direct naar inhoud van Artikel 22 Wonen - 3
Plan: Ypenburg
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0518.BP0183HYpenburg-51VA

Artikel 22 Wonen - 3

22.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Wonen - 3' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. wonen,

een en ander met de daarbij behorende hoofdgebouwen, aan- en bijgebouwen, bouwwerken geen gebouw zijnde, wegen, groen, water en overige voorzieningen.

22.2 Bouwregels
22.2.1 Gebouwen

Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende regels:

  • a. hoofdgebouwen moeten zich bevinden binnen het op de plankaart aangegeven bouwvlak;
  • b. indien op de plankaart een bebouwingspercentage is opgenomen, mag dit bebouwingspercentage niet overschreden worden;
  • c. de bouwhoogte van gebouwen mag niet meer bedragen dan staat aangegeven op de plankaart;
22.2.2 Aan- en bijgebouwen

Voor het bouwen van aanbouwen en vrijstaande bijgebouwen buiten het bouwvlak gelden de volgende regels:

  • a. het gezamenlijke oppervlak van aan- en bijgebouwen mag niet meer bedragen dan 50% van het achtererfgebied;
  • b. de gezamenlijke oppervlakte aan vrijstaande bijgebouwen mag niet meer bedragen dan 40 m2 per perceel;
  • c. vrijstaande bijgebouwen dienen te worden gerealiseerd op het achtererfgebied en de afstand van vrijstaande bijgebouwen tot aan het hoofdgebouw dient tenminste 4 meter te bedragen;
  • d. de bouwhoogte van een vrijstaand bijgebouw als bedoeld onder a mag niet meer bedragen dan 3 meter;
  • e. de diepte van een aanbouw op het achtererf mag niet meer bedragen dan 3 meter gemeten vanuit de achtergevel van het hoofdgebouw;
  • f. de hoogte van een aanbouw mag niet meer bedragen dan 0,30 meter boven de vloer van de eerste verdieping van het hoofdgebouw;
  • g. In uitzondering op het gestelde onder a t/m f, zijn aan- en bijgebouwen ook toegestaan ingeval van een afwijkende situering en/of met een afwijkende oppervlakte, diepte of bouwhoogte, indien deze aanwezig waren op het tijdstip van de terinzagelegging van het ontwerp van dit bestemmingsplan en de omvang en situering ervan niet wordt veranderd.
22.2.3 Bouwwerken geen gebouwen zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken geen gebouwen zijnde gelden de volgende regels:

  • a. de bouwwerken geen gebouwen zijnde mogen zowel binnen als buiten het bouwvlak worden gebouwd.
  • b. de hoogte van bouwwerken geen gebouwen zijnde mag niet meer bedragen dan 3 meter.
  • c. het gestelde onder b is niet van toepassing op het plaatsen van masten en soortgelijke bouwwerken.
  • d. in uitzondering op het gestelde onder b mag de hoogte van erf- en/of terreinafscheidingen niet meer bedragen dan:
    • 1. 1 meter, voorzover deze zich voor de voorgevel en het verlengde daarvan bevinden, en;
    • 2. 2 meter voorzover deze zich achter de voorgevel en het verlengde daarvan bevinden;
22.3 Afwijken van de bouwregels

Het bevoegd gezag kan afwijken toestaan van:

  • a. lid 22.2.1, onder c ten behoeve van borstweringen en andersoortige uit architectonische of esthetische overwegingen voorgestane dakelementen, waaronder kroonlijsten e.d. tot een maximum hoogte van 1,5 m.