direct naar inhoud van Artikel 10 Maatschappelijk
Plan: Vrederust
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0518.BP0223BVrederust-50VA

Artikel 10 Maatschappelijk

10.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Maatschappelijk' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. gezondheidszorg;
  • b. levensbeschouwelijke voorzieningen;
  • c. onderwijs;
  • d. zorginstellingen, waaronder verzorgingshuizen, verzorgingscentra, woongroepen en inrichtingen voor gehandicapten
  • e. welzijnsvoorzieningen,


en ter plaatse van de aanduiding:

  • f. 'nutsvoorziening' tevens voor een nutsvoorziening;
  • g. 'wonen' tevens voor aan de bestemming verbonden zelfstandige woningen.


één en ander met de daarbij behorende gebouwen, bouwwerken geen gebouw zijnde, wegen, groen, water en overige voorzieningen.

10.2 Bouwregels
10.2.1 Gebouwen

Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende regels:

  • a. het bebouwingspercentage bedraagt niet meer dan op de verbeelding is aangegeven;
  • b. de bouwhoogte van hoofdgebouwen bedraagt niet meer dan op de verbeelding is aangegeven;
  • c. indien op de verbeelding geen bebouwingspercentage of bouwhoogte is aangegeven mogen uitsluitend gebouwen worden gerealiseerd indien wordt aangetoond dat aan de Haagse bezonningsnorm wordt voldaan;
  • d. indien op de verbeelding een maximale goothoogte is opgenomen bedraagt de goothoogte niet meer dan op de verbeelding is aangegeven;
  • e. de bouwhoogte van bijgebouwen bedraagt ten hoogste 3 m.
10.2.2 Bouwwerken geen gebouwen zijnde

Voor bouwwerken geen gebouwen zijnde bedraagt de maximale bouwhoogte:

  • a. voor erf- en terreinafscheidingen voor de voorgevelrooilijn en het verlengde daarvan ten hoogste 1 m;
  • b. voor erf- en terreinafscheidingen achter de voorgevelrooilijn en het verlengde daarvan ten hoogste 2 m;
  • c. voor overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten hoogste 3 m.
10.3 Specifieke gebruiksregels
  • d. het vestigen van een geluidsgevoelige functie is toegestaan, tenzij uit akoestisch onderzoek blijkt dat de voorkeursgrenswaarde als bedoeld in de Wet geluidhinder wordt overschreden
  • e. dienstwoningen zijn niet toegestaan.
10.4 Wijzigingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd, overeenkomstig het bepaalde in art. 3.6 van de Wet ruimtelijke ordening, de bestemming zodanig te wijzigen dat, in uitzondering op het bepaalde in het derde lid onder a, een geluidsgevoelige functie wordt gevestigd indien uit onderzoek blijkt dat de voorkeursgrenswaarde als bedoeld in de Wet geluidhinder wordt overschreden, een en ander met inachtneming van de volgende regels:

  • a. de wijziging mag niet leiden tot een onevenredige aantasting van de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en gebouwen;
  • b. bij toepassing van de wijzigingsbevoegdheid dient een procedure hogere grenswaarde in het kader van de Wet geluidhinder te worden doorlopen;
  • c. voordat burgemeester en wethouders overgaan tot wijziging, dient de procedure zoals opgenomen in artikel 30 te worden gevolgd.