direct naar inhoud van Artikel 12 Algemene bouwregels
Plan: Wijndaelerplantsoen
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0518.BP0199AWndlrplnts-50VA

Artikel 12 Algemene bouwregels

  • a. Het bouwen mag niet plaatsvinden met overschrijding van de aangegeven bebouwings- of bestemmingsgrenzen, tenzij in de regels anders is bepaald.
  • b. Het verbod als bedoeld onder a geldt niet voor ondergeschikte bouwdelen, waaronder technische installaties en liftschachten, mits de overschrijding niet meer dan 1 m bedraagt en zich op een minimale hoogte van 2,40 m of, voor zover deze bebouwing boven een rijstrook is gelegen, zich op een minimale hoogte van 4,20 m bevindt.
  • c. Bij de tot het plan behorende geometrische bepaalde vlakken, waarbij een tot de aangewezen bestemming behorend bouwvlak is aangegeven, mag er binnen het betreffende bouwvlak in één laag beneden peil worden gebouwd.
  • d. Binnen de geometrisch bepaalde vlakken, welke onderdeel uitmaken van dit plan zijn bouwwerken ten behoeve van nutsvoorzieningen, zoals transformatorhuisjes, elektriciteitsvoorzieningen, het openbaar vervoer en/of het wegverkeer, met een maximale bouwhoogte van 3 m en een maximum bruto-vloeroppervlak tot 15 m2 toegestaan.
  • e. Ten behoeve van de bestemmingen, waarbij binnen een van dit plan deel uitmakend geometrisch bepaalde vlak een bouwperceel met een bouwvlak is opgenomen, zijn bouwwerken ten behoeve van de inzameling van afval toegestaan.
  • f. Bouwwerken geen gebouw zijnde welke op, over, onder of bij een weg worden gebouwd zijn toegestaan, voor zover het betreft:
    • 1. bouwwerken ten behoeve van de verkeersregeling, verkeersgeleiding, wegaanduiding en/of verlichting;
  • g. Binnen de geometrisch bepaalde vlakken welke onderdeel uitmaken van dit plan is straatmeubilair toegestaan;
  • h. Een ruimte voor het parkeren van een personenauto moet afmetingen hebben die zijn afgestemd op gangbare personenauto's. Aan deze eis wordt geacht te zijn voldaan:
  • 1. indien de afmetingen van een parkeerruimte voor een personenauto ten minste 1,80 m bij 5,00 m en ten hoogste 3,25 m bij 6,00 m bedraagt, uitgaande van langsparkeren en ten minste 2,40 m bij 5,00 m in geval van haaks parkeren;
  • 2. indien de afmetingen van een gereserveerde parkeerruimte voor een gehandicapte, voor zover die ruimte niet in de lengterichting aan trottoir grenst, ten minste 3,50 m bij 5,00 m bedraagt.