Westduinpark

1.2 Doel

Het plangebied bestaat vrijwel in zijn geheel uit een beschermd natuurgebied. Ter bescherming van de natuurlijke en landschappelijke waarden is het beleidsmatig ongewenst nieuwe ontwikkelingen mogelijk te maken. Het doel van beheersverordening Westduinpark is dan ook het vastleggen van de bestaande feitelijke of de reeds planologisch mogelijke situatie. Het ruimtelijke beleid voor dit plangebied, dat thans is neergelegd in verschillende bestemmingsplannen, wordt daarmee vervangen door deze beheersverordening. De betreffende bestemmingsplannen waren met name bedoeld om de natuurlijke en landschappelijke waarden van het gebied te beschermen. Daarnaast bevatten de bestemmingsplannen een regeling ter bescherming van de zeeweringszone.

In 2007 zijn de duingebieden Westduinpark, Bosjes van Poot en Wapendal in ontwerp door de minister van LNV voorgedragen als Natura 2000-gebied 'Westduinpark & Wapendal' (speciale beschermingszone). Als het gebied defintief wordt aangewezen als Natura 2000-gebied is de huidige gebiedsbescherming uit de Habitatrichtlijn is in 2005 geïmplementeerd in de Natuurbeschermingswet 1998. Daarmee vervallen de rechtstreekse werking van de Habitatrichtlijn en de status van beschermd natuurmonument. De natuurwaarden waarvoor het natuurmonument Westduinpark in 1990 was aangewezen, worden wel in de Natura 2000-aanwijzing opgenomen. Met deze beheersverordening wordt vrijwel het gehele voorgedragen beschermde natuurgebied, met uitzondering van Wapendal en de Bosjes van Poot, tussen Scheveningen en Kijkduin onder één planologisch regime gebracht.

Momenteel (april 2010) wordt het beheersplan voor het Natura 2000-gebied 'Westduinpark & Wapendal' opgesteld. Bij het opstellen van de beheersverordening is rekening gehouden met dit beheersplan. Daarnaast is rekening gehouden met de beheervisie 2005. In deze beheervisie, die is gericht op het beheer en gebruik van het gebied, zijn de consequenties van de aanwijzing tot natuurmonument inzichtelijk gemaakt.