Plan: | Westduinpark |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | beheersverordening |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0518.BV0206ZWestduinprk-50VA |
Het gebiedsgerichte milieubeleid maakt het mogelijk om milieuambities af te stemmen op de specifieke functies, kenmerken en mogelijkheden van een gebied, waardoor de kwaliteiten van dat gebied beter beschermd of verbeterd kunnen worden.Het gebiedsgericht milieubeleid is hét instrument om de milieubelangen in te brengen in de dynamiek van ruimtelijke ontwikkeling.
Op basis van het gebiedsgericht milieubeleid, dat is vastgelegd in de nota 'Tien voor milieu; contouren voor milieubeleid 2006 - 2010' is een indeling van Den Haag gemaakt met gebieden van eenzelfde functie. Gebieden met eenzelfde functie behoren tot hetzelfde gebiedstype. Er is een zestal gebiedstypen gedefinieerd: wonen, werken, gemengd wonen, gemengd werken, infrastructuur en tot slot groene hoofdstructuur en water.
De gebiedsspecifieke kenmerken en mogelijkheden bepalen de toekenning van een ambitieniveau. Dit gebeurt voor de milieuthema's bodem, lucht, water, externe veiligheid, mobiliteit, natuur, geluid, schoon (onkruid/zwerfafval) en klimaat. Per thema zijn drie oplopende ambitieniveaus geformuleerd:
Milieu Basis: de milieuambitie voor een thema die aansluit bij de bestaande wet- en regelgeving.
Milieu Extra.: de milieuambitie voor een thema die een stuk verder gaat dan het wettelijk minimum.
Milieu Maximaal: is de maximaal praktisch haalbare milieuambitie voor een thema.
Voor het onderhavige plangebied is het gebiedstype 'Groene hoofdstructuur en water' van toepassing. In dit gebiedstype zijn natuur en recreatie de belangrijkste functies. Wonen, werken of infrastructuur komen in dit gebiedstype nauwelijks voor. Het ambitieniveau voor dit gebiedstype is hoog, zie de onderstaande tabel.
Bodem | Extra |
Externe Veiligheid | Extra |
Geluid | Extra |
Lucht | Extra |
Mobiliteit | Maximaal |
Schoon | Extra |
Water | Water dat leeft |
Natuur | Maximaal |
Klimaat | Maximaal |
Bij toekomstige ruimtelijke ontwikkelingen in het plangebied zijn bovengenoemde milieuambities richtinggevend. De beheersverordening maakt vanzelfsprekend geen ruimtelijke ontwikkelingen mogelijk. Het plan bevat dan ook geen uitgewerkte duurzaamheidsparagraaf.