direct naar inhoud van Artikel 3 Bedrijf
Plan: Scheveningen Dorp
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0518.BP0186DSchevenDrp-50VA

Artikel 3 Bedrijf

3.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Bedrijf' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. bedrijfsmatige activiteiten behorend tot de categorieën A en B van bijgevoegde Staat van Bedrijfsactiviteiten functiemenging;

en ter plaatse van de aanduiding:

  • b. 'brandweerkazerne' tevens voor een brandweerkazerne;
  • c. 'nutsvoorziening' uitsluitend voor een transformatorstation;
  • d. 'wonen' tevens voor woningen;

één en ander met de daarbij behorende gebouwen, bouwwerken geen gebouw zijnde, wegen, groen, water en overige voorzieningen, alsmede de daarbijbehorende kantoren en detailhandel.

3.2 Bouwregels
3.2.1 Hoofdgebouwen

Voor het bouwen van hoofdgebouwen gelden de volgende regels:

  • a. hoofdgebouwen moeten binnen het bouwvlak worden gebouwd;
  • b. de goot- en bouwhoogte van hoofdgebouwen bedraagt niet meer dan op de verbeelding is aangegeven;
3.2.2 Bijgebouwen

Voor het bouwen van bijgebouwen gelden de volgende regels:

  • a. bijgebouwen mogen zowel binnen als buiten het bouwvlak worden gebouwd;
  • b. de maximum oppervlakte mag buiten het bouwvlak niet meer dan 30 m2 (vergunningplichtig) bedragen;
  • c. de bouwhoogte bedraagt ten hoogste 3 m.
3.2.3 Bouwwerken geen gebouwen zijnde

Bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mogen zowel binnen als buiten het bouwvlak worden gebouwd. De bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde bedraagt:

  • a. voor erf- en/of terreinafscheidingen 2 meter;
  • b. voor overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, 3,5 meter.
3.3 Specifieke gebruiksregels
  • a. detailhandel is toegestaan als ondergeschikte nevenactiviteit van ter plaatse vervaardigde, bewerkte of herstelde goederen;
  • b. ten hoogste 50% van het bedrijfsvloeroppervlak van een bedrijf mag worden benut ten behoeve van kantoren behorende bij dit bedrijf, zulks met een maximum van 2.000 m2. Zelfstandige kantoren zijn niet toegestaan.
3.4 Afwijken van de gebruiksregels

Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in lid 1:

  • a. opdat niet in de Staat van Bedrijfsactiviteiten functiemenging voorkomende bedrijven eveneens kunnen worden toegelaten, voor zover deze bedrijven naar hun aard en milieuhygiënische invloed op de omgeving gelijk gesteld kunnen worden met wel in voornoemde staat opgenomen bedrijven;
  • b. ten behoeve van bedrijven behorende tot categorie C van de Staat van Bedrijfsactiviteiten functiemenging, voor zover deze bedrijven qua aard en omvang en invloed op het milieu gelijk te stellen zijn met bedrijven uit een lagere milieucategorie.