direct naar inhoud van 2.4 Ruimtelijke structuur
Plan: Scheveningen Badplaats
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0518.BP0240DSchevBadpl-50VA

2.4 Ruimtelijke structuur

2.4.1 Stedenbouwkundige structuur

De stedenbouwkundige structuur van de badplaats is in de afgelopen twee eeuwen ontstaan. Van de periode daarvoor zijn alleen de hoogteverschillen nog te zien. De oudste structuur is de loop van de Gevers Deynootweg tussen het Kurhaus en de Wassenaarseweg en van iets latere datum de Kurhausweg en Badhuisweg (voorheen Nieuwe Weg). Deze beide wegen verbonden het eerste badhuis (het latere Kurhaus) met respectievelijk Scheveningen-Dorp en Den Haag. Met de groei van de badplaats kwamen er meer verbindingen met Den Haag tot stand. Begin 1900 kreeg de badplaats haar eigen spoorverbinding. De huidige loop van de Zwolsestraat volgt het oude spoortracé. Deze verbindingswegen vormen de hoofdstructuur van de badplaats.

De bebouwing langs de eerste wegen bestond aanvankelijk uit vrij liggende badhuizen, hotels en paviljoens, met bijbehorende stallen. Ook was er een kapel schuin tegenover het eerste badhuis en een station voor de paardentrams. Vanaf het einde van de 19e eeuw groeiden Scheveningen en Den Haag vanuit het westen en zuiden naar de badplaats toe. Dit betrof voornamelijk woonbebouwing. In de badplaats bestond de eerste woonbebouwing uit vrijstaande woningen voor welgestelden. Vanaf het begin van de 20e eeuw werd begonnen met de aanleg van rijtjeswoningen en appartementen. Omdat de badplaats het eindpunt was van trams en de trein, verschenen er stations en een remise aan de Harstenhoekweg. Het stratenpatroon, dat voor Haagse begrippen erg onregelmatig is, werd voor een belangrijk deel bepaald door de loop van de tramsporen. De overgebleven bouwblokken zijn vaak driehoekig of anders van vorm dan rechthoeken. Alleen de strook langs de kust heeft grotendeels rechthoekige bouwblokken.

Na de Tweede Wereldoorlog heeft de badplaats een grote transformatie ondergaan. Vanaf de jaren '50 heeft de badplaats een schaalsprong doorgemaakt. De vooroorlogse bebouwing in de strook tussen de boulevard en de Gevers Deynootweg werd vrijwel geheel gesloopt om plaats te maken voor grootschalige blokken. Het eerste project is een typisch jaren '50-plan voor drie flats op een sokkel met daarop een grasveld tussen de Gevers Deynootweg en de Zeekant. Vooral in de jaren '80 is er tussen de Gevers Deynootweg en de boulevard veel gebouwd: het Carlton Beach hotel, de Palace Promenade, de bebouwing op het Gevers Deynootplein en grootschalige woningbouwcomplexen, onder andere tussen het Rederserf en de Gevers Deynootweg. In de decennia daarna is ook aan de andere zijde van de Gevers Deynootweg grootschalige bebouwing gekomen: de grote blokken aan de Zwolsestraat, het Leonardo da Vinci-complex, het casino en het politiebureau, het uitgebreide circustheater en als laatste de Pathé-bioscoop.

Deze schaalvergroting is gedeeltelijk tot stand gekomen aan de hand van stedenbouwkundige plannen. Van de plannen die er gemaakt zijn (waaronder een plan van de gemeente, een plan van Bakema en een plan van Urbis) is er geen enkel plan integraal uitgevoerd. Dit heeft geresulteerd in een structuur die niet overal goed aansluit. Vooral de verbinding van de Gevers Deynootweg met de boulevard is problematisch. De ooit geplande doorgangen zijn voor een deel dichtgezet met bebouwing, waardoor er geen zichtbare directe verbinding met zee is. Daarnaast zijn er hoogteverschillen die verklaarbaar zijn uit eerdere plannen om een verhoogd voetgangersniveau aan te leggen. Dit voetgangersniveau is echter alleen uitgevoerd bij het woonbuurtje tussen het Rederserf en de Gevers Deynootweg, dat daardoor niet logisch aansluit op de omgeving. Dit buurtje vormt ook een uitzondering in de structuur van grote blokken; het buurtje is meer een in zichzelf gekeerd dorp, vergelijkbaar met veel andere oplossingen uit de jaren '70 en '80, en in dit geval geïnspireerd door de structuur van het oude dorp Scheveningen.

2.4.2 Verkeer en infrastructuur

De Zwolsestraat is voor de badplaats de belangrijkste verbindingsweg en heeft de status van stedelijke hoofdweg. De Gevers Deynootweg en de Kurhausweg - Nieuwe Parklaan zijn wijkontsluitingswegen.

De Zwolsestraat fungeert als de oprijlaan naar Scheveningen-Bad. De route wordt nu gedomineerd door onaantrekkelijke bebouwing uit begin jaren negentig. Onder het gebouw van architect Neave Brown is de belangrijkste en grootste parkeergarage van het gebied gelegen.

De badplaats is het eindpunt van tram 1 en 9. Daarnaast lopen er door het gebied nog diverse busroutes, te weten bus 21 tussen de keerlus Zwarte Pad en Vrederust, bus 22 tussen Duindorp en station Den Haag Centraal en bus 23 tussen de keerlus Zwarte Pad en Kijkduin. De halte aan het Palaceplein (Kurhaus) behoort tot de belangrijkste haltes van de stad en zal in de nabije toekomst waarschijnlijk ingericht worden als tophalte.

2.4.3 Groen

De badplaats grenst aan de noordoostkant aan het Oostduinpark, onderdeel van het Natura 2000- gebied Meijendel & Berkheide. Van dit duingebied ligt een klein deel in het plangebied van dit bestemmingsplan: de smalle duinstrook tussen het strand en het Carlton Beach hotel en Oscars. Er zijn verder geen grote groengebieden en ook geen monumentale bomen in het plangebied. Door het zeeklimaat groeien bomen slecht in de kustzone direct achter het strand en daarom staan er maar weinig bomen in de badplaats.

2.4.4 Water

Het plangebied behoort tot het boezemgebied van Delfland. Binnen de grenzen van het plangebied is geen oppervlaktewater aanwezig.

De huidige primaire beschermingszone van de zeewering loopt, zoals op de plankaart is te zien, dwars door het plangebied.

2.4.5 Bodem

De bodem van Scheveningen bestaat uit strandwallen (oude duinen). Deze strandwallen liggen parallel aan de kust en hebben een hoogte van +1 tot 4 meter NAP. De bodem bestaat uit zand, dat goed waterdoorlatend is.

Grondwaterproblematiek is dankzij de relatief hoge ligging en de zandige bodem in het plangebied niet aan de orde. De kwaliteit van de bodem en eventueel aanwezige verontreiniging komen in hoofdstuk 4 aan de orde.

2.4.6 Kabels en leidingen

In het bestemmingsplangebied zijn geen planologisch relevante kabels en leidingen aanwezig. Vlak langs het plangebied loopt echter wel een 40-bar gasleiding, waarvan het invloedsgebied gedeeltelijk binnen het plangebied is gelegen.