direct naar inhoud van Artikel 22 Waarde - cultuurhistorie
Plan: Schilderswijk
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0518.BP0174ESchildersw-70OH

Artikel 22 Waarde - cultuurhistorie

22.1 Bestemmingsomschrijving

De voor Waarde - cultuurhistorie aangewezen gronden zijn, behalve voor de daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor het behoud en bescherming van de (cultuurhistorische) waarden van het rijksbeschermd stadsgezicht, zoals beschreven in de toelichting op het aanwijzingsbesluit, opgenomen in Bijlage 4 van het plan.

22.2 Bouwregels

Voor het bouwen binnen de bestemming Waarde - cultuurhistorie gelden de volgende regels:

  • a. het bouwen binnen de grenzen van het rijksbeschermd stadsgezicht moet plaatsvinden met inachtneming van de cultuurhistorische waarden als bedoeld in het eerste lid;
  • b. het bepaalde onder a geldt niet voor bouwplannen die (mede) ten doel hebben het herstel van de oorspronkelijke waarden van de betreffende bouwwerken;
  • c. het bepaalde onder a heeft, bij strijdigheid daarmee, voorrang op de bouwregels van de bestemming die met de bestemming Waarde - cultuurhistorie samenvalt en op de algemene bouw- en afwijkingsregels;
  • d. het bepaalde onder a geldt niet indien strikte toepassing ervan zou leiden tot een onevenredige aantasting van de gebruiks- en bebouwingsmogelijkheden van de gronden en bouwwerken en nadat hierover advies is ingewonnen van de monumentencommissie.
22.3 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken of werkzaamheden
  • a. Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning in het gebied dat op de plankaart voor Waarde - cultuurhistorie is aangewezen de buitenkant van gevels en muren die vanaf de openbare weg zichtbaar zijn te pleisteren of op soortgelijke wijze te behandelen.
  • b. De werken en/of werkzaamheden als bedoeld onder a zijn slechts toegestaan als zij de cultuurhistorische waarden als bedoeld in het eerste lid niet onevenredig schaden of als deze door het stellen van voorwaarden bij het verlenen van een omgevingsvergunning kunnen worden veiliggesteld.
  • c. Het verbod als bedoeld onder a is niet van toepassing voor zover de werken en/of werkzaamheden:
    • 1. hetzij noodzakelijk zijn en niet afwijken van het normale beheer, onderhoud of gebruik;
    • 2. hetzij ten dienste staan van de instandhouding of voltooiing van werken die op het tijdstip van de terinzagelegging van het ontwerp van dit plan reeds bestaan of in uitvoering zijn genomen dan wel geacht moeten worden te bestaan of in uitvoering te zijn genomen;
    • 3. hetzij van zeer ondergeschikte betekenis zijn.