direct naar inhoud van Hoofdstuk 6 Economische uitvoerbaarheid
Plan: Vrederust
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0518.BP0223BVrederust-50VA

Hoofdstuk 6 Economische uitvoerbaarheid

Het voorliggende bestemmingsplan vormt in hoofdzaak een nieuwe juridisch-planologische regeling voor een bestaande situatie. Deze regeling gaat in hoofdzaak uit van consolidering van deze situatie. Daarnaast bevat het bestemmingsplan een aantal concrete ontwikkelingen. Voor die ontwikkelingen is beoordeeld of er sprake is van een bouwplan als bedoeld in art.6.2.1 van het Besluit ruimtelijke ordening, zie kader.

Als bouwplan als bedoeld in artikel 6.12, eerste lid, van de wet, wordt aangewezen een bouwplan voor:
- de bouw van een of meer woningen;
- de bouw van een of meer andere hoofdgebouwen;
- de uitbreiding van een gebouw met ten miste 1.000 m2 bruto vloeroppervlakte met met één of meer woningen;
- de verbouwing van een of meer aangesloten gebouwen die voor andere doeleinden in gebruik of ingericht waren, voor woondoeleinden, mits ten minste 10 woningen worden gerealiseerd;
- de verbouwing van één of meer aaneengesloten gebouwen, die voor andere doeleinden in gebruik of ingericht waren, voor detailhandel, dienstverlening, kantoor of horecadoeleinden, mits de cumulatieve oppervlakte van de nieuwe functies tenminste 1.500 m² bruto vloeroppervlakte bedraagt;
- de bouw van kassen met een oppervlakte van tenminste 1.000 m2  

Afdeling 6.2 Grondexploitatie, Artikel 6.2.1 Bro

Indien namelijk sprake is van een bouwplan zoals bedoeld in art. 6.12 Wro is de gemeente verplicht een exploitatieplan op te stellen, tenzij kostenverhaal anderszins verzekerd is. Dit kan via:

  • een gemeentelijke grondexploitatie, waarbij sprake moet zijn van gemeentelijke gronduitgifte;
  • meerwaardesuppletie via de erfpachtcanon;
  • een anterieure overeenkomst met de eigenaar over de ontwikkeling.

Hieronder wordt per ontwikkeling langsgelopen of kostenverhaal geregeld is.

Winkelcentrum Ambachtsgaarde

Zowel de ontwikkeling voor de pleinlocatie als die voor het Korte Blok zijn bouwplannen in de zin van artikel 6.2.1 Bro (bouw van een hoofdgebouw respectievelijk verbouwing van meer dan 1.500 m2 bvo met functiewijziging). De pleinlocatie is momenteel in vol eigendom van de gemeente Den Haag waarmee kostenverhaal voor deze ontwikkeling is verzekerd.
De gemeente is tevens volledig eigenaar van de begane grond van het Korte Blok. De verdiepingen daarboven zijn onder de Algemene Voorwaarden 1923 in erfpacht uitgegeven. Onder deze voorwaarden is geen berekening van meerwaardesuppletie mogelijk. De ontwikkeling is echter voorzien op de begane grond waarop de gemeente, conform het appartementsrecht, een exclusief gebruiksrecht heeft. De gemeente is daarmee de enige appartementseigenaar die van een eventuele waardestijging profiteert. Daarmee is kostenverhaal ook voor dit bouwplan verzekerd.


Goudsmidsgaarde 5

Voor het braakliggende terrein wordt een bouwplan voor maatschappelijke functies voorzien. Dit is een bouwplan in de zin van artikel 6.2.1 Bro (bouw van een hoofdgebouw). Het perceel is in vol eigendom van de gemeente waarmee kostenverhaal anderszins verzekerd is.


Zwaardvegersgaarde 95
Voor dit perceel wordt een bouwplan voor maatschappelijke en bedrijfsmatige functies voorzien. Dit is een bouwplan in de zin van artikel 6.2.1 Bro (bouw van een hoofdgebouw). Het perceel is in vol eigendom van de gemeente waarmee kostenverhaal anderszins verzekerd is.

Uitbreiding Albert Heijn Ambachtsgaarde

Het bestemmingsplan voorziet in de uitbreiding van de bebouwing ter plaatse van de laad- en losstrook van de Albert Heij. Deze ontwikkeling is geen bouwplan in de zin van artikel 6.2.1 Bro (uitbreiding minder dan 1.000 m2) waardoor afdeling 6.4 van de Wro niet van toepassing is op deze ontwikkeling.

Conclusie
Het bestemmingsplan gaat in hoofdzaak uit van consolidering van de bestaande situatie. Voor de opgenomen ontwikkelingen is kostenverhaal anderszins verzekerd doordat de gemeente de te ontwikkelen gronden volledig in eigendom heeft.
Het bestemmingsplan is economisch uitvoerbaar. Doordat kostenverhaal voor de ontwikkelingen anderszins is verzekerd, kan op grond van artikel 6.12 tweede lid Wro worden besloten geen exploitatieplan vast te stellen.