direct naar inhoud van Artikel 10 Maatschappelijk
Plan: Mariahoeve
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0518.BP0244GMariahoeve-50VA

Artikel 10 Maatschappelijk

10.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Maatschappelijk' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. jeugd-/kinder-/buitenschoolse opvang;
  • b. peuterspeelzalen;
  • c. onderwijs;
  • d. openbare dienstverlening;
  • e. levensbeschouwelijke voorzieningen;
  • f. speelvoorzieningen;
  • g. welzijnsinstellingen en gezondsheidszorg,

en ter plaatse van de aanduiding:

  • h. 'bedrijfswoning' tevens voor een bedrijfswoning;
  • i. 'gemengd' tevens voor cultuur en ontspanning alsmede horeca in de categorie 'licht' van de staat van horecacategorieën,

één en ander met de daarbij behorende gebouwen, bouwwerken geen gebouwen zijnde, wegen, parkeervoorzieningen, groen, water en overige voorzieningen.

10.2 Bouwregels
10.2.1 Gebouwen

Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende regels:

  • a. indien op de plankaart een bouwvlak is aangegeven dienen de gebouwen hierbinnen te worden gebouwd;
  • b. wanneer op de plankaart een bebouwingspercentage is opgenomen is het bebouwingspercentage van toepassing op de gronden binnen het bestemmingsvlak en mag de totale bebouwing dit percentage niet overschrijden;
  • c. de goot- en/of bouwhoogte van gebouwen mag niet meer bedragen dan staat aangegeven op de plankaart.
10.2.2 Bouwwerken geen gebouwen zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken geen gebouwen zijnde gelden de volgende regels:

  • a. bouwwerken, geen gebouwen zijnde mogen zowel binnen als buiten het bouwvlak gerealiseerd worden;
  • b. de hoogte van erf- en terreinafscheidingen voor de voorgevelrooilijn en het verlengde daarvan mag niet meer bedragen dan 1 m;
  • c. de hoogte van erf- en terreinafscheidingen achter de voorgevelrooilijn en het verlengde daarvan mag niet meer bedragen dan 2 m;
  • d. de hoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag ten hoogste 3 m bedragen;
  • e. het gestelde onder d is niet van toepassing op het plaatsen van masten en soortgelijke bouwwerken.
10.3 Specifieke gebruiksregels
  • a. het vestigen van een geluidsgevoelige functie is toegestaan, mits uit akoestisch onderzoek blijkt dat de voorkeursgrenswaarde als bedoeld in de Wet geluidhinder niet wordt overschreden;
  • b. bedrijfswoningen zijn uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning' toegestaan.
10.4 Wijzigingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd, overeenkomstig het bepaalde in art. 3.6 van de Wet ruimtelijke ordening, de bestemming zodanig te wijzigen dat, in uitzondering op het bepaalde in artikel 10.3 onder a, een geluidsgevoelige functie wordt gevestigd indien uit onderzoek blijkt dat de voorkeursgrenswaarde als bedoeld in de Wet geluidhinder wordt overschreden, een en ander met inachtneming van de volgende regels:

  • a. de wijziging mag niet leiden tot een onevenredige aantasting van de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en gebouwen;
  • b. bij toepassing van de wijzigingsbevoegdheid dient een procedure hogere grenswaarde in het kader van de Wet geluidhinder te worden doorlopen;
  • c. voordat burgemeester en wethouders overgaan tot wijziging, dient de procedure zoals opgenomen in artikel 37.1 te worden gevolgd.