1. Burgemeester en wethouders zijn bevoegd ontheffing te verlenen van de bepalingen van het plan ten behoeve van:
a. het afwijken van voorgeschreven maten ten aanzien van dakhellingen, goothoogten, bouwhoogten, perceelgrensafstanden, en bebouwde oppervlakten met maximaal 15%;
b. beneden peil gelegen ruimten ruimtes in één laag, voor zover gelegen buiten een bouwvlak;
c. bouwwerken ten dienste van nutsvoorzieningen, zoals transformatorhuisjes, elektriciteitsvoorzieningen, het openbaar vervoer en/of het wegverkeer met een maximale bouwhoogte van 5 meter en een maximum oppervlakte van 30 m2;
d. glas-, papier-, kleding- en plasticcontainers, al dan niet beneden peil gelegen;
e. kunst- en reclameobjecten;
2. Burgemeester en wethouders verlenen ontheffing van de in het plan opgenomen gebruiksregels wanneer strikte toepassing daarvan leidt tot een beperking van het meest doelmatige gebruik, die niet door dringende redenen wordt gerechtvaardigd;