direct naar inhoud van 8.1 Behandeling ingekomen reacties
Plan: Wijndaelerplantsoen
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0518.BP0199AWndlrplnts-50VA

8.1 Behandeling ingekomen reacties

1. VROM Inspectie Regio Zuid-West

De VROM Inspectie Regio Zuid-Westheeft de volgende reactie (geciteerd).

"Op 20 november 2009 heb ik uw verzoek ontvangen om advies op grond van artikel 3.1.1 van het Besluit ruimtelijke ordening over het voorontwerpbestemmingsplan “Wijndaelerplantsoen”.

In de brief van 26 mei 2009 aan alle colleges van burgemeester en wethouders heeft de minister van VROM aangegeven over welke nationale belangen uit de Realisatieparagraaf Nationaal Ruimtelijk Beleid (RNRB, TK 2007-2008, 31500 nr. 1) gemeenten altijd vooroverleg moeten voeren met het Rijk. Gemeenten verzoeken zelf de afzonderlijke rijksdiensten om advies. De VROM-Inspectie coördineert vervolgens de rijksreactie over voorontwerpbestemmingsplannen, -projectbesluiten en –structuurvisies richting gemeenten.

Het bovengenoemde plan geeft de betrokken rijksdiensten geen aanleiding tot het maken van opmerkingen, gelet op de nationale belangen in de RNRB".

Reactie

Bovenstaande reactie is voor kennisgeving aangenomen.

2. Provincie Zuid-Holland

De Provincie Zuid-Holland heeft de volgende reactie (geciteerd).

“Ik heb kennis genomen van het bovengenoemde voorontwerpbestemmingsplan. Het plan geeft aanleiding tot de volgende reactie.

Het provinciale beoordelingskader is per 1 juli 2008 vormgegeven in interim-beleid, bestaande uit de streekplannen en de nota Regels voor Ruimte. Het plan is op een enkel punt niet conform dit beleid.

Water

Uit de plantoelichting blijkt niet of overleg heeft plaatsgevonden met de waterbeheerder. Aangegeven dient te worden hoe het advies van de waterbeheerder is verwerkt in de voorschriften en op de plankaart. Indien wordt afgeweken van het wateradvies dient daarvoor een motivering te worden opgenomen.

In de waterparagraaf stelt de gemeente dat uit de uitkomsten in de Watervisie blijkt, dat voor het Boezemgebied door middel van maatregelen anders dan het toevoegen van oppervlaktewater, het thema waterkwantiteit voldoende onder controle zal kunnen worden gehouden. Conform de nota Regels voor Ruimte dient voor stedelijke herstructureringsgebieden wel degelijk ruimte te worden gereserveerd voor open water ter compensatie van de toenemende verharding. Als provinciale richtlijn geldt een percentage van 10% van het bruto oppervlak. In overeenstemming met de waterbeheerder kan hiervan worden afgeweken. Alleen in die gevallen waar het voorkomen van negatieve effecten op de waterhuishouding niet mogelijk is en waar de planvorming maatschappelijk noodzakelijk wordt bevonden, is compensatie buiten het plangebied mogelijk. Compensatie en de financiering hiervan moeten bij deze plannen en besluiten een onlosmakelijk onderdeel van de besluitvorming vormen.

Conclusie

Het plan houdt op bovengenoemd punt onvoldoende rekening met het provinciaal belang. Ik verzoek u daarom het plan aan te passen.”

Reactie

Het Hoogheemraadschap heeft in de hierna volgende Bro-reactie aangegeven met het plan in te kunnen stemmen.

5. Hoogheemraadschap van Delfland

Het Hoogheemraadschap van Delfland heeft de volgende reactie (geciteerd):

"In het kader van artikel 3.1.1 van de Wro heeft u het Hoogheemraadschap van Delfland het voorontwerp bestemmingsplan Wijndaelerplantsoen in Den Haag toegezonden. U verzoekt Delfland in een reactie kenbaar te maken of met het bestemmingsplan kan worden ingestemd.

Wel instemmen

Delfland kan met het bestemmingsplan en de bijhorende waterparagraaf en plankaart instemmen. Aan alle aspecten die van belang zijn voor een goede waterhuishouding is invulling gegeven".

7. Hulpverleningsregio Haaglanden

De Hulpverleningsregio Haaglanden heeft de volgende reactie (geciteerd):

"Op 23 november 2009 ontving ik ter advisering van u het concept ontwerp bestemmingsplan Wijndaelerplantsoen. In reactie hierop bericht ik u dat de brandweer Haaglanden het bestemmingsplan op een aantal veiligheidsrelevanties heeft gescand.

In het kader van fysieke en externe veiligheid zijn binnen c.q. in de directe nabijheid van het plangebied geen risicobronnen gevonden op het gebied van:

- externe veiligheidsrelevante inrichtingen met betrekking tot kwetsbare en/of beperkt kwetsbare objecten;

- intensief meervoudig ruimte gebruik;

- transportroutes gevaarlijke stoffen (inclusief transport door buisleidingen)

Geconstateerd is dat het plangebied niet gevaarlijke stoffen, buisleidingen en/of geconcludeerd dat de uitvoering van noemenswaardige toename of afname van in het invloedsgebied ligt van transportroutes externe veiligheidsinrichtingen. Tevens is dit bestemmingsplan niet leidt tot een bestaande risico's.

De brandweer Den Haag en de Hulpverleningsregio Haaglanden hebben op basis van bovenstaande besloten geen specifieke adviezen uit te brengen met betrekking tot dit bestemmingsplan. Wel vraag ik graag uw aandacht voor het toetsen van bereikbaarheid en bestrijdbaarheid van incidenten conform het standaard programma van eisen inrichting openbare ruimte uit het Handboek openbare ruimte".

Reactie:

Bovenstaande reactie is voor kennisgeving aangenomen. Bij de inrichting van de openbare ruimte zal zorgvuldig aandacht worden besteed aan de bereikbaarheid en bestrijdbaarheid van incidenten.

9. Stedin B.V.

Stedin B.V.heeft de volgende reactie (geciteerd).

"Naar aanleiding van uw brief met betrekking tot het “artikel 3.1.1 Bro overleg Bestemmingsplan Wijndaelerplantsoen“ kunnen wij u meedelen dat wij, voor zover dat betrekking heeft op de openbare gas- en elektriciteitsvoorziening, in principe geen bezwaar hebben tegen dit plan.

Mogelijk zou er voor de energiebehoefte binnen dit bestemmingsplan rekening gehouden moeten worden met het stichten van een transformatorstation c.q. gasstation t.b.v. distributie van elektdciteit en/of gas.

Indien voor elektriciteit- en/of gasdistributienet bouwkundige voorzieningen, kabels en/of leidingen moeten worden gelegd, zullen de hieronder genoemde voorwaarden gelden.

1. De situering van een transformatorstation en/of gasstation dient zodanig te zijn, dat deze zoveel mogelijk langs de openbare weg is geplaatst, zodat te allen tijde vanaf de openbare weg de bereikbaarheid gewaarborgd is voor personeel en materieel.

2. Onder gasleidingen wordt verstaan de lage- en hogedrukgasleidingen die samen het gasdistributienet vormen, waarop de gasaansluitleidingen worden aangesloten. Op de gasleidingen zijn van toepassing de NEN 7244 met de normatieve verwijzingen.

3. Onder elektriciteitskabels wordt verstaan de middenspanning- en laagspanningskabels en de openbare verlichtingskabels, die samen het elektriciteitsnet vormen. Hierop zijn van toepassing de NEN 1738 en NEN 1739

4. De gasleidingen en of elektriciteitskabels dienen te liggen in voor de openbare dienst bestemde grond. De bestemming van deze grond moet zijn: trottoir, fietspad of eventuele groenstrook langs de straten en wegen.

5. Bij gasleidingen en/of elektridteitskabels in een groenstrook mag slechts laagblijvende ondiep wortelende beplanting worden aangebracht. Bij het projecteren van diepwortelende, tot grote omvang uitgroeiende struiken en bomen, dient minimaal een afstand ten opzichte van gasleidingen en elektriciteitskabels van 1,50 meter in acht worden genomen. Wortelgroei binnen het tracé van gasleidingen en elektriciteitskabels moet te allen tijde worden voorkomen, waar nodig door het aanbrengen van een verticaal scherm.

6. De grondsamenstelling van de kabel- en leidingstroken moet zodanig zijn dat de aanwezige kabels en leidingen zonder gevaar van aantasting en beschadiging kunnen worden gelegd en beheerd.

7. In een trottoir en/of fietspad moet de gasleiding en/of elektriciteitskabel liggen in een zandbed onder eenvoudig opneembaar doorlatend wegdek. Fundatiemateriaal met een grove korrel en/of agressieve eigenschappen kan in de kabel- en leidingstrook niet worden toegestaan, evenals PS - platen boven leidingen en kabels.

Wij vertrouwen erop u hiermede voldoende te hebben geïnformeerd".

Reactie:

Bovenstaande reactie is voor kennisgeving aangenomen.

11. N.V. Nederlandse Gasunie

N.V. Nederlandse Gasunieheeft de volgende reactie (geciteerd).

"Naar aanleiding van uw brief van 20 november jongstleden, waarmee u ons bovengenoemd voorontwerp bestemmingsplan in het kader van het vooroverleg zoals bedoeld in artikel 3.1.1 Bro deed toekomen, delen wij u het volgende mee.

Het voornoemde plan is door ons getoetst aan het toekomstig externe veiligheidsbeleid van het ministerie van VROM voor onze aardgastransportleidingen, zoals dat naar verwachting medio 2010 in werking zal treden middels de AMvB Buisleidingen. De circulaire “Zonering langs hoge druk aardgastransportleidingen uit 1984” zal dan komen te vervallen.

Op grond van deze toetsing komen wij tot de conclusie dat het plangebied buiten de 1% letaliteitgrens van onze dichtst bij gelegen leiding valt. Daarmee staat vast dat deze leiding geen invloed heeft op de verdere planontwikkeling.

Onder dankzegging voor de toezending, retourneren wij hierbij het voorontwerp bestemmingsplan".

Reactie:

Bovenstaande reactie is voor kennisgeving aangenomen.

15. Het bestuur van de Algemene Vereniging voor Natuurbescherming voor 's-Gravenhage e.o.

Het bestuur van de Algemene Vereniging voor Natuurbescherming voor 's-Gravenhage e.o.heeft de volgende reactie (geciteerd).

"In het kader van het vooroverleg ex artikel 3.1.1 van het Besluit ruimtelijke ordening ontving de AVN bij brief van 20 november 2009 ter beconimentariëring het concept ontwerpbestemmingsplan Wijndaelerplantsoen.

Voordat het Wijndaelerplantsoen om procedurele redenen uit het bestemmingsplan Waldeck werd gelicht, heeft de AVN een breed onderbouwde zienswijze ingediend tegen zowel het voorontwerp bestemmingsplan Waldeck als het ontwerp bestemmingsplan Waldeck. Respectievelijk bij brief van 16juli 2007 en 27juli 2008. Beide zienswijzes richtten zich specifiek op het Wijndaelerplantsoen dat toen nog onderdeel was van het bestemmingsplan Waldeck en het bezwaar van de AVN tegen de gevolgen van de bouwplannen voor het bos in het Wijndaelerplantsoen.

Daarnaast heeft de AVN in het bestemmingsplan-proces Waldeck haar bedenkingen geuit tegen de benaming van het bos als “groenstrook” en voorgesteld dat de gemeentelijke 5-bouwlagen ambitie niet toegepast zou moeten worden op waardevol groen langs doorgaande wegen zoals bij het Wijndaelerplantsoen. De AVN heeft haar bezwaar o.a. onderbouwd met de uitkomsten van het AVN-natuuronderzoek in het Wijndaelerplantsoen. Inmiddels is het bestemminsplan Waldeck vastgesteld.

Tot haar genoegen ziet de AVN in de tekst van het concept ontwerpbestemmingsplan Wijndealerplantsoen dat nu in behandeling is, dat de benaming “groenstrook” uit de teksten is verdwenen en dat de 5-bouwlagen ambitie niet zal worden toegepast op het bos van het Wijndaelerplantsoen.

De AVN heeft ook geen bezwaar meer tegen de ontwikkeling van een seniorencomplex in het Wijndaelerplantsoen. Na een jarenlang intensief overleg met belanghebbende partijen en de gemeente is in juni 2009 een compromis bereikt. Het bouwplan is aangepast. In plaats van ruim 300 bomen zullen nu 127 bomen gekapt worden en zijn er goede afspraken gemaakt over de inrichting van de openbare ruimte.

Voor de kap van 127 bomen is onlangs een kapvergunning verleend.

Een nieuw element in dit concept ontwerpbestemmingsplan Wijndaelerplantsoen in vergelijking met het eerder behandelde bestemmingsplan Waldeck, is de ontwikkeling van een transformatoronderstation voor Randstadrail. Het huidige station staat nu in een zeecontainer op de hoogte van het Wijndaelerplantsoen aan de rand van de Laan van Meerdervoort.

Dit plan verrast de AVN onaangenaam. Ook ten tijde van de behandeling van het bestenmmingsplan Waldeck was de aanleg van de Randstadrail al in volle gang en mag als bekend worden verondersteld dat de zeecontainer geen blijvende oplossing was. Toch is deze ontwikkeling niet opgenomen in eerdere versies van het bestemmingsplan Waldeck. Dat belemmert helderheid over de ontwikkelingen in het Wijndaelerplantsoen en dus een goede beoordeling van een bestemmingsplan zoals van Waldeck.

Als het transformatoronderstation in het bos van het Wijndaelerplantsoen komt, gaat dat zeker weer bomen kosten terwijl de AVN net de moeizame onderhandelingen over het aantal te kappen bomen in het bos van het Wijndaelerplantsoen heeft afgerond.

De AVN heeft meer tijd nodig om te onderzoeken hoe het plan voor het transformatoronderstation er precies uitziet, wat de consequenties zijn voor het bos en hoe een en ander past in de vigerende wetgeving, zoals de Boswet waar het Wijndaelerplantsoen onder valt. Zolang daar geen duidelijkheid over bestaat, tekent de AVN bezwaar aan tegen deze plotselinge nieuwe ontwikkeling in het bestemmingsplan Wijndaelerplantsoen".

Reactie:

Voor de bouw van het transformatoronderstation voor Randstadrail is op 7 februari 2007 een bouwvergunning verleend. Deze vergunning is inmiddels onherroepelijk en moet daarom worden opgenomen in dit bestemmingsplan. Bij het verlenen van deze vergunning is zeer veel aandacht besteed aan een juiste inpassing in de omgeving.