direct naar inhoud van Artikel 11 Maatschappelijk
Plan: Zeeheldenkwartier 2010
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0518.BP0227EZeeheldenkw-50VA

Artikel 11 Maatschappelijk

11.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Maatschappelijk' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. onderwijs en onderwijsgerelateerde activiteiten;
  • b. peuterspeelzaalwerk, kinderopvang en buitenschoolse opvang;
  • c. verenigingsleven en welzijnsvoorzieningen;
  • d. gezondheidszorg;
  • e. het houden van ere- en/of gebedsdiensten;
  • f. het houden van bijeenkomsten van recreatieve, culturele aard en/of voor tentoonstellingen;
  • g. openbare dienstverlening.

De inrichting ten behoeve van deze bestemming laat tevens tuinen, groenvoorzieningen en binnen het bouwvlak gebouwde parkeervoorzieningen toe.

11.2 Bouwregels
11.2.1 Gebouwen

Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende regels:

  • a. de hoofdgebouwen mogen uitsluitend binnen het bouwvlak worden gebouwd;
  • b. de hoogte, respectievelijk goothoogte en/of nokhoogte van een gebouw mag niet meer bedragen dan de hoogte die op de plankaart is aangegeven;
  • c. aan- en uitbouwen, en bijgebouwen mogen uitsluitend achter het hoofdgebouw worden gebouwd;
  • d. de hoogte van een aan- of uitbouw of aangebouwd bijgebouw mag niet meer bedragen dan 0,3 m boven de vloer van de eerste verdieping van het hoofdgebouw;
  • e. de goothoogte van bijgebouwen mag niet meer dan 3 m bedragen;
  • f. het gezamenlijke oppervlak van aan- en uitbouwen en bijgebouwen mag niet meer dan 50% van het gedeelte van het bouwperceel dat achter het bouwvlak gelegen is, bedragen. Dit percentage geldt niet voor situaties waar, op het tijdstip van terinzagelegging van het ontwerp van dit plan, de gezamenlijke oppervlakte van aan- en bijgebouwen meer dan het aangegeven percentage was: alsdan geldt het ten tijde van de terinzagelegging van het ontwerp van dit plan actuele percentage;
  • g. vrijstaande bijgebouwen mogen op een afstand van minimaal 1 m tot het hoofdgebouw en de daarbij behorende aan- en uitbouwen worden gebouwd.
11.2.2 Bouwwerken geen gebouw zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken geen gebouw zijnde, gelden de volgende regels:

  • a. bouwwerken geen gebouw zijnde, mogen zowel binnen als buiten het bouwvlak worden gebouwd;
  • b. de hoogte van bouwwerken geen gebouw zijnde, mag, voorzover gelegen achter de voorgevel van het hoofdgebouw en het verlengde daarvan, niet meer bedragen dan 2 m;
  • c. de hoogte van bouwwerken geen gebouw zijnde, mag, voorzover deze zich bevinden voor de voorgevel van het hoofdgebouw en het verlengde daarvan, niet meer dan 1 m bedragen;
  • d. bouwwerken geen gebouw zijnde, dienen qua aard en maat bij de bestemming te passen;
  • e. de inrichting ten behoeve van deze bestemming laat op de binnenterreinen geen parkeervoorzieningen en laad- en losplaatsen toe. Parkeervoorzieningen en laad- en losplaatsen die ten tijde van de terinzagelegging van het ontwerp van dit plan op de binnenterreinen aanwezig waren, blijven toegestaan.
11.3 Afwijken van de bouwregels

Met een omgevingsvergunning kan, ingeval de op- aan- en uitbouwen en bijgebouwen ten dienste staan van een schoolgebouw en mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de woonomgeving, worden afgeweken van het bepaalde in artikel 11.2.1 onder b. en f, en een grotere hoogte en/of een groter bebouwingsoppervlak worden toegestaan.