direct naar inhoud van Artikel 15 Algemene aanduidingsregels
Plan: Ypenburg Warmtekrachtcentrale
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0518.BP0254HYpwarmcntrl-50VA

Artikel 15 Algemene aanduidingsregels

15.1 Geluidzone

Ter plaatse van de aanduiding 'geluidzone - industrie' geldt, in afwijking van het bepaalde in hoofdstuk 2, dat nieuwe geluidsgevoelige objecten als bedoeld in de Wet geluidhinder slechts zijn toegestaan indien de geluidsbelasting vanwege de warmtekrachtcentrale op de gevels van deze objecten niet hoger is dan de daarvoor geldende voorkeursgrenswaarde of een verkregen hogere grenswaarde.

15.2 Veiligheidszone - munitie a

Ter plaatse van de aanduiding 'Veiligheidszone - munitie a' is het oprichten van kwetsbare of beperkt kwetsbare objecten als bedoeld in het Besluit externe veiligheid inrichtingen niet toegestaan, evenals de aanleg van autowegen, autosnelwegen, spoorwegen, druk bevaren wegen of parkeerterreinen en de realisatie van recreatieve voorzieningen.

15.3 Veiligheidszone - munitie b

Ter plaatse van de aanduiding 'Veiligheidszone - munitie b' is het oprichten van kwetsbare of beperkt kwetsbare objecten als bedoeld in het Besluit externe veiligheid inrichtingen niet toegestaan.

15.4 Veiligheidszone - munitie c

Ter plaatse van de aanduiding 'veiligheidszone - munitie c' is het realiseren van bouwwerken met vlies- en gordijngevel-constructies of bouwwerken met grote glasoppervlakten waarbinnen zich doorgaans een groot aantal personen bevindt niet toegestaan.

15.5 Waterstaat - beschermingszone
  • 1. Ter plaatse van de aanduiding 'waterstaat - beschermingszone' zijn de gronden, behalve voor de daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor de bescherming van de waterstaatkundige werken, één en ander met de daarbij behorende bouwwerken, geen gebouw zijnde, wegen, groen, water en overige voorzieningen.
  • 2. Voor het bouwen binnen de aanduiding 'waterstaat - beschermingszone' gelden de volgende regels:
    • a. ten dienste van het behoud van de waterkering zijn uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde toegestaan;
    • b. ten behoeve van de andere daar voorkomende bestemmingen zijn in uitzondering op het bepaalde in de bouwregels van de samenvallende bestemmingen, geen bouwwerken toegestaan.
  • 3. Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in sublid 2 onder de voorwaarde dat:
    • a. het bouwen van bouwwerken geen afbreuk doet aan het behoud en de bescherming van de waterstaatkundige belangen zoals omschreven in het eerste lid;
    • b. hieromtrent een watervergunning is verleend, dan wel hiertoe vooraf schriftelijk advies wordt ingewonnen bij de waterbeheerder;
    • c. de bij de onderliggende bestemmingen gegeven regels in acht worden genomen.