direct naar inhoud van Artikel 22 Wonen - 2
Plan: Bezuidenhout
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0518.BP0204GBezuidenht-50VA

Artikel 22 Wonen - 2

22.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Wonen - 2' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. wonen,

en uitsluitend ter plaatse van de aanduiding:

  • b. 'atelier', gebruik ten behoeve van een atelier op de begane grond;
  • c. 'detailhandel'; gebruik ten behoeve van detailhandel op de begane grond;
  • d. 'dienstverlening', gebruik ten behoeve van dienstverlening op de begane grond;
  • e. 'kantoor'; gebruik ten behoeve van kantoor;
  • f. ''bedrijf', gebruik ten behoeve van bedrijven die behoren tot de categorieën A en B van de staat van bedrijfsactiviteiten bij functiemenging als opgenomen in bijlage 2 van de regels op de begane grond;
  • g. 'maatschappelijk' gebruik ten behoeve van een maatschappelijke functie, waaronder wordt begrepen:
    • 1. gezondheidszorg,
    • 2. verenigingsleven,
    • 3. zorg- en welzijnsinstelling;
  • h. 'garage', gebruik voor een garagebedrijf op de begane grond;
  • i. 'horeca 1' gebruik voor horeca in de categorie 'Licht' op de begane grond ;
  • j. 'horeca 2' gebruik voor horeca in de categorie 'Middelzwaar' op de begane grond;
  • k. 'horeca 3' gebruik voor horeca in de categorie 'Zwaar' op de begane grond;
  • l. 'seksinrichting', gebruik voor een seksinrichting,

één en ander met de daarbij behorende hoofdgebouwen, aan- en bijgebouwen, bouwwerken geen gebouw zijnde, wegen, groen, water en overige voorzieningen.

22.2 Bouwregels
22.2.1 Gebouwen

Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende regels:

  • a. de hoofdgebouwen moeten zich bevinden binnen het aangegeven bouwvlak.
  • b. de goot/hoogte van gebouwen, voorzover gelegen binnen het bouwvlak, mag niet meer bedragen dan op de plankaart staat aangegeven;
  • c. daar waar binnen de bestemming op de plankaart een maatvoeringsvlak met een percentage en een bouwhoogte staat vermeld, mag niet meer bebouwd worden tot het aangegeven percentage en niet hoger dan de aangegeven hoogte;
  • d. ter plaatse van het onder 'c' genoemde maatvoeringsvlak dient ter plaatse van de begrenzing met de bestemming Kantoor - 2, loodrecht op de Bezuidenhoutseweg een dove gevel te worden toegepast, zijnde een gevel waarin zich geen te openen delen bevinden en met een nen 5077 bedoelde karakteristieke geluidswering die ten minste gelijk is aan het verschil tussen de geluidsbelasting van die gevel en 33 dB(a);
  • e. in uitzondering op het voorgaande onder 'b' mag ter plaatse van de ‘specifieke bouwaanduiding - dakopbouw’ een dakopbouw van maximaal 3,5 m hoogte gebouwd worden, gemeten vanaf het bestaande dakvlak;
  • f. ter plaatse van de aanduiding 'onderdoorgang' dient een onderdoorgang ter breedte van de aanduiding in stand te worden gehouden en mag geen bebouwing worden opgericht tot de onderkant van de vloer van de eerste verdieping;
  • g. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm wonen-garageboxen' is het gebruik als garagebox ten behoeve van de stalling van voertuigen of het gebruik als berging toegestaan.
22.2.2 Aan- en bijgebouwen

Voor het bouwen van aan- en uitbouwen en (vrijstaande) bijgebouwen buiten het bouwvlak gelden de volgende regels:

  • a. de gezamenlijke oppervlakte aan aanbouwen en (vrijstaande) bijgebouwen buiten het bouwvlak mag niet meer bedragen dan 50% van het totale erf, met een maximum oppervlakte van 30 m2 per perceel;
  • b. de hoogte van een aanbouw of aangebouwd bijgebouw als bedoeld onder a mag niet meer bedragen dan 0,30 meter boven de vloer van de eerste verdieping van het hoofdgebouw;
  • c. de bouwhoogte van een vrijstaand bijgebouw als bedoeld onder a mag niet meer bedragen dan 4 m;
  • d. In uitzondering op het gestelde onder a zijn aan- en bijgebouwen ook toegestaan met een grotere omvang en/of hogere hoogte indien deze aanwezig waren op het tijdstip van de terinzagelegging van het ontwerp van dit bestemmingsplan en de omvang en hoogte niet wordt veranderd.
22.2.3 Bouwwerken geen gebouwen zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken geen gebouwen zijnde gelden de volgende regels:

  • a. de hoogte van bouwwerken geen gebouwen zijnde mag niet meer bedragen dan 3 meter;
  • b. het gestelde onder a is niet van toepassing op het plaatsen van masten en soortgelijke bouwwerken;
  • c. in afwijking van het gestelde onder a mag de hoogte van erf- en/of terreinafscheidingen niet meer bedragen dan:
    • 1. 1 meter, voorzover deze zich voor de voorgevel en het verlengde daarvan bevinden, en;
    • 2. 2 meter voorzover deze zich achter de voorgevel en het verlengde daarvan bevinden.