direct naar inhoud van 3.3 Sectoraal beleid
Plan: Noordwal-Veenkade
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0518.BP0245EVABNoordwal-70OH

3.3 Sectoraal beleid

3.3.1 Rijksbeschermd stadsgezicht

De Monumentenwet 1988 omschrijft een beschermd stadsgezicht als 'groepen van onroerende zaken die van algemeen belang zijn wegens hun schoonheid, hun onderlinge ruimtelijke en structurele samenhang dan wel hun wetenschappelijke waarde of cultuurhistorische waarde (..)' en dat vanwege dit algemene belang door de minister van OC&W en de minister van VROM als zodanig is aangewezen.

afbeelding "i_NL.IMRO.0518.BP0245EVABNoordwal-70OH_0006.jpg"

Het plangebied Noordwal-Veenkade maakt deel uit van het Rijksbeschermd stadsgezicht Centrum (zie Bijlage 1 Besluit Rijksbeschermd Stadsgezicht Centrum). De Monumentenwet 1988 verplicht de gemeenteraad van Den Haag een bestemmingsplan vast te stellen ter bescherming van het rijksbeschermd stadsgezicht. De cultuurhistorische waarden die zijn aangewezen en die door dit bestemmingsplan worden beschermd, zijn verwoord in de toelichting op de aanwijzing.

Met dit bestemmingsplan worden de cultuurhistorische waarden van het plangebied niet alleen beschermd, met het verwijderen van de overkluizing worden die cultuurhistorische waarden ook versterkt.

3.3.2 Verkeer en infrastructuur

Verkeersplan, verkeersbeleid tot 2010

Op 27 juni 2002 heeft de gemeenteraad van Den Haag het 'Verkeersplan, verkeersbeleid tot 2010' vastgesteld. Het plan behelst het gemeentelijk verkeer- en parkeerbeleid in deze periode. Het beleid is erop gericht een goede bereikbaarheid voor alle vervoerswijzen te waarborgen, en de verkeersveiligheid en leefbaarheid van de stad in stand te houden of zo mogelijk te verbeteren. Dit gebeurt op stedelijk niveau onder andere door het gebruik van openbaar vervoer en de fiets te stimuleren, door samenhangende netwerken van goede doorstroomroutes voor het noodzakelijke autoverkeer te benutten, en het parkeerbeleid hierop af te stemmen. Op stadsdeelniveau zijn er de uitwerkingen van het beleid, zoals bijvoorbeeld voor stadsdeel Centrum het Verkeerscirculatieplan Centrumgebied.

Het Verkeersplan hanteert een rangorde in haar wegenstructuur:

  • a. Hoofdverkeerswegen zijn wegen waarop de verkeersintensiteit relatief hoog is. De maximumsnelheid is in de meeste gevallen 50 km/u, incidenteel 70 of 100 km/u. De directe ontsluiting van aanliggende bestemmingen via in- en uitritten wordt, evenals het langsparkeren, zoveel mogelijk vermeden. Naast de hoofdwegen voor het doorgaande verkeer zijn er de wegen van een lagere orde die het verkeer tussen wijken en het buurtgebonden verkeer moeten afwikkelen.
  • b. Buurtontsluitingswegen zijn straten met doorgaande rijbanen voor (gemotoriseerd en niet-gemotoriseerd) verkeer die in hoofdzaak dienen voor de ontsluiting van wijken en buurten en het verkeer tussen deze wijken en buurten. Het aandeel doorgaand verkeer en de intensiteit van het verkeer zijn lager dan bij hoofdverkeerswegen. De maximumsnelheid is 50 km/u, in een enkel geval 30 km/u. Net als hoofdverkeerswegen zijn straten onderdeel van de routes voor de brandweer en andere hulpdiensten, wat bijzondere eisen stelt aan de (her)inrichting van de weg. Parkeren direct langs de weg is mogelijk en in- en uitritten ten behoeve van de ontsluiting van direct aanliggende bestemmingen zijn niet uitgesloten.
  • c. Erfontsluitingswegen zijn woon- en verblijfsstraten voor lokaal gebiedsgebonden verkeer, ten behoeve van de ontsluiting van buurten en direct aangelegen bestemmingen. De intensiteit en de snelheid van het verkeer - maximaal 30 km/u - zijn laag. Fietsers maken gebruik van de rijweg; aparte fietspaden komen slechts voor als ze ook onderdeel zijn van langere, doorgaande routes. Voetpaden en parkeerplaatsen maken deel uit van het wegprofiel.
  • d. Verblijfsgebied is de openbare ruimte waar geen autoverkeer is toegestaan en waar de verkeersfunctie ondergeschikt is aan de verblijfsfunctie.

Verkeerscirculatieplan

Voor het plangebied is met name de invoering van het Verkeerscirculatieplan centrumgebied bepalend voor de verkeersfunctie en inrichting. Het Verkeerscirculatieplan voor het centrumgebied is er onder andere op gericht om doorgaand verkeer uit de binnenstad te weren en de verblijfskwaliteit van de binnenstad voor voetgangers en fietsers te verhogen. De doorgaande verkeerstromen door de binnenstad zorgden namelijk voor veel overlast (geluidhinder, slechte luchtkwaliteit, minder leefbaarheid en onaantrekkelijkheid van de binnenstad). Het verkeerscirculatieplan omvat - onder andere - een afsluiting van de doorgaande routes via de Lutherse Burgwal-Grote Markt, Spui-Hofweg, het instellen van eenrichtingsverkeer in de Elandstraat richting Vondelstraat, het autovrij maken van de Veenkade tussen Toussaintkade en Bilderdijkstraat, en aanvullende circulatiemaatregelen om doorgaande routes voor het autoverkeer door de binnenstad onmogelijk of onaantrekkelijk te maken. Alle delen van de binnenstad zijn bereikbaar gebleven voor autoverkeer. De CentrumRing heeft door het verkeerscirculatieplan nog nadrukkelijker een functie gekregen voor de verdeling van het bestemmingsverkeer van en naar de diverse delen van het centrumgebied en als doorgaande route buiten het centrumgebied om. Het plangebied is aan de zuidzijde via de routes Prinsegracht – Jan Hendrikstraat – Torenstraat – Vondelstraat – Elandstraat aangesloten op de CentrumRing en aan de noordzijde via de Prinsessewal – Hogewal – Scheveningseveer – Mauritskade. Tegelijkertijd heeft het verkeerscirculatieplan de aantrekkelijkheid vergroot van het gebruik van het openbaar vervoer en de fiets voor een bezoek aan de binnenstad. Omdat de binnenstad autoluw is geworden door het verkeerscirculatieplan is de binnenstad aantrekkelijker geworden en draagt het bij aan het integraal centrumbeleid gericht op versterking van de economische positie van de binnenstad: enerzijds is de binnenstad beter bereikbaar voor bestemmingsverkeer (bewoners, werknemers, leveranciers), anderzijds biedt de openbare ruimte meer plaats voor langzaam verkeer en zorgt de herinrichting van wegen en pleinen in de binnenstad voor een aantrekkelijker verblijfsklimaat

Planbeschrijving

Als onderdeel van het Verkeerscirculatieplan heeft de planuitwerking Noordsingelsgracht plaatsgevonden, bestaande uit twee deelprojecten. In het smalle deel van de Elandstraat is eenrichtingsverkeer gerealiseerd en een vrijliggende fietsvoorziening. Het andere onderdeel van het project, de Noordwal-Veenkade betreft de herinrichting van het gebied Noordwal-Veenkade tussen de Prinsessewal (met inbegrip van) de Torenstraatbrug. In dit gebied komt eenrichtingsverkeer, er wordt alleen nog op de Noordwal richting Prinsessewal gereden en de Veenkade wordt verkeersluw (alleen fietsen en nood- en hulpvoertuigen). De overkluizing tussen de Veenkade en de Noordwal wordt verwijderd waardoor het water en de continuïteit van de gracht terugkeren in het straatbeeld. Tegelijkertijd zal de brug in de Torenstraat worden vervangen.

Volautomatische Autoberging

De VAB onder de nieuwe gracht moet bereikbaar zijn vanaf de Noordwal en de Veenkade. Op de Noordwal komt een strook voor gemotoriseerd eenrichtingsverkeer, een verhoogd aanliggend fietspad in één richting en een aan- en afrijdstrook voor de gebruikers van de VAB.