direct naar inhoud van Artikel 17 Waarde - Archeologie
Plan: Transvaal
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0518.BP0156ETransvaal-70OH

Artikel 17 Waarde - Archeologie

17.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Waarde - Archeologie' aangewezen gronden zijn, behalve voor de daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor het behoud en bescherming van de archeologische waarden, één en ander met de daarbij behorende bouwwerken geen gebouw zijnde, wegen, groen, water en overige voorzieningen.

17.2 Bouwregels

Voor het bouwen binnen de bestemming 'Waarde - Archeologie' als bedoeld in lid 17.1 gelden de volgende regels:

  • a. ten dienste van de primaire bestemming zijn uitsluitend bouwwerken geen gebouwen zijnde toegestaan;
  • b. in afwijking van het bepaalde in de bouwregels van de onderliggende bestemming(en) is het, ter plaatse van de samenvallende bestemming 'Waarde - Archeologie', niet toegestaan om ten behoeve van de onderliggende bestemming(en) gebouwen en/of bouwwerken geen gebouwen zijnde op te richten met een grondroering met een diepte van meer dan 0,50 m, die een oppervlakte van meer dan 50 m2 omvatten
  • c. het onder b genoemde verbod is niet van toepassing op vervanging van bestaande bouwwerken, waarbij de oppervlakte niet wordt uitgebreid en de bestaande fundering wordt benut.
17.3 Nadere eisen

Het bevoegd gezag is bevoegd nadere eisen te stellen ten aanzien van de situering van bouwwerken, de inrichting en het gebruik van gronden, indien uit onderzoek is gebleken dat ter plaatse behoudens- en beschermingswaardige waarden aanwezig zijn.

17.4 Afwijken van de bouwregels

Het bevoegd gezag is bevoegd een afwijking te verlenen van het bepaalde in lid 17.2 onder b onder de voorwaarden dat:

  • a. het bouwen van gebouwen/bouwwerken geen gebouwen zijnde geen afbreuk doet aan het behoud en de bescherming van de waarde(n);
  • b. hieromtrent vooraf schriftelijk advies wordt ingewonnen bij het bevoegd gezag op het terrein van de archeologie;
  • c. de bij de onderliggende bestemming(en) gegeven regels in acht worden genomen.
17.5 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
  • a. Voor het uitvoeren van werken of werkzaamheden op of in de voor 'Waarde-archeologie' bestemde gronden die een diepte van meer dan 50 cm overschrijden dient een omgevingsvergunning te worden aangevraagd. Het betreft de volgende werken en werkzaamheden:
    • 1. het wijzigen van het maaiveldniveau door middel van het verlagen, afgraven of egaliseren van grond waarvoor geen ontgrondingsvergunning is vereist;
    • 2. het aanleggen en verbreden van sloten, vijvers en andere wateren;
    • 3. het aanbrengen van ondergrondse transport-, energie-, telecommunicatie- of andere leidingen en de daarmee verband houdende constructies.

  • b. Het vereiste van het verkrijgen van een omgevingsvergunning is niet van toepassing op werken of werkzaamheden welke:
    • 1. het normale onderhoud en/of gebruik betreffen;
    • 2. worden uitgevoerd in bestaande weg- en leidingcunetten;
    • 3. reeds in uitvoering zijn, dan wel krachtens een verleende vergunning reeds mogen worden uitgevoerd op het tijdstip van het van kracht worden van dit plan.

  • c. De aanvrager van een omgevingsvergunning, als bedoeld in lid a dient bij het indienen van de aanvraag een rapport over te leggen waarin de archeologische waarde van het terrein, dat blijkens de aanvraag zal worden verstoord, naar het oordeel van het bevoegd gezag, in voldoende mate is vastgesteld.

  • d. Aan de omgevingsvergunning kunnen in het belang van archeologische monumentenzorg voorschriften worden verbonden. Deze kunnen onder meer betrekking hebben op:
    • 1. de verplichting tot het treffen van technische maatregelen waardoor monumenten in de bodem kunnen worden behouden;
    • 2. de verplichting tot het doen van opgravingen; of
    • 3. de verplichting de activiteit die tot bodemverstoring leidt, te laten begeleiden door een deskundige op het terrein van de archeologische monumentenzorg die voldoet aan door het bevoegd gezag bij de omgevingsvergunning te stellen kwalificaties.