal duurzaam waterbeheer met het oog op zowel kwaliteit als kwantiteit (p15). Het woord “integraal” betekent dat met water ook de bodem en oevers alsmede de er levende planten en dieren worden bedoeld. De documenten in de tabel op pagina’s 15, 16 en 17 hebben integraal waterbeheer als uitgangspunt. De oevers van de Paddenpoel zijn illegaal in gebruik genomen door de bewoners aldaar. Van integraal waterbeheer is geen sprake en aan de doelstellingen van de tabel wordt niet voldaan. Deze Beheersverordening dient dan ook een einde te maken aan deze illegale en sterk verstorende situatie. We verzoeken de wateren in de kaart in te tekenen.
Ten aanzien van dit deel van de inspraakreactie merkt het college het volgende op: De beheersverordening volgt ter plaatse van de paddenpoel de begrenzing van de ontwerp-aanwijzing tot Natura 2000-gebied. De oevers van de paddenpoel aan de kant van de tuinen van de bewoners van de Zeewindenlaan/Pyrolalaan vallen niet binnen deze ontwerp-aanwijzing en vallen daardoor niet in het plangebied van de onderhavige beheersverordening. Voor deze gronden blijft het bestemmingsplan “Duinlaan” van kracht. In het plangebied is geen sprake van grote hoeveelheden oppervlaktewater. Zoals aangegeven in de toelichting maakt in dit geval het water deel uit van het natuurgebied en vormt daarmee een belangrijke aanvulling op de natuurwaarden in het gebied. Om deze reden zijn de wateren niet expliciet ingetekend op de kaart maar als ‘Natuur’ bestemd.
Dit onderdeel van de inspraakreactie geeft geen aanleiding om de beheersverordening aan te passen.
Eigendom
Waarom zijn de verschillende eigendomssituaties niet in een kaart opgenomen?
Ten aanzien van dit deel van de inspraakreactie merkt het college het volgende op: Als basis voor de plankaart is de topografische ondergrond gebruikt. Deze ondergrond zorgt ervoor dat verduidelijkt wordt hoe de bestemmingsgrenzen lopen. Hiermee zijn locaties ook makkelijker te vinden op de plankaart. Door het weergeven van de eigendomssituaties op de plankaart zal de leesbaarheid afnemen. Ook kunnen eigendomssituaties sneller veranderen dan de topografische ondergrond. Overigens regelt deze beheersverordening het beheer van een gebied ongeacht eigendomssituatie.
Dit onderdeel van de inspraakreactie geeft geen aanleiding om de beheersverordening aan te passen
Voorschriften en kaart
Op de kaart zijn niet alle getallen leesbaar. In de voorschriften zijn ze helaas niet terug te vinden: maximale bouwhoogtes en maximale bebouwingspercentages. We verzoeken de leesbaarheid te optimaliseren en de getallen in de voorschriften op te nemen. Artikel 6.1.c (natuur) handelt over extensief recreatief medegebruik. Het woord extensief verdient nadere specificatie. De regels van de artikelen 6.1.d, e, f en g bevatten het woord “tevens”, dit komt niet logisch over. We bevelen een “dubbele punt” aan.
Ten aanzien van dit deel van de inspraakreactie merkt het college het volgende op: Voor de overzichtelijkheid is de beheersverordening op één kaart geprojecteerd. Door de omvang van het gebied worden de bouwhoogten en bouwpercentages slechter leesbaar. Op www.denhaag.nl is deze kaart thans ook digitaal beschikbaar, na vaststelling is de kaart digitaal beschikbaar op www.ruimtelijkeplannen.nl. Op deze kaart kan er ingezoomd worden waardoor de leesbaarheid van de plankaart wordt vergroot. Door de invoering van de Wro wordt de digitale versie van het plan het rechtsgeldige plan. De bouwhoogten en de bouwpercentages zijn opgenomen in de bij het plan behorende bouw- en gebruiksschema’s. In artikel 1 van de beheersverordening is aangegeven wat onder ‘extensief recreatief medegebruik’ wordt verstaan. Het woord tevens in de regels geeft aan dat naast de bestemmingen genoemd in art. 6.1 sub a t/m c ter plaatse van de aanduidingen ook ander gebruik is toegestaan. Het gebruik van een dubbele punt geeft niet dezelfde werking als het woord tevens.
Dit onderdeel van de inspraakreactie geeft geen aanleiding om de beheersverordening aan te passen
Westduinpark - naam
Het Westduinpark is geen park maar een beschermd natuurgebied en in ontwerp aangewezen als een Natura 2000-gebied. Om te voorkomen dat mensen het natuurgebied beschouwen als park stellen we een naamsverandering voor. We denken aan bijvoorbeeld: Middenduinen (gelegen tussen de Oostduinen en Westduinen) of de Vogelduinen (ligging achter de Vogelwijk). Het uitschrijven van een wedstrijd voor een nieuwe naam behoort wat ons betreft ook tot de mogelijkheden. We verzoeken u onze punten op te nemen in de volgende versie.”
Ten aanzien van dit deel van de inspraakreactie merkt het college het volgende op: Zowel in de aanwijzing tot natuurmonument in 1990 als de ontwerp-aanwijzing tot Natura 2000-gebied wordt gesproken over het Westduinpark. Het plangebied is gedurende een groot aantal jaar al bekend onder deze naam. Een naamswijziging van het gebied is daarom niet logisch. Dit onderdeel van de inspraakreactie geeft geen aanleiding om de beheersverordening aan te passen.
JZ/2010.25 Rijkswaterstaat Zuid-Holland
Rijkswaterstaat Zuid-Holland heeft de volgende inspraakreactie (geciteerd).
“Met ingang van 24 december 2009 ligt, gedurende een inzageperiode van 6 weken ter inzage de ontwerp-beheersverordening Westduinpark. Naar aanleiding daarvan dien ik hierbij schriftelijk mijn opmerkingen in.
Kustversterking
In paragraaf 3.1.5 Kustversterking in de toelichting van de beheersverordening schrijft u dat Rijkswaterstaat zorgt voor het in stand houden van de basiskustlijn en het versterken van de zwakke schakels en dat daarom op de Haagse stranden de Wet beheer rijkswaterstaatwerken (Wbr) van toepassing is. Vervolgens geeft u aan dat de Wbr van toepassing is op het gebied tussen de NAP —20 meter lijn in de Noordzee en de duinvoet. Tot slot geeft u aan dat ter plaatse van uw plangebied er een verbreding van het strand plaatsvindt, waardoor natuurlijk duinvorming wordt gestimuleerd. Rijkswaterstaat is beheerder van het hierboven genoemde gebied tussen de NAP-lijn in de Noordzee tot aan de duinvoet. Ik wil u er op attenderen dat op 22 december 2009 de Waterwet in werking is getreden. Waar u in de tekst verwijst naar de Wbr, dient dit te worden vervangen door de Waterwet. Ik verzoek u dit in de tekst aan te passen. Daarnaast dient in het kader van (toekomstige) versterking van de kust, de ‘Beleidslijn Kust’ in uw verordening te worden opgenomen. Ik verzoek u deze beleidslijn onder paragraaf 3.1 Rijksbeleid te beschrijven in de toelichting van de beheersverordening. Voor vragen of opmerkingen kunt u contact opnemen met dhr. K. Kerste van het Waterdistrict Nieuwe Waterweg van Rijkswaterstaat Zuid-Holland op telefoonnummer: 010-4027143.”
Ten aanzien van deze inspraakreactie merkt het college het volgende op: Op 22 december 2009 is de Waterwet in werking getreden. Daar waar in de tekst is verwezen naar de Wet beheer Rijkswaterstaatwerken (Wbr) is dit vervangen door de Waterwet. Daarnaast is de Beleidslijn Kust in paragraaf 3.1 (Rijksbeleid) van de toelichting verwerkt. Naar aanleiding van deze inspraakreactie heeft het college de toelichting van de beheersverordening aangepast.
JZ/2010.26 Provincie Zuid-Holland
De Provincie Zuid-Holland heeft de volgende inspraakreactie (geciteerd). “Wij maken van de gelegenheid gebruik om onze opmerkingen kenbaar te maken over de ter visie liggende beheersverordening “Westduinpark” van uw gemeente. Het provinciale beoordelingskader is per 1 juli 2008 vormgegeven in interim-beleid, bestaande uit de streekplannen en de nota Regels voor Ruimte. Het plan is op enkele punten niet conform dit beleid.
Water
De beheersverordening heeft volgens de toelichting geen waterhuishoudkundige consequenties aangezien de beheersverordening geen ruimtelijke ontwikkelingen mogelijk maakt. In de regels zitten echter wel enkele ontheffingsmogelijkheden op de bouwregels. Ten aanzien van de dubbelbestemming Waterstaat-Waterkering willen wij het volgende opmerken:
Wij verzoeken u de beheersverordening aan te passen.”
Ten aanzien van deze inspraakreactie merkt het college het volgende op: Vervangen van het woord ‘primair’ door ‘mede’.In bestemmingsplannen en beheersverordeningen wordt primair het gebruik van gronden en opstallen geregeld. Het vervangen van het woord ‘mede’ door ‘primair’ zou in strijd zijn met de Standaard Vergelijkbare Bestemmingsplannen 2008 (SVBP). In de SVBP is vastgelegd dat de dubbelbestemming als volgt in de planregels wordt opgenomen: ‘De voor ‘naam dubbelbestemming (voluit)’ aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor…’. Dit onderdeel van de inspraakreactie geeft dan ook geen aanleiding om de beheersverordening aan te passen.
Beschermingszone en Keurbepalingen
De beschermingszone is alsnog op de plankaart opgenomen en van een dubbelbestemming voorzien. In de ontheffingsmogelijkheid van de bouwregels is vastgelegd dat vooraf schriftelijk advies bij de waterbeheerder moet worden ingenomen. Het opnemen van de Keurbepalingen zou tot onnodige regulering leiden aangezien de Keur van het Hoogheemraadschap eveneens van toepassing blijft. Wel is in de toelichting in paragraaf 3.4.3. aangegeven dat voor werken binnen de zeewering een vergunningplicht op grond van de Keur van het Hoogheemraadschap van Delfland geldt.
Schriftelijk advies waterkeringbeheerder
De bepaling dat bij ontheffing van de bouwregels vooraf schriftelijk advies wordt ingewonnen bij de waterkeringbeheerder is alsnog in de beheersverordening opgenomen. Deze bepaling is tevens opgenomen in het aan het artikel toegevoegde aanlegvergunningenstelsel. Naar aanleiding van onderdelen van deze inspraakreactie heeft het college de plankaart en de regels van de beheersverordening aangepast.