Artikel 19 Algemene ontheffingsregels
19.1 Ontheffing algemene bouwregels
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd ontheffing te verlenen van het bepaalde in de artikel 17 onder a ten behoeve van:
-
a. erkers, balkons, galerijen, buitentrappen, luifels en soortgelijke bouwwerken;
-
b. beneden peil gelegen ruimten ruimtes in één laag, voor zover gelegen buiten een bouwvlak;
-
c. geringe afwijkingen van bestemmingsgrenzen, die in het belang zijn voor een meer verantwoorde ruimtelijke of technische plaatsing van bouwwerken of die noodzakelijk zijn in verband met de werkelijke toestand van het terrein tot een maximum van 3 m;
-
d. glas-, papier- en kledingcontainers, al dan niet beneden peil gelegen;
-
e. kunst- en reclameobjecten;
19.2 Ontheffing algemene gebruiksregels
Burgemeester en wethouders verlenen ontheffing van het bepaalde in artikel 18 onder a, wanneer strikte toepassing daarvan leidt tot een beperking van het meest doelmatige gebruik, die niet door dringende redenen wordt gerechtvaardigd.
19.3 Ontheffing overige regels
Burgemeester en wethouders kunnen voorts ontheffing verlenen van het bepaalde in de regels ten behoeve van:
-
a. een speeltoestel, waarvan de hoogte, gemeten vanaf de voet, niet meer dan 3 m bedraagt;
-
b. voor het bouwen van bouwwerken ten behoeve van mobiele communicatie;
-
c. een elektronische sirene ten behoeve van het waarschuwen van de bevolking bij calamiteiten of dreiging daarvan, alsmede de daarbij behorende bevestigingsconstructie;
-
d. bouwwerken, geen gebouw zijnde, zoals gedenktekens, plastieken, keermuren, geluidwerende voorzieningen, steigers, duikers en andere waterstaatkundige werken;
-
e. het afwijken van voorgeschreven maten ten aanzien van dakhellingen, goothoogten, bouwhoogten, perceelgrensafstanden, en bebouwde oppervlakten met maximaal 15%;
-
f. het in geringe mate, doch niet meer dan 3 m afwijken van het profiel van een straat, alsmede van de vorm van bouwvlakken en van door hoogtegrenzen omkaderde vlakken, voor zover dat wenselijk is voor de goede uitvoering van het plan;
-
g. bouwwerken ten dienste van nutsvoorzieningen, zoals transformatorhuisjes, elektriciteitsvoorzieningen, het openbaar vervoer en/of het wegverkeer, welke niet voldoen aan het gestelde in artikel 17 onder d met een maximale bouwhoogte van 5 m en een maximum bruto-vloeroppervlak tot 30 m2;
-
h. het verhogen van de maximum bouwhoogte, dan wel het toegestane aantal bouwlagen met 3,5 m, respectievelijk een extra bouwlaag, ingeval de stedenbouwkundige situatie een meer intensieve bebouwing toelaat.
19.4 Voorwaarde
Burgemeester en wethouders verlenen uitsluitend ontheffing indien:
-
a. de gebruiks- en bebouwingsmogelijkheden van aangrenzende gronden en de zich daarop bevindende opstallen niet onevenredig worden geschaad;
-
b. op andere gronden dan die waarop de aanvraag betrekking heeft niet een situatie ontstaat die in strijd is met bij of krachtens de wet voorgeschreven bepalingen en/of met de regels van dit plan.