Type plan: | bestemmingsplan |
---|---|
Naam van het plan: | Bestemmingsplan Achterwillensweg 132-134 |
Status: | vastgesteld |
Plan identificatie: | NL.IMRO.0513.1802BPAchter132134-DF01 |
6.1 | Bestemmingsomschrijving | ||
6.1.1 | De voor Wonen aangewezen gronden zijn bestemd voor
: | ||
a. | wonen; | ||
b. | tuinen en erven; | ||
c. | aan de functie onder a gebonden parkeervoorzieningen; | ||
d. | groenvoorzieningen en water. | ||
e. | waterberging ter plaatse van de functieaanduiding ‘Waterberging’ | ||
6.2 | Bouwregels | ||
6.2.1 | Op de in lid 1 bedoelde gronden mogen uitsluitend bouwwerken ten dienste van de bestemming worden gebouwd, met dien verstande, dat: | ||
a. | hoofdgebouwen uitsluitend mogen worden gebouwd binnen de op de kaart aangegeven bouwvlakken; | ||
b. | indien binnen een bouwvlak de aanduiding "maximale bebouwingspercentage" is opgenomen, de maximale oppervlakte aan bebouwing binnen het bouwvlak niet meer mag bedragen dan aangegeven op de kaart; | ||
c. | de goothoogte van gebouwen binnen het bouwvlak niet meer mag bedragen dan 6 m, tenzij op de kaart binnen een bouwvlak, of een gedeelte daarvan, anders is aangegeven; | ||
d. | de hoogte van gebouwen binnen het bouwvlak niet meer mag bedragen dan 11 m, tenzij, op de kaart binnen een bouwvlak, of een gedeelte daarvan, anders is aangegeven; | ||
e. | Bijbehorende bouwwerken mogen worden gebouwd mits: | ||
- | de gronden buiten het bouwvlak voor tenminste 50% onbebouwd blijven en; | ||
- | de goothoogte niet meer bedraagt dan de hoogte van de eerste bouwlaag van het hoofdgebouw en; | ||
- | de hoogte niet meer bedraagt dan 3,5 m en; | ||
- | de diepte niet meer bedraagt dan 3 m, gemeten uit de
achter- en of zijgevelbouwgrens ; | ||
- | het gezamenlijke grondoppervlak aan bijbehorende bouwwerken bij vrijstaande of halfvrijstaande woningen niet meer bedraagt dan 100 m²; | ||
- | het gezamenlijke grondoppervlak aan bijbehorende bouwwerken bij vrijstaande of halfvrijstaande woningen niet meer bedraagt dan 200 m2, indien de perceelsoppervlakte meer dan 1000 m2 bedraagt en: | ||
- | voor zover de bestaande maatvoering van bijbehorende bouwwerken afwijkt van het bepaalde in dit lid, is de bestaande maatvoering de maximale maatvoering; | ||
- | ze zijn gesitueerd op het zij- en achtererf op een afstand van minimaal 1 m uit (het verlengde van) de voorgevel van het hoofdgebouw; | ||
f. | de hoogte van erf- en terreinafscheidingen achter de voorgevelrooilijn niet meer mag bedragen dan 2 m en voor de voorgevelrooilijn niet meer mag bedragen dan 1 m; | ||
g. | de hoogte van een pergola niet meer bedragen dan 2,50 m; | ||
h. | de hoogte van bouwwerken, geen gebouw zijnde niet meer mag bedragen dan 3 m. | ||
i. | er per bestemmingsvlak één woning gebouwd mag worden. | ||
j. | er per bestemmingsvlak ter plaatse van de functieaanduiding ‘Waterberging’ 30 m2 compenserend water wordt aangelegd. | ||
6.2.2 | Voor het bouwen gelden de aanduidingen op de kaart en de volgende regels: | ||
- | indien op de kaart binnen een bestemmingsvlak bouwvlakken zijn aangegeven, zijn hoofdgebouwen uitsluitend toegestaan binnen de op de kaart aangegeven bouwvlakken; | ||
- | de inhoud van nieuw te bouwen hoofdgebouwen mag niet meer dan 700m3bedragen; | ||
- | indien op de kaart binnen een bestemmingsvlak geen bouwvlakken zijn aangegeven, dient de voorgevel van het hoofdgebouw in of ten hoogste 3 m achter en evenwijdig aan de voorgevellijn zoals aangegeven op de kaart, te worden gebouwd. | ||
6.3 | Nadere eisen | ||
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd nadere eisen te stellen ten aanzien van de goothoogte van bijgebouwen ten opzichte van de aangrenzende percelen, waarbij de maximaal toegestane goothoogte met 1 meter kan worden verlaagd indien dit ter voorkoming van onevenredige hinder voor omwonenden (schaduwwerking of privacy) noodzakelijk wordt geacht. | |||
6.4 | Afwijking van de bouwregels | ||
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd een omgevingsvergunning te verlenen in afwijking van: | |||
a. | het bepaalde in lid 6.2.1 onder e voor het bouwen van een kap op een bijgebouw waarbij de hoogte van het bijgebouw niet meer mag bedragen dan 6 m en de bouwmogelijkheid niet leidt tot een onevenredige hinder voor omwonenden (schaduwwerking of privacy). | ||
6.5 | Specifieke gebruiksregels | ||
Onder strijdig gebruik als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c van de Wabo, wordt niet verstaan het medegebruik van woningen en/of bijgebouwen als praktijkruimte voor beroepsmatige activiteiten en bedrijfsmatige activiteiten die in de van deze regels deel uitmakende bijlage Staat van bedrijfsactiviteiten zijn aangeduid als categorie 1, mits: | |||
a. | de woonfunctie in overwegende mate blijft gehandhaafd, waarbij geldt dat de brutovloeroppervlakte gebruikt voor beroepsmatige en bedrijfsmatige activiteiten niet meer mag bedragen dan 35% van de woning met een maximum van 50 m²; | ||
b. | geen afbreuk wordt gedaan aan het woon- en leefmilieu in de omgeving; | ||
c. | in de omgeving geen onevenredige toename van de verkeersbelasting optreedt; | ||
d. | er wordt voorzien in voldoende parkeerruimte op eigen terrein; | ||
e. | de beroepsmatige activiteiten geschieden door degene die op het perceel woonachtig is; | ||
f. | er, behoudens een beperkte kleinschalige verkoop in direct verband met de beroepsmatige activiteiten, geen detailhandel plaatsvindt. | ||
6.6 | Afwijking van de gebruiksregels | ||
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd een omgevingsvergunning te verlenen in afwijking van lid 6.5 voor het medegebruik van woningen en/of aangebouwde bijgebouwen ten behoeve van bedrijfsmatige activiteiten die in de van deze regels deel uitmakende bijlage Staat van bedrijfsactiviteiten zijn aangeduid als categorie 2, mits: | |||
a. | de woonfunctie in overwegende mate blijft gehandhaafd, waarbij geldt dat de brutovloeroppervlakte gebruikt voor bedrijfsmatige activiteiten niet meer mag bedragen dan 35% van de woning met een maximum van 50 m²; | ||
b. | geen afbreuk wordt gedaan aan het woon- en leefmilieu in de omgeving; | ||
c. | in de omgeving geen onevenredige toename van de verkeersbelasting optreedt; | ||
d. | er wordt voorzien in voldoende parkeerruimte op eigen terrein; | ||
e. | de bedrijfsuitoefening geschiedt door degene die op het perceel woonachtig is; | ||
f. | er, behoudens een beperkte kleinschalige verkoop in direct verband met de bedrijfsmatige activiteiten, geen detailhandel plaatsvindt; | ||