direct naar inhoud van Artikel 6 Gemengd - 2
Plan: Scheveningen Dorp
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0518.BP0186DSchevenDrp-50VA

Artikel 6 Gemengd - 2

6.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Gemengd - 2' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. culturele voorzieningen;
  • b. publieksgerichte dienstverlening, uitsluitend op de begane grond;
  • c. welzijnsvoorzieningen;
  • d. wonen, uitsluitend op de verdiepingen;

en ter plaatse van de aanduiding:

één en ander met de daarbij behorende gebouwen, bouwwerken geen gebouw zijnde, wegen, groen, water en overige voorzieningen.

6.2 Bouwregels
6.2.1 Hoofdgebouwen

Voor het bouwen van hoofdgebouwen gelden de volgende regels:

  • a. hoofdgebouwen moeten binnen het bouwvlak worden gebouwd;
  • b. de goot- en bouwhoogte van hoofdgebouwen bedraagt niet meer dan op de verbeelding is aangegeven;
  • c. in uitzondering hierop mag ter plaatse van de ‘specifieke bouwaanduiding - dakopbouw’ een extra bouwlaag van maximaal 3,5 m hoogte en terras gebouwd worden.
6.2.2 Aan-, uit-, bijgebouwen en overkappingen

Voor het bouwen van aan-, uit-, bijgebouwen en overkappingen gelden de volgende regels:

  • a. aan-, uit-, bijgebouwen en overkappingen mogen zowel binnen als buiten het bouwvlak worden gebouwd;
  • b. de bouwhoogte van aan- en uitbouwen bedraagt ten hoogste de hoogte van de eerste bouwlaag van het hoofdgebouw waaraan wordt aangebouwd vermeerderd met 0,3 m;
  • c. de bouwhoogte van bijgebouwen en overkappingen bedraagt ten hoogste 3,5 m;
  • d. de diepte van aan- en uitbouwen vanaf de gevel van het hoofdgebouw waaraan ze gebouwd worden mag niet meer dan 2,5 meter bedragen;
  • e. de maximum oppervlakte aan aan-, uit en bijgebouwen mag buiten het bouwvlak niet meer dan 15 m2 (vergunningplichtig) en niet meer dan 50% van het bouwperceel bedragen.
6.2.3 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Bouwwerken geen gebouwen zijnde mogen zowel binnen als buiten het bouwvlak worden gebouwd. De bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, bedraagt maximaal:

  • a. voor erf- en terreinafscheidingen voor de voorgevelrooilijn en het verlengde daarvan ten hoogste 1 m;
  • a. voor erf- en terreinafscheidingen achter de voorgevelrooilijn en het verlengde daarvan ten hoogste 2 m;
  • b. voor overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten hoogste 3 m.