direct naar inhoud van Artikel 7 Tuin
Plan: Zorgvliet (Eurojust)
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0518.BP0249DZorgvltEur-70OH

Artikel 7 Tuin

7.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Tuin' aangewezen gronden behoren bij de kavel die de bestemming 'Kantoor 1' is aangewezen en zijn bestemd voor:

  • a. beplantingen;
  • b. het onderhoud van de beplantingen;
  • c. water;
  • d. het herbergen van vleermuizen;
  • e. de ontsluiting van deze bestemming en de bestemmingen 'Kantoor 1' en/of 'Kantoor 2' met dien verstande dat:
  • 1. het aantal erfontsluitingswegen niet meer dan vier mag bedragen;
  • 2. de erfonsluitingswegen geen aansluiting geven op de Johan de Wittlaan;
  • 3. de erfontsluitingsweg voor de ondergrondse parkeergarage ten behoeve van de bestemming 'Kantoor 1' dient te worden ontsloten ter hoogte van de westelijke bestemmingsgrens van deze bestemming;
  • f. de bescherming van het bestemmingvlak 'Kantoor 1';
  • g. het parkeren op eigen terrein ten behoeve van de bestemming 'Kantoor 1' met dien verstande dat dit parkeren uitsluitend op de gronden buiten de functieaanduiding 'parkeergarage' mag plaatsvinden en het boven peil parkeren niet meer dan 10 parkeerplaatsen mag omvatten en het parkeren voor het overige in beneden peil gelegen overdekte gebouwde parkeerplaatsen dient plaats te vinden;
  • h. het laden - en lossen ten behoeve van de bestemming 'Kantoor 1';
  • i. het parkeren ten behoeve van de bestemming 'Kantoor 2' met dien verstande dat dit parkeren uitsluitend op de gronden met de functieaanduiding 'parkeergarage' in beneden peil gelegen overdekte gebouwde parkeerplaatsen dient plaats te vinden;
  • j. het stallen van fietsen ten behoeve van de bestemming 'Kantoor 1';

één en ander met de daarbij behorende gebouwen, bouwwerken geen gebouw zijnde, voet- en fietspaden, verhardingen en overige voorzieningen.

7.2 Bouwregels
7.2.1 Gebouwen

Voor het bouwen van gebouwen ten behoeve van de bestemming in artkel 7.1 gelden de volgende regels:

  • a. er mogen geen gebouwen gebouwd worden;
  • b. in uitzondering op het bepaalde in artikel 7.2.1.a mogen niet meer dan twee portiersgebouwen gebouwd worden waarvan de gezamenlijke totale grondoppervlakte niet meer dan 60 m2 en de bouwhoogte niet meer dan 4 meter mag bedragen;
  • c. in uitzondering op het bepaalde in artikel 7.2.1.a mag niet meer dan een expeditiegebouw gebouwd worden waarvan de grondoppervlakte niet meer dan 150 m2 en de bouwhoogte niet meer dan 5 meter mag bedragen;
  • d. in uitzondering op het bepaalde in artikel 7.2.1.a mogen niet minder van 275 overdekte gebouwde parkeerplaatsen gebouwd worden ten behoeve van de bestemming 'Kantoor 1' en voor de bestemming 'Kantoor 2' in totaliteit niet minder dan 32 en niet meer dan 42 parkeerplaatsen binnen de bestemming 'Kantoor 2' en binnen de onderhavige bestemming ter plaatse van de functieaanduiding 'parkeergarage' gebouwd mogen worden;
  • e. de overdekte gebouwde parkeerplaatsen en de daarbijbehorende verkeersruimten mogen - met uitzondering van de in- en uitritten, toegangsportalen en beluchtingsmiddelen - niet hoger dan 0,8 meter beneden peil en in niet meer dan 3 lagen gebouwd worden;
  • f. de overdekte gebouwde laad- en losplaats en de daarbijbehorende verkeersruimten mogen - met uitzondering van de in- en uitritten, toegangsportalen en beluchtingsmiddelen - niet hoger dan 0,8 meter beneden het peil en in niet meer dan 3 lagen gebouwd worden.
7.2.2 Bouwwerken geen gebouwen zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten behoeve van de bestemming in artikel 7.1, gelden de volgende regels:

  • a. bouwwerken, geen gebouwen zijnde, dienen qua aard en maat bij de bestemming te passen;
  • b. er mogen erfafscheidingen met een bouwhoogte van niet meer dan 1 meter worden gebouwd;
  • c. er mogen geen lichtmasten en lichtarmaturen worden gebouwd;
  • d. er mogen geen bouwwerken, geen gebouwen zijnde, met een dak worden gebouwd;
  • e. de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag niet meer dan 2,5 meter bedragen;
  • f. in uitzondering op artikel 7.2.2.e mogen vlaggenmasten met een bouwhoogte van niet meer dan 10 meter worden gebouwd.
7.3 Afwijken van de bouwregels

Het bevoegd gezag kan afwijken van het bepaalde:

b. in artikel 7.2.2.b voor het bouwen van erfafscheidingen met een bouwhoogte van niet meer dan 3 meter indien blijkt dat het vereiste veiligheidsniveau bij de bestemming 'Kantoor 1' anders onvoldoende kan worden gegarandeerd en het zicht op de beplantingen vanaf de openbare weg gewaarborgd blijft;

c. het bepaalde in artikel 7.2.2.c indien het bouwen van lichtmasten en lichtarmaturen het herbergen van vleermuizen niet onevenredig schaadt.