direct naar inhoud van 7.1 Artikel 3.1.1 Bro-overleg
Plan: Zorgvliet (Eurojust)
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0518.BP0249DZorgvltEur-50VA

7.1 Artikel 3.1.1 Bro-overleg

Het concept ontwerpbestemmingsplan is op 13 februari 2012 in het kader van het vooroverleg ex artikel 3.1.1 van het Besluit ruimtelijke ordening aan de instanties 1 t/m 15 toegezonden, op 20 en 21 februari 2012 naar de instanties onder 16 resp. 17 en op 23 februari naar de instantie onder 18.

  • 1. Ministerie van Defensie, Dienst Vastgoed Defensie
  • 2. Ministerie van Economische Zaken, Landbouw & Innovatie
  • 3. Rijkswaterstaat Dienst Zuid-Holland
  • 4. Provincie Zuid-Holland
  • 5. Stadsgewest Haaglanden
  • 6. Hoogheemraadschap van Delfland
  • 7. Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed
  • 8. Politie Haaglanden
  • 9. Veiligheidsregio Haaglanden
  • 10. HTM Infra
  • 11. Stedin B.V.
  • 12. TenneT Regio West
  • 13. N.V. Nederlandse Gasunie
  • 14. Dunea
  • 15. Fietsersbond enfb
  • 16. Stichting Wijkoverleg Zorgvliet
  • 17. Stichting Wijkoverleg Zorgvliet, de heer Coops
  • 18. Marma Vastgoed B.V.

Van de onder nummer 6, 9, 13, 16/17 en 18 zijn de hier onder genoemde reacties ontvangen. Van de overige instanties zijn geen reacties ontvangen. De afdoening van de reacties is cursief daarachter vermeld.

6. Hoogheemraadschap van Delfland

Het Hoogheemraadschap van Delfland kan met het bestemmingsplan instemmen. Aan alle aspecten die van belang zijn voor een goede waterhuishouding is invulling gegeven.

De reactie van het Hoogheemraadschap van Delfland wordt voor kennisgeving aangenomen.

10. Veiligheidsregio Haaglanden

De heer van Velzen Veiligheidsregio Haaglanden – verder VRH - deelde mee dat zij niet in staat waren voor de 2e maart een schriftelijke reactie in het kader van het overleg op grond van artikel 3.1.1 van het Bro te sturen. Dat zal na die termijn worden. De inhoud van hun reactie is telefonisch doorgegeven.

Het betreft het volgende:

In de Toelichting is in de paragrafen 4.3 en 5.3 vermeld dat aan de oostelijke zijde van het bouwvlak vluchtwegen gesitueerd moeten worden. In de regels (artikel 5.3) staat 'aan de zuidzijde van het bouwvlak'. Dat laatste is niet juist. VRH verzoek de toelichting op de twee onderdelen aan te passen.

In artikel 5.3 is' zuidzijde' in 'oostzijde' gewijzigd.

In de Toelichting is in paragraaf 4.3 bij de kopje 'Buisleidingen' sprake van de 'Circulaire'. Dit moet het 'Besluit externe veiligheid buisleidingen' (Bevb) zijn, omdat met de inwerkintreding van dit besluit de circulaire geen leidraad meer is.

De term is vervangen door het 'Besluit externe veiligheid buisleidingen' (Bevb).

Graag ontvangt VRH de QRA.

Deze is toegezonden.

13. N.V. Nederlandse Gasunie

Bij e-mailbericht van 10 februari 2012 heeft Gasunie, namens u, het bovengenoemd voorontwerpbestemmingsplan in het kader van het vooroverleg, zoals bedoeld in artikel 3.1.1 Bro, ontvangen. Het voornoemde plan is door ons getoetst aan het huidige externe veiligheidsbeleid van het Ministerie van I&M voor onze aardgastransportleidingen, zoals bepaald in het per 1 januari 2011 in werking getreden Besluit externe veiligheid buisleidingen (Bevb).

Op grond van deze toetsing komen wij tot de conclusie dat het plangebied buiten de 1% letaliteitgrens van onze dichtst bij gelegen leiding valt. Daarmee staat vast dat deze leiding geen invloed heeft op de verdere planontwikkeling.

Van deze reactie wordt kennisgenomen.

17. Stichting Wijkoverleg Zorgvliet, de heer Coops bij monde van de heer Fliers namens Steins Bisschop & Schepel Advocaten

De stichting heeft haar secretariaat in het complex 'De Wildernisse' aan de Jan Willem Frisohof.

Namens Stichting Wijkoverleg Zorgvliet (hierna: het Wijkoverleg) dien ik hierbij als advocaat gemachtigde een zienswijze in met betrekking tot het concept ontwerp bestemmingsplan “Zorgvliet (Eurojust)”.

1. FEITEN

1.1 Op 20 februari 2012 is een brief bezorgd ter attentie van de voorzitter van het Wijkoverleg, de heer R. Coops, met daarbij gevoegd een afschrift van het concept ontwerp bestemmingsplan “Zorgvliet (Eurojust)” (hierna: het Voorontwerp) bezorgd aan de Jan Willem Frisohof 23 (2517 LA) te Den Haag. De heer Coops is niet woonachtig op dit adres.

Het adres betreft het secretariaat van de Stichting.

1.2 Eén of enkele dagen na 20 februari 2012 heeft de ontvanger van de brief de brief van 20 februari 2012 overhandigd aan de heer Coops.

Na reclamatie is een nieuw exemplaar van het concept een dag later afgegeven op het adres van de voorzitter van de Stichting. De indiener omschrijft het als voorontwerp, het was echter een conceptontwerp, dat verder als concept wordt aangeduid.

1.3 In de brief wordt het Wijkoverleg uitgenodigd te reageren op het Voorontwerp. Daarbij wordt vermeld dat de reactie “gaarne uiterlijk vrijdag 2 maart 2012” tegemoet wordt gezien.

2. TERMIJN

2.1 De periode tussen de bezorging van de brief en 2 maart 2012 bevat 11 dagen. Doordat de brief is bezorgd op een verkeerd adres werd de beschikbare termijn voor het beoordelen van het Voorontwerp in wezen nog korter. Voor een zorgvuldige beoordeling was de beschikbare termijn (veel) te kort.

Dit adres was bij de gemeente bekend. Het is gebruikelijk om correspondentie te sturen naar het secretariaat van een stichting. Zoals uit de afdoening van punt 1.2 blijkt is daarna onverwijld een exemplaar van het concept op het adres van de voorzitter bezorgd.

2.2 Daar komt nog eens bij dat de geboden termijn samenloopt met de voorjaarsvakantie(s). Indien de gemeente daadwerkelijk prijs stelt op een inhoudelijke reactie van het Wijkoverleg, dan had een ruimere termijn moeten worden geboden voor indiening van de zienswijze. Nu dit niet is gebeurd is de geboden gelegenheid voor indiening van een zienswijze een schijnvertoning.

Uit het telefonische contact dat de gemachtigde op 22 februari jongstleden had met de behandelend ambtenaar van de gemeente bleek dat de gemachtigde niet op vakantie was en de opdrachtgever, in casu de heer Coops, ook niet. Zie verder onder de afdoening onder 3.5.

3. VAN HET VOORONTWERP IS DEZE GEMACHTIGDE

3.1 Sinds ruim een jaar treedt ondergetekende op als advocaat gemachtigde van het Wijkoverleg. Dit is geruime tijd bekend bij de gemeente. Dit blijkt onder meer uit de brief van 2 september 2011, die mede namens het Wijkoverleg is verzonden naar uw college.

Uit de brief van 2 september 2011 blijkt dat niet. Daarenboven betreft het een verzoek op grond van de Wet Openbaarheid van Bestuur ten aanzien van in principe reeds geproduceerde documenten. Dat is een procedure omtrent een ander onderwerp dan het onderhavige verzoek tot het geven van een reactie op het concept. hieruit kan niet worden opgemaakt dat gemachtigde ook voor wat betreft de bestemmingsplanprocedure was aangesteld door het Wijkoverleg.

3.2 Een bestuursorgaan dat, wetend dat een gemachtigde is aangesteld, bepaalde stukken niet (tevens) aan de gemachtigde doet toekomen, kan daarom in strijd met het beginsel van een zorgvuldige voorbereiding handelen.

(Memorie van toelichting, Parlementaire Geschiedenis, Awb T, p. 168; zie ook: Awb, Tekst & Commentaar, Kluwer 2009, p. 48; zie tevens: ABRS 21januari1999, AB 1999, 309.)

Gelet op de afdoening van punt 3.1 wordt hier verder niet op ingegaan.

3.3 Ondergetekende heeft van uw college geen kopie ontvangen van de brief aan het Wijkoverleg van 20 februari 2012, noch van het Voorontwerp.

Verwezen wordt naar de afdoening van punt 3.1.

3.4 Op 23 februari 2012 heeft de heer R. Coops de brief van 20 februari 2012 en het Voorontwerp overhandigd aan ondergetekende. Dit betekent dat amper een week resteerde voor beoordeling door ondergetekende van het Voorontwerp.

Verwezen wordt naar de afdoening van punt 3.1.

3.5 Voor een zorgvuldige beoordeling van het Voorontwerp, overleg met het Wijkoverleg en het opstellen van een zienswijze is dit te kort.

Een periode van 11 dagen is redelijk voor de beoordeling van een conceptontwerp bestemmingsplan. De beoogde ruimtelijke ontwikkeling is het Wijkoverleg niet onbekend. Dat blijkt uit de omstandigheid dat zij de beide consultatieavonden heeft bezocht, dat zij brieven heeft geschreven over dit onderwerp aan College en gemeenteraad en dat zij een mondelinge reactie gaf zowel bij de behandeling van de Nota van Uitgangspunten als het Projectdocument in raadscommissie en raad. Daarenboven is de omvang van het plangebied niet als omvangrijk te omschrijven. Verder zal te zijner tijd het ontwerp van het bestemmingsplan 6 weken ter inzage gelegd worden, waarbij ook door het Wijkoverleg gereageerd kan worden.

4. WETTELIJK KADER

4.1 In de brief van 20 februari 2012 beroept uw college zich op artikel 3.1.1. van het Besluit ruimtelijke ordening. Op grond van dit artikel is artikel 3:6 Awb van toepassing.

4.2 Uit artikel 3:6 Awb volgt dat de termijn die gesteld wordt voor een reactie bij de voorbereiding van een bestemmingsplan niet zodanig kort mag zijn dat betrokkene “zijn taak niet naar behoren kan vervullen”.

Verwezen wordt naar de afdoening van punt 3.5.

4.3 Het is van tweeën één: uw college erkent (impliciet, dan wel expliciet) dat sprake is van een schijnvertoning en zet de besluitvorming voort, ondanks het feit dat het Wijkoverleg niet in staat is gesteld het Voorontwerp zorgvuldig te beoordelen, òf uw college stelt een nieuwe termijn.

Gelet op de afdoening van punt 3.5 acht het College de termijn als redelijk en wijst zij het verzoek tot verlenging af.

5. CONCLUSIE

5.1 Indien uw college daadwerkelijk prijs stelt op een inhoudelijke reactie van het Wijkoverleg verzoekt het Wijkoverleg u een nieuwe termijn te stellen voor het indienen van een reactie op het Voorontwerp.

Gelet op de afdoening van punt 3.5 wordt hierop niet ingegaan.

5.2 Zoals bekend maakt het Wijkoverleg zich ernstig zorgen over de door de gemeente beoogde komst van Eurojust in de wijk Zorgvliet.

5.3 Het Wijkoverleg acht het bouwplan een ernstige aantasting van het beschermd stadsgezicht en een ernstige aantasting van het woon- en leefklimaat in de wijk.

Ten aanzien van de eerste opmerking het volgende. In de Toelichting, die het bestemmingsplan vergezelt, is in paragraaf 5.3 vermeld dat uit de toelichting bij de aanwijzing tot rijksbeschermd stadsgezicht een lacune blijkt in de bepaling van cultuurhistorische waarden van het plangebied en haar omgeving. De stedenbouwkundige opzet van het Wederopbouwplan van de hand van W.M Dudok werd bij de aanwijzing gevolgd. Het rapport 'Den Haag – Vestiging Eurojust - Cultuurhistorisch onderzoek en aanbevelingen' vult die lacune op. Zij beveelt het ritme van terugliggende bebouwing achter een groene rand verkaveld volgens een strak overhoeks patroon aan. Een hoog volume is mogelijk terwijl het bouwdeel aan de Willem Lodewijklaan zich in de schaal en maat als vanzelfsprekend voegt in genoemde sfeer van middelgrote volumes in het groen. Daarmee wordt het Wederopbouwplan van Dudok gevolgd. In het bestemmingsplan is de groene scheg in de bestemming 'Tuin' opgenomen en daarmee gewaarborgd. De bebouwing staat in het bouwvlak met de bestemming 'Kantoor 1', op ruime afstand van de Johan de Wittlaan en het bouwvlak biedt de mogelijkheid de voorgevelrooilijnen overhoeks op deze laan te oriënteren. Het bouwvlak kent twee maatvoeringsvlakken: het deel aan de Johan de Wittlaan met een maximale bouwhoogte van 50 meter en het bouwdeel dat parallel loopt aan de Willem Lodewijklaan met een maximale bouwhoogte van 22 meter. Vanwege de bescherming van het rijksbeschermd stadsgezicht is het plangebied de dubbelbestemming 'Waarde – Cultuurhistorie' aangewezen. Er is geen sprake van aantasting maar van invulling van het rijksbeschermd stadsgezicht.

Ten aanzien van de ernstige aantasting van het woon- en leefklimaat in de wijk wordt opgemerkt dat de te ontwikkelen locatie geen woonfunctie heeft en ook niet zal hebben. Ook haar omgeving kan niet als een woonwijk worden omschreven. De aan één zijde gelegen woonbebouwing kent geen oriëntatie op de te ontwikkelen locatie, maar een daarvan afgewende hofjesstructuur. Met een hoogte van 19,5 meter op een afstand van 18 meter tot de geprojecteerde nieuwbouw van maximaal 22 meter hoog wordt een redelijke verhouding tussen de verschillende bouwmassa's bereikt. De overige woonbebouwing ligt op veel grotere afstand. Ook op afstand van het hoge element. Veel bestrating wordt vervangen door onbebouwde ruimten met een groen karakter. De woonomgeving wijzigt zich, maar reactie maakt niet duidelijk of en waarom er van een aantasting sprake zou zijn.

5.4 Dit klemt eens te meer nu de gemeenteraad bij de keuze van de locatie onvolledig is geïnformeerd en daarmee de keuze voor de wijk Zorgvliet in wezen is gemanipuleerd.

Omtrent de keuze van de locatie is de wens van Eurojust leidend geweest. Met name omdat de locatie het best tegemoet kwam aan het programma van eisen. Daarbij zijn haar specifieke ruimtelijke wensen en de omgevingsfactoren zorgvuldig afgewogen, zowel bij de behandeling van de Nota van Uitgangspunten als bij het Projectdocument.

5.5 Het Wijkoverleg beschikt tot op heden nog steeds niet over een kopie van het Fakton rapport, terwijl dat rapport duidelijkheid kan scheppen over alternatieve locaties, waaronder het Verhulstplein.

5.6 Het Fakton rapport is noodzakelijk om een zorgvuldige afweging te kunnen (laten) verrichten van de betrokken belangen. Daarom verzoekt het Wijkoverleg uw college (nogmaals) om het Fakton rapport beschikbaar te stellen.

(Op 6 december 2011 is mede namens het Wijkoverleg een bezwaarschrift ingediend tegen de weigering een aantal relevante stukken openbaar te maken, waaronder het Fakton rapport. De wettelijke beslistermijn voor het besluit op bezwaar is op 14 februari 2012 verstreken. Indien het Wijkoverleg niet binnen tien dagen na dagtekening van deze brief een uitnodiging ontvangt voor een hoorzitting, dan ziet zij zich genoodzaakt zich te wenden tot de bestuursrechter.)

Dit betreft een ander onderwerp dan de beoordeling van een conceptontwerp bestemmingsplan, reden waarom hierop niet wordt ingegaan.

5.7 Het Wijkoverleg verzoekt uw college van alle verdere correspondentie met betrekking tot Eurojust een kopie te sturen naar ondergetekende.

Aan dit verzoek zal worden voldaan.

19. Marma Vastgoed B.V.

De vennootschap is eigenaar van de kavel waaraan de bestemming 'Kantoor 2' is aangewezen.

Met verwijzing naar uw schrijven van 23 februari 2012 met kenmerk DSO_SO/12012.762 en mijn telefoongesprek met de heer J.E. Leenders verzoek ik een toezending plan ingetekende parkeerplaatsen in het ontwerpbestemmingsplan Zorgvliet (Eurojust).

Aan de hand van de verschuiving van het parkeerterrein tot buiten de 30 meter stand-offzone kan worden geconstateerd dat het aantal parkeerplaatsen op uw terrein van 34 tot 22 zal afnemen.

Bij deze maak ik bezwaar tegen het concept bestemmingsplan.
a. Geen inhoudelijk overleg tussen partijen.

Met het voeren van vooroverleg bent u in de gelegenheid gesteld inhoudelijk overleg te voeren. De bestaande rechten en mogelijkheden in het geldende bestemmingsplan zijn – op de ligging van het parkeerterrein na - in dit concept overgenomen
b. Planschade. Gaarne wil ik dit in een gesprek toelichten.

De planschade is geen onderwerp van de beoordeling van een conceptontwerp bestemmingsplan.
c. Waarom geen ontsluiting van de Johan de Wittlaan Den Haag.

Deze laan is een hoofdverkeersweg waarop geen nieuwe wegaansluitingen mogen worden geprojecteerd.

d. De groenstrook vermengen met parkeren.

De groenstrook sluit aan op de 'Tuin'-bestemming en versterkt het groene karakter van het plangebied.
e. Voorkant van het kantoorpand thans gelegen aan de doorlopende weg, bij wijziging slechts aan smalle weg circa 4 meter breed gelegen aan de zijkant van het kantoorgebouw.

De ligging aan een doodlopende weg ontlast het bezoekende verkeer van afstemming op doorgaand verkeer. De bestaande doorgaande weg kent alleen eenrichtingsverkeer. De Jan Willem Frisolaan zal bij de herinrichting tot aan de kavel van de vennootschap worden verbreed. De bestemming 'Tuin' biedt daarbij de mogelijkheid tot verdere verbreding.