direct naar inhoud van 7.1 Artikel 3.1.1 Bro-overleg
Plan: Rivierenbuurt 2013
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0518.BP0248ERivierenbrt-50VA

7.1 Artikel 3.1.1 Bro-overleg

Het concept van het ontwerp-bestemmingsplan Rivierenbuurt is op 23 januari 2013 in het kader van het overleg ex artikel 3.1.1. van het Besluit ruimtelijke ordening aan de volgende instanties toegezonden:

  • 1. Ministerie van EL&I
  • 2. Ministerie van Defensie
  • 3. Rijkswaterstaat Zuid-Holland
  • 4. Provincie Zuid-Holland
  • 5. Stadsgewest Haaglanden
  • 6. Hoogheemraadschap van Delfland
  • 7. Dunea
  • 8. Politie Haaglanden
  • 9. Veiligheidsregio Haaglanden, Regionale Brandweer
  • 10. Veolia Transport Haaglanden
  • 11. HTM Infra
  • 12. NS Stations
  • 13. ProRail
  • 14. Stedin B.V.
  • 15. TenneT Regio West
  • 16. N.V. Nederlandse Gasunie
  • 17. Stichting Haagse Gracht
  • 18. Het bestuur van de Fietsersbond enfb
  • 19. Kamer van Koophandel
  • 20. Koninklijke Horeca Nederland
  • 21. Algemene Vereniging voor Natuurbescherming
  • 22. Koninklijke Nederlandse Natuurhistorische Vereniging
  • 23. Stichting Haags Milieucentrum
  • 24. Haags Monumentenplatform
  • 25. Bewonersorganisatie Rivierenbuurt/Spuikwartier
  • 26. Woningstichting Haag Wonen
  • 27. Stichting BOOG

Van de instanties onder nummer 4, 10, 11 en 19 zijn reacties ontvangen. De instantie onder nummer 20 (de Gasunie) heeft aangegeven dat er zich binnen of in de buurt van plangebied geen leidingen bevinden die invloed hebben op de verdere planontwikkeling.

4. Provincie Zuid-Holland

“Ik heb kennis genomen van het bovengenoemde voorontwerpbestemmingsplan. Het plan geeft aanleiding tot de volgende reactie.

Het provinciale beoordelingskader is vastgelegd in de provinciale Structuurvisie en de verordening Ruimte. Het plan is op een enkel punt niet conform dit beleid.

Opmerkingen

Cultuur.

In het plan is niets opgenomen met betrekking tot archeologie. Dit onderdeel is dan ook niet te beoordelen. Wij verzoeken u het plan voor de ontwerpfase aan te passen. Het plan houdt op bovengenoemd punt onvoldoende rekening met het provinciaal belang. Ik verzoek u daarom het plan aan te passen.”

Reactie

De archeologisch waardevolle gebieden binnen het plangebied worden beschermd door op de plankaart en in de regels een dubbelbestemming Waarde-Archeologie op te nemen. Een toelichting op de acheologische waarden binnen het plangebied is alsnog toegevoegd in paragraaf 4.9.2.

10. Hoogheemraadschap van Delfland

In het kader van artikel 3.1.1 van het Besluit ruimtelijke ordening heeft u het Hoogheemraadschap van Delfland het voorontwerp bestemmingsplan Rivierenbuurt 2013 in Den Haag voor advies toegezonden.

Waterkwantiteit

In uw waterparagraaf geeft u aan dat het plangebied binnen de boezem van Delfland valt. Echter is een deel van het plangebied ook binnen de polder Veen- en Binkhorstpolder gelegen. Wij verzoeken u een korte beschrijving van het huidige watersysteem in de waterparagraaf op te nemen.

In paragraaf 4.7.2 'Planbeschrijving' geeft u aan dat binnen de waterbergingsvisie geen opgave voor dit plangebied geldt. Dit was vastgesteld met de gedachte dat de boezem van Delfland op orde was, uit recent onderzoek de 'Doorstroomstudie Den Haag' (2012) blijkt echter dat de beschikbare ruimte voor waterberging in grote delen van het boezemland in Den Haag beperkt is. Daarom verzoeken wij u, ondanks dat in dit bestemmingsplan geen nieuwe ontwikkelingen plaatsvinden, in deze waterparagraaf aan te geven dat bij mogelijke toekomstige ontwikkelingen uitgegaan moet worden van het stand-still principe. Dit betekent dat ontwikkelingen niet tot een verslechtering van de waterhuishoudkundige situatie mogen leiden, maar gecompenseerd moeten worden. Binnen dit plangebied moet gedacht worden aan maatregelen zoals afkoppelen of vasthouden toe te passen.

Afvalwater en riolering

Binnen uw plangebied is een rioolpersleiding aanwezig . Wij verzoeken u deze leiding als dubbel bestemming 'Leiding-Riool' op te nemen op de verbeelding en binnen de regels. De ligging van de persleiding is te vinden in de bijlage. In het plangebied is stedelijk water aanwezig. Graag treden wij met u in contact over de functie en werking van dit water.

Veiligheid en waterkeringen

Binnen het plangebied is een regionale waterkering aanwezig, zoals aangegeven op de kaart in bijlage 2. Wij verzoeken u de keurzone van deze waterkering als dubbelbestemming 'waterstaat-waterkering' op de verbeelding en in de regels op te nemen.

Voor meer informatie of vragen kunt u terecht bij de contactpersoon, vermeld onderaan deze brief.

Reactie

In de toelichting zal een korte beschrijving van het huidige watersysteem opgenomen worden en in paragraaf 4.7.2 van de toelichting zal opgenomen worden dat toekomstige ontwikkelingen niet tot een verslechtering van de waterhuishoudkundige situatie mogen leiden, maar gecompenseerd moeten worden.

De rioolpersleiding wordt opgenomen op de plankaart en in de regels.

De keurzone van de betreffende waterkering ligt geheel buiten het onderhavige plangebied en kan daarom niet opgenomen worden op de plankaart en in de regels.

11. HTM Infra

“Naar aanleiding van de door u geboden mogelijkheid tot bet geven van commentaar op het ontwerpbestemmingsplan Bezuidenhout, ex art. 3.1.1 Bro, deel ik u het volgende mee.

In de toelichting (pag. 30) wordt melding gemaakt van het mogelijk aanpassen van het Scheldeplein en het Weteringplein. Als dit aan de orde is wil HTM daar graag bij betrokken worden i.v.m. de aanwezigheid van de trambaan ter plaatse. Daarnaast wordt op pag. 32 melding gemaakt van een principebesluit om de bus op- en afritten van het Bernhardviaduct voor al het gemotoriseerde verkeer open te stellen. HTM en HTMbuzz zijn hierover verrast en willen daar graag meer van weten.

Tenslotte: de kaart in de toelichting op pag. 26 geeft de tijdelijke situatie van de tramroutes weer; deze wijkt af van de reguliere routes i.v.m. werkzaamheden elders in de stad.

Verder geeft het plan geen aanleiding tot het maken van opmerkingen.”

Reactie

De kaart in de toelichting op pag. 26 is verwijderd. Een kaart met de tramroutes zoals deze voorheen waren, is ingevoegd in de toelichting.

19. Kamer van Koophandel

“Graag maken wij gebruik van de mogelijkheid te reageren op het concept van het ontwerp-bestemmingsplan Rivierenbuurt 2013.

Zoals u weet is de detailhandel via internet sterk in opkomst. Veelal worden dergelijke ondernemingen gedreven vanuit de woning. Zolang er geen opslag, uitstalling, e.d. plaats vind is dit naar onze mening een vorm van detailhandel die uitgesloten dient te worden van het verbod op detailhandel vanuit de woning.

Wij verzoeken u daarom de definitie van artikel 1.40 van de Regels in die zin aan te passen, dan wel een duidelijke regeling voor de detailhandel via internet op te nemen bij de bestemming Wonen, als volgt:

De voor Wonen aangewezen gronden zijn bestemd voor:

a. wonen;

b ...........

c. handel in en verkoop van goederen en diensten via internet, met dien verstande dat:

1. de woonfunctie als primaire functie gehandhaafd blijft;

2. geen afbreuk wordt gedaan aan het woon- en leefmilieu in de omgeving;

3. het vloeroppervlak voor de bedrijfsactiviteiten niet groter is dan 40% van het gezamenlijk vloeroppervlak van de hoofdgebouwen, aan- en uitbouwen, vrijstaande bijgebouwen en overkappingen met een maximum van 40 m2;

4. de bij de betreffende woning behorende gronden geen buitenopslag van goederen ten behoeve van de bedrijfsactiviteiten plaatsvindt;

5. er geen sprake is van winkel- of uitstallingsruimte van goederen ten behoeve van de bedrijfsactiviteit;

6. voorzien kan worden in voldoende parkeergelegenheid;

7. de onderneming wordt gedreven door degenen die op het perceel woonachtig zijn.”

Reactie

Het bestemmingsplan maakt webwinkels al mogelijk als aan-huis-gebonden bedrijf. In artikel 1 (begrippen) is in lid 1.7 'aan-huis-gebonden bedrijf opgenomen dat een webshop alleen is toegestaan als geen afhaal punt wordt gerealiseerd en geen uitstalling van producten plaats vindt. Het vloeroppervlak van een aan-huis-gebonden bedrijf mag maximaal 30% van het totale vloeroppervlak van de woning en de daarbij behorende bijgebouwen bedragen met een maximum van 40 m2.