direct naar inhoud van Hoofdstuk 6 Economische uitvoerbaarheid
Plan: Scheveningen Dorp
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0518.BP0186DSchevenDrp-50VA

Hoofdstuk 6 Economische uitvoerbaarheid

Het voorliggende bestemmingsplan vormt in hoofdzaak een nieuwe juridisch-planologische regeling voor een bestaande situatie. Deze regeling gaat in hoofdzaak uit van consolidering van deze situatie. Het bestemmingsplan is daarmee economisch uitvoerbaar. Daarnaast bevat het bestemmingsplan een aantal concrete ontwikkelingen. Voor die ontwikkelingen is beoordeeld of er sprake is van een bouwplan als bedoeld in art.6.2.1 van het Besluit ruimtelijke ordening, zie kader.

Als bouwplan als bedoeld in artikel 6.12, eerste lid, van de wet, wordt aangewezen een bouwplan voor:
- de bouw van een of meer woningen;
- de bouw van een of meer andere hoofdgebouwen;
- de uitbreiding van een gebouw met ten miste 1.000 m2 bruto vloeroppervlakte met met één of meer woningen;
- de verbouwing van een of meer aangesloten gebouwen die voor andere doeleinden in gebruik of ingericht waren, voor woondoeleinden, mits ten minste 10 woningen worden gerealiseerd;
- de verbouwing van één of meer aaneengesloten gebouwen, die voor andere doeleinden in gebruik of ingericht waren, voor detailhandel, dienstverlening, kantoor of horecadoeleinden, mits de cumulatieve oppervlakte van de nieuwe functies tenminste 1.500 m² bruto vloeroppervlakte bedraagt;
- de bouw van kassen met een oppervlakte van tenminste 1.000 m2  

Afdeling 6.2 Grondexploitatie, Artikel 6.2.1 Bro

Indien sprake is van een bouwplan zoals bedoeld in art. 6.12 Wro is de gemeente verplicht een exploitatieplan op te stellen, tenzij kostenverhaal anderszins verzekerd is. Dit kan via:

  • een gemeentelijke grondexploitatie, waarbij sprake moet zijn van gemeentelijke gronduitgifte;
  • meerwaardesuppletie via de erfpachtcanon;
  • een anterieure overeenkomst met de eigenaar over de ontwikkeling.

Per ontwikkeling wordt ingegaan op de relatie met bovengenoemde wetgeving.


Herstructurering Postkantoorlocatie

De herstructurering van de postkantoorlocatie wordt in het ontwerp bestemmingsplan mogelijk gemaakt. Met de eigenaar van deze kavel (TNT) worden op dit moment onderhandelingen gevoerd, teneinde een anterieure overeenkomst af te sluiten voor de vaststelling van het bestemmingsplan.


Parkeergarage Badhuiskade

De parkeergarage betreft een bouwplan in de zin van de Grondexploitatiewet. Het kostenverhaal is in dit geval echter anderszins verzekerd middels de uitgifte van een recht van opstal.


Rusthoekstraat 38 / Scheveningseweg 200

De ontwikkeling betreft de uitbreiding van een zorginstelling met aanleunwoningen op grond in particulier eigendom. De ontwikkeling wordt mogelijk gemaakt via een in het bestemmingsplan opgenomen wijzigingsbevoegdheid. De verplichting tot het verzekeren van kostenverhaal doet zich te zijner tijd voor bij de toepassing van de wijzigingsbevoegdheid.


Symonszstraat/Kanaalweg

De ontwikkeling betreft een functiewijziging van bedrijfsbestemming naar wonen en kinderopvang. Er is geen sprake van uitbreiding ten opzichte van de in het vigerende bestemmingsplan toegestane mogelijkheden. Er bestaat geen verplichting tot kostenverhaal omdat de ontwikkeling niet aangemerkt wordt als bouwplan als omschreven in art. 6.2.1 van het Besluit ruimtelijke ordening.


Pansierstraat 14

Voormalig kerkgebouw wordt verbouwd tot 1 of 2 woningen. Er bestaat geen verplichting tot kostenverhaal omdat de ontwikkeling niet aangemerkt wordt als bouwplan als omschreven in art. 6.2.1 van het Besluit ruimtelijke ordening.


Jacob Pronkstraat 6. Voormalige bedrijfsruimte.

Het betreft het gedeeltelijk inwendig en uitwendig veranderen van de begane grond van het kantoor en het wijzigen van de bestemming in wonen (6 woningen). Er bestaat geen verplichting tot kostenverhaal omdat de ontwikkeling niet aangemerkt wordt als bouwplan als omschreven in art. 6.2.1 van het Besluit ruimtelijke ordening.


Vernieuwing rioolgemaal

Er is sprake van vernieuwing van het rioolgemaal op een andere locatie. Tussen de aanvrager en de stedenbouwkundige is overeenstemming bereikt over de stedenbouwkundige randvoorwaarden waarbinnen de ontwikkeling moet plaatsvinden. Er is sprake van de bouw van een bouwplan volgens art. 6.2.1 van het Besluit ruimtelijke ordening. In dit geval hoeft echter geen exploitatieplan opgesteld te worden omdat de grond vol in eigendom is van de gemeente. Daarmee is gemeentelijk kostenverhaal, voor zover van toepassing, verzekerd.