direct naar inhoud van 4.6 Water
Plan: Loosduinsekade
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0518.BP0228BLoosduinsek-70OH

4.6 Water

4.6.1 Kaderrichtlijn Water

Sinds 2000 is de Europese Kaderrichtlijn Water (KRW) van kracht. De Europese Kaderrichtlijn water beoogt de bescherming van aquatische ecosystemen en het duurzaam gebruik van water. Het beleid van WB21 en KRW zijn de twee pijlers van het integrale waterbeleid en zijn in 2003 gebundeld in het Nationaal Bestuursakkoord Water (NBW), waaraan rijk, provincies, waterschappen en gemeenten zich hebben geconformeerd. Doelstelling is om in 2015 de waterhuishouding op orde te hebben en richting 2050 op orde te houden. De Europese Kaderrichtlijn heeft, waar het de gemeente betreft, consequenties voor riolering, afkoppelen, toepassing van bouwmaterialen en het ruimtelijke beleid. Een belangrijk element van de Kaderrichtlijn Water is de realisatie van natuurvriendelijke oevers.

4.6.2 Provinciaal Waterplan Zuid-Holland 2010-2015

In het Provinciaal Waterplan Zuid-Holland 2010-2015 staat uitgebreid beschreven hoe de provincie, samen met waterschappen en andere partners, een duurzame en klimaatbestendige delta zal realiseren en behouden, waar het veilig en aangenaam wonen, werken en recreëren is. De opgaven van de Europese Kaderrichtlijn Water, het Nationaal Bestuursakkoord Water en het Nationale Waterplan zijn vertaald naar strategische doelstellingen voor Zuid-Holland. Het Waterplan heeft vier hoofdopgaven:

  • 1. Waarborgen waterveiligheid
  • 2. Zorgen voor mooi en schoon water
  • 3. Ontwikkelen duurzame zoetwatervoorziening
  • 4. Realiseren robuust en veerkrachtig watersysteem
4.6.3 Waterbeheerplan 2010-2015, 'Keuzes maken en kansen benutten'

Het Waterbeheerplan 2010-2015, 'Keuzes maken en kansen benutten' is het document waarin Delfland de ambities voor de komende jaren heeft vastgelegd. Het plan beschrijft de doelen voor het waterbeheer en de financiële consequenties daarvan. Delfland investeert de komende jaren volop in het vergroten van de veiligheid, het verbeteren van de waterkwaliteit, het tegengaan van wateroverlast en het optimaliseren van de zuivering van afvalwater. De ontwikkelingen in de waterwereld volgen elkaar in hoog tempo op en vragen om het maken van keuzes. Klimaatverandering, zeespiegelstijging verzilting en nieuwe wetten en regels gaan het waterbeheer de komende decennia ingrijpend veranderen. Bovendien dwingen de complexiteit van het gebied en de omvang van de noodzakelijke investeringen tot het stellen van prioriteiten. Delfland spreidt daarom de maatregelen in de tijd, zodat het tempo aansluit bij de mogelijkheden van de organisatie en het gebied.

Het Nationaal Bestuursakkoord Water (NBW) is getekend op 2 juli 2003. Eén van de instrumenten om het nieuwe waterbeleid voor de 21e eeuw vorm te geven is de watertoets. Het doel van de watertoets is waarborgen dat waterhuishoudkundige doelstellingen expliciet en op evenwichtige wijze in beschouwing worden genomen bij alle waterhuishoudkundig relevante ruimtelijke plannen en besluiten. Delfland heeft de Handreiking watertoets 2007 opgesteld. In de handreiking worden de randvoorwaarden en uitgangspunten voor een plan per thema toegelicht.

4.6.4 Waterplan en Waterbergingsvisie Den Haag

Het Waterplan Den Haag 2010-2015 is een gezamenlijk plan van de gemeente Den Haag en het Hoogheemraadschap van Delfland. Het beschrijft hoe de komende jaren omgegaan zal worden met water in de stad. Belangrijk nieuw element in dit Waterplan is dat het zich behalve op de waterkwaliteit ook op de veiligheid, recreatie en ruimtelijke ontwikkelingen richt.

De gemeente streeft naar het realiseren van een duurzaam vitale en aantrekkelijke leefomgeving. Daarom is de lange termijndoelstelling voor dit waterplan:

  • Het realiseren van een duurzaam schoon en gezond watersysteem, dat bijdraagt aan een aantrekkelijke en veilige (leef)omgeving, waar bewoners en bezoekers van Den Haag op een bewuste manier mee omgaan.

In 2003 besloten de gemeente Den Haag en het Hoogheemraadschap van Delfland om samen de waterbergingsopgave voor Den Haag in beeld te brengen en maatregelen af te spreken om het bergingstekort voor de verschillende delen van de stad op te lossen. De afspraak om te komen tot een Waterbergingsvisie is als deelproject opgenomen in het Waterplan Den Haag.

4.6.5 Watertoets

Voor elke poldereenheid in Den Haag is aangegeven welk ambitieniveau wordt nagestreefd. Het plangebied ligt in bestaand stedelijk gebied, in het boezemgebied. Voor het boezemgebied geldt het ambitieniveau 'water dat siert'. Gemeente Den Haag en het Hoogheemraadschap van Delfland toetsten in het licht van dit ambitieniveau het water in het plangebied op waterkwantiteit, waterkwaliteit, waterkeringen (veiligheid) en ecologie:

  • Waterkwantiteit. Het plangebied is gelegen binnen de boezem van Delfland. De boezem heeft een peil van NAP-0,43 m en een maximale peilstijging van 0,30 m. Voor de boezem geldt geen waterbergingsopgave. Daarom hoeft binnen het plangebied niet te worden voldaan aan de bergingsnorm van 325 m3/ha.
  • Waterkwaliteit. Het gaat hier om wat het effect is van de nieuwe ontwikkeling op de waterkwaliteit. De conclusie is dat dit geen negatief effect heeft, omdat wordt voldaan aan de Leidraad riolering en de beslisboom en geen gebruik van bitumineuze dakbedekking en koper en zink. Verder is er voldoende capaciteit in het rioolstelsel om deze nieuwe ontwikkeling te ontvangen en te verwerken. Het zal niet leiden tot extra overstortingen vanuit de riolering op het oppervlaktewater. In dit gedeelte van Den Haag is nog geen gescheiden rioolsysteem. Invoering van dit systeem is wel wenselijk. Bij nieuwbouw worden eisen gesteld aan de aanleg van de riolering. Bij de aanvraag van een bouwvergunning moet in het gebouw wel een gescheiden systeem aangelegd worden tot 1m buiten de rooilijn. Indien de gemeente te zijner tijd overgaat tot het ontkoppelen van het gemengde systeem kan dit op een eenvoudige wijze ter plaatse gebeuren en behoeven er in het gebouw geen werkzaamheden plaats te vinden.
  • Waterkeringen (veiligheid). Bij het onderwerp veiligheid/waterkering is het van belang of de locatie ligt in de kernzone of beschermingszone van een waterkering. Dit kan zijn de zeewering maar het kunnen ook andere waterkeringen zijn zoals boezemkaden, polderkaden of de landscheiding. In het plangebied is aan de zuidzijde van de Loosduinsekade een boezemkade aanwezig.
  • Ecologie. Bij ecologie gaat de aandacht uit naar de ruimte voor natuurvriendelijke oevers en natte ecologische verbindingszones. Er dient te worden aangeven of deze in het plangebied voorkomen, zoals genoemd in de (gemeentelijke of provinciale) Ecologische Hoofdstructuur. Ook wanneer er toekomstige plannen zijn voor de aanleg van natuurvriendelijke oevers of natte ecologische verbindingszones, kunnen deze alvast vermeld worden. In het plangebied zijn geen natuurvriendelijke oevers aanwezig of in de planning.