direct naar inhoud van 5.3 Keuze en verantwoording van bestemmingen
Plan: Spuikwartier 2013
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0518.BP0247ESpuikwartr-50VA

5.3 Keuze en verantwoording van bestemmingen

Het bestemmingsplan bestaat uit een digitale verbeelding (plankaart), regels en een toelichting. De eerste twee onderdelen zijn juridisch bindend, de toelichting is juridisch niet bindend maar helpt bij de interpretatie van de kaart en de regels. De analoge plankaart is, gelet op de aard en omvang van het plangebied, afgedrukt op een topografische ondergrond met een schaal van 1:2000.

Een belangrijk onderdeel van Wet ruimtelijke ordening (Wro) vormt de digitaliseringsverplichting. De Wro bepaalt dat een bestemmingsplan digitaal raadpleegbaar en uitwisselbaar moet zijn. Dit heeft onder meer geleid tot de introductie van twee nieuwe begrippen: 'analoge verbeelding' en 'digitale verbeelding'.

Onder analoge verbeelding wordt verstaan: alle te verbeelden informatie van een ruimtelijk plan op papier. De term analoge verbeelding is dus een synoniem voor de tot nu toe altijd gebruikte term plankaart.

De 'digitale verbeelding' is een interactieve raadpleegomgeving via het internet (www.ruimtelijkeplannen.nl) die de gehele inhoud van het bestemmingsplan ontsluit overeenkomstig de Standaard voor Vergelijkbare Bestemmingsplannen (SVBP2008). Door een muisklik op een bepaalde plek verschijnen de bijbehorende regels voor die plek in beeld. Onder de term digitale verbeelding wordt dan ook niet alleen het ruimtelijk beeld, maar ook de daarbij behorende juridische informatie (regels) verstaan. Indien de digitale en de analoge verbeelding tot interpretatieverschillen leiden is de digitale verbeelding beslissend.

Op de bij het onderhavige bestemmingsplan behorende verbeelding zijn alle noodzakelijke en op grond van het Besluit ruimtelijke ordening vereiste gegevens ingetekend. Er is daarbij onderscheid gemaakt in bestemmingen en aanduidingen op de verbeelding. De bestemmingen zijn de belangrijkste elementen. Elk stuk grond van het plangebied heeft een bestemming. Deze wordt zichtbaar gemaakt door middel van een kleur, op de analoge verbeelding al dan niet in combinatie met een letter, ter aanduiding van de bestemming en een getal dat de maximale toegestane (goot- en nok)hoogte en/of bebouwingspercentage aangeeft. Daardoor is het mogelijk om te zien welke bestemmingen zijn gegeven aan de gronden en opstallen binnen het plangebied. Elke op de verbeelding ingetekende bestemming is gekoppeld aan een bestemmingsartikel in de regels. De regels laten vervolgens bij elke bestemming zien op welke wijze gronden binnen de desbetreffende bestemming gebruikt mogen worden. Daarbij wordt onder meer verwezen naar aanduidingen op de plankaart. Aanduidingen geven dientengevolge, in samenhang met de regels, duidelijkheid over wat binnen een bestemmingsvlak al dan niet is toegestaan.

Op de digitale en analoge verbeelding van de plankaart zijn bouwhoogten aangegeven. Gekoppeld aan bouwvlakken is een maatvoering voor (goot- en nok)hoogte, afgerond in meters en conform SVBP 2008, bijlage 9, opgenomen. De waarde op de plankaart geeft de maximaal toegelaten (goot- en nok)hoogte van een gebouw aan. Daarnaast wordt ook in de bouwregels van het bestemmingsplan een en ander bepaald over bouwhoogten.

Bij het bepalen van de daadwerkelijke hoogte van gebouwen is gebruik gemaakt van stereokartering met behulp van luchtfoto's. De maximaal toegelaten bouwhoogte kan afwijken van de daadwerkelijke hoogte van een gebouw: aan het vaststellen van een maximale bouwhoogte liggen stedenbouwkundige overwegingen ten grondslag.

Voorts wordt de opzet van het bestemmingsplan ingegeven door de relevante beleidskaders en omgevingsfactoren. In onderstaande tabellen (beslissingstabel) is aangegeven op welke onderdelen de in dit bestemmingsplan beschreven beleidskaders en omgevingsfactoren hun vertaling hebben gevonden in het juridisch bindende gedeelte van het bestemmingsplan. Deze paragraaf vormt dan ook als het ware de schakel tussen de toelichting van het bestemmingsplan en de daarbij behorende regels en plankaart.

Beleidskader   Vertaling in het bestemmingsplan  
Cultureel erfgoed  
Een klein deel van het plangebied maakt deel uit van het rijksbeschermd stadsgezicht Centrum ('s Gravenhage uitbreiding) (zie paragraaf 2.3.1.2). De gemeenteraad moet dan ook ingevolge de Monumentenwet 1988 een bestemmingsplan vaststellen ter bescherming van de cultuurhistorische waarden.   De cultuurhistorische waarden die zijn aangewezen en die door dit bestemmingsplan worden beschermd, zijn verwoord in de toelichting op de aanwijzing tot beschermd stadsgezicht. Deze is tezamen met het aanwijzingsbesluit als bijlage bij de regels van dit bestemmingsplan opgenomen. De cultuurhistorische waarden van het rijksbeschermd stadsgezicht worden in dit bestemmingsplan beschermd, doordat in de dubbelbestemming Waarde-Cultuurhistorie de waarden zoals die beschreven staan in de (toelichting op de) aanwijzing tot beschermd stadsgezicht van toepassing worden verklaard op het deel van het plangebied dat deze dubbelbestemming heeft.  
De Wet op de Archeologische Monumentenzorg legt de verplichting op om in nieuwe bestemmingsplannen en bij wijziging van bestaande bestemmingsplannen met de archeologische waarden rekening te houden (zie paragraaf ...). Bestemmingsplannen moeten een juridische regeling bevatten die voldoende bescherming biedt tegen werkzaamheden die tot een verstoring van het bodemarchief zouden kunnen leiden.   De archeologisch waardevolle gebieden zijn geïnventariseerd (zie paragraaf 4.9). De archeologische waarden worden in dit bestemmingsplan beschermd: de dubbelbestemming Waarde-Archeologie is gericht op behoud en bescherming van deze waarden. Voor bouwwerkzaamheden die de grond roeren zijn aanvullende bouwregels gesteld; voor werkzaamheden geen bouwwerken zijnde, die de grond roeren is een omgevingsvergunning voor het uitvoeren een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden, verplicht gesteld.  
Verkeer  
De “Haagse Nota Mobiliteit”. hanteert een rangorde in haar wegenstructuur. Naast de hoofdwegen voor het doorgaande verkeer zijn er de wegen van een lagere orde die het verkeer tussen wijken en het buurtgebonden verkeer moeten afwikkelen: buurtontsluitingswegen (straten) en erfontsluitingswegen (verblijfs- en woonstraten). Verblijfsgebied ten slotte is openbare ruimte waar geen autoverkeer is toegestaan en waar de verkeersfunctie ondergeschikt is aan de verblijfsfunctie.   De rangorde die in het beleid is verwoord, is ook bij de aanwijzing van de bestemmingen gehanteerd. De bestemming Verkeer-Hoofdverkeersweg is toegekend aan de Schedeldoekshaven, Ammunitiehaven en een deel van het Prins Bernhardviaduct. De Herengracht, Kalvermarkt en de Fluwelen Burgwal hebben de bestemming Verkeer-Straat gekregen. De bestemming Verkeer-Verblijfsgebied is van toepassing op het Muzenplein, Muzenstraat en Calliopestraat. De overige straten in het plangebied hebben de bestemming Verkeer-Verblijfsstraat.

 
In de nota "Parkeerkader Den Haag 2010-2020" is het algemene parkeerbeleid vastgelegd.   Bij nieuwbouw is het uitgangspunt dat parkeren op eigen terrein wordt gerealiseerd. Hiertoe zijn parkeernormen als bijlage bij de regels van dit bestemmingsplan opgenomen.  
Wonen  
Het plangebied is in de Woonvisie getypeerd als een hoogstedelijk woonmilieu, met woonsfeer Metropolitaan wonen. Insteek bij ruimtelijke ontwikkelingen is realisatie van appartementencomplexen van hoogwaardige kwaliteit en aansprekende architectuur gericht op specifieke woonwensen voor diverse stedelijk georiënteerde doelgroepen. Voor het Spuikwartier liggen hiervoor in de toekomst mogelijkheden in de vorm van kleinschalige transformatie en optopping bestaande bouw.   Ten aanzien van de functies wordt ingezet op functiemenging door middel van een brede opzet van de verschillende in het plan opgenomen gemengde bestemmingen. De woonfunctie wordt daar waar mogelijk en gewenst gemengd met overige functies.  
Economie  
Detailhandel   De Turfmarkt en de Herengracht maken onderdeel uit van de hoofdwinkelstructuur. Door middel van de bestemmingen 'Gemengde Doeleinden 1 en 2' is detailhandel in deze straten mogelijk gemaakt.  
Horeca   Het bestemmingsplan maakt het mengen van horeca met functies als wonen en detailhandel mogelijk. Hierdoor wordt het gemengd stedelijk milieu in stand gehouden en bevorderd.  
Kantoren   In dit plangebied zijn geen nieuwe locaties voor kantoorontwikkeling voorzien. Bestaande kantoorgebouwen zijn positief bestemd.  
Functiemenging   In de notitie 'Functiemengingstrategie: Mengen van bedrijven en wonen' komt de functiemenging van praktijk- kantoor- en bedrijfsruimte met wonen aan de orde. Functiemenging komt in dit bestemmingsplan tot uiting in de opzet van de verschillende 'Gemengde Doeleinden' bestemmingen, die diverse functies toestaan.  
Onderwijs, cultuur en welzijn  
Maatschappelijke Voorzieningen   Dit bestemmingsplan biedt ruimte aan welzijnsvoorzieningen binnen de bestemmingen 'Gemengde Doeleinden 1 en 2'. Binnen de bestemming 'Gemengde Doeleinden 3' zijn maatschappelijke voorzieningen in de vorm van een bibliotheek en kinderopvang toegestaan.  
Cultuur   Op termijn worden het Lucent Danstheater, de Dr. Anton Philipszaal en het Koninklijk Conservatorium samengebracht in de vorm van het nieuw te ontwikkelen Spuiforum, welke door middel van dit bestemmingsplan mogelijk wordt gemaakt.  
Groen  
Inzet is de Stedelijke Groene Hoofdstructuur (paragraaf 4.6 Groen) duurzaam in stand te houden en waar mogelijk te versterken.   De bomenrij langs het Spui maakt onderdeel uit van de stedelijke ecologische hoofdstructuur. In de regels is bepaald dat de stedelijke ecologische hoofdstructuur in stand dient te worden gehouden.