Type plan: bestemmingsplan
Naam van het plan: Bestemmingsplan Achterwillensweg 132-134
Status: vastgesteld
Plan identificatie: NL.IMRO.0513.1802BPAchter132134-DF01

Artikel 1 Begrippen

 
In deze regels wordt verstaan onder:
 
 
 
1.1
Aanduiding
 
een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels, regels worden gegeven ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden;
 
 
1.2
Aanduidingsgrens
 
de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft;
  
1.3
Aan-huis-gebonden beroep
 
een dienstverlenend beroep, dat in een woning door de bewoner wordt uitgeoefend, waarbij de woning in overwegende mate haar woonfunctie behoudt en dat een ruimtelijke uitstraling heeft die met de woonfunctie in overeenstemming is;
 
 
1.4
Achtererf
 
de gronden die behoren bij het hoofdgebouw en gelegen zijn achter de achtergevellijn van het hoofdgebouw of achter de denkbeeldige lijn van het verlengde daarvan;
 
 
1.5
Antennedrager
 
antennemast of andere constructie bedoeld voor de bevestiging van een antenne;
 
1.6
Antenne-installatie
 
installatie bestaande uit een antenne, een antennedrager, de bedrading en de al dan niet in een techniekkast opgenomen apparatuur, met de daarbij behorende bevestigingsconstructie;
 
 
1.7
Archeologische waarde
 
de aan een gebied toegere­kende waarde in verband met de kennis en de studie van de in dat gebied voorkomende overblijfselen van menselijke aanwezigheid of activiteit uit oude tij­den;
 
 
1.8
Bebouwing
 
één of meer gebouwen en/of bouwwerken, geen gebouwen zijnde;
 
 
1.9
Bebouwingspercentage
 
de oppervlakte van de bebouwing binnen een bebouwingsvlak, uitgedrukt in een percentage van de oppervlakte van dat vlak;
  
1.10
Bedrijfsmatige activiteiten in of bij een woning
 
het bedrijfsmatig verlenen van diensten - geen detailhandelbedrijf zijnde - en ambachtelijke bedrijvigheid geheel of overwegend door middel van handwerk, waarbij de aard (qua milieuplanologische hinder) en omvang van de bedrijfsactiviteiten zodanig is dat deze activiteiten in een woning kunnen worden uitgeoefend en de activiteiten geen onevenredige afbreuk doen aan het woon- en leefmilieu in de directe omgeving;
 
 
1.11
Beroepsmatige activiteiten in of bij een woning
 
het beroeps- of bedrijfsmatig verlenen van diensten op administratief, medisch, juridisch, therapeutisch, kunstzinnig, ontwerptechnisch of hiermede naar de aard gelijk te stellen beroep dat door zijn aard en omvang in een woning zodanig is dat deze activiteiten in een woning kunnen worden uitgeoefend en de activiteiten geen onevenredige afbreuk doen aan het woon- en leefmilieu in de directe omgeving;
 
 
1.12
Bestaand (in relatie tot bebouwing)
 
bebouwing aanwezig ten tijde van de ter inzage legging van het (ontwerp) bestemmingsplan;
 
 
1.13
Bestaand (in relatie tot gebruik)
 
gebruik dat bestaat ten tijde van het in werking treden van het bestemmingsplan;
  
1.14
Bestaande afstands-, hoogte- en oppervlaktematen en aantallen
 
afstands-, hoogte- en oppervlaktematen en aantallen, die op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan met inachtneming van het bepaalde bij of krachtens de Woningwet tot stand zijn gekomen of komen;
 
 
1.15
Bestemmingsgrens
 
De grens van een bestemmingsvlak.
 
 
1.16
Bestemmingsvlak
 
een geometrisch vlak met eenzelfde bestemming.
  
1.17
Bijbehorend bouwwerk
 
Uitbreiding van een hoofdgebouw dan wel functioneel met een zich op hetzelfde perceel
bevindend hoofdgebouw verbonden, daar al dan niet tegen aangebouwd en met de aarde
verbonden bouwwerk met een dak.
  
1.18
Bouwen
 
het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk, alsmede het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen van een standplaats;
  
1.19
Bouwgrens
 
de grens van een bouwvlak
 
 
1.20
Bouwperceel
 
een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten;
  
1.21
Bouwperceelgrens
 
een grens van een bouwperceel;
 
 
1.22
Bouwlaag, laag
 
een doorlopend gedeelte van een gebouw dat door op gelijke hoogte of bij benadering gelijke hoogte liggende vloeren of balklagen is begrensd, met inbegrip van de begane grond; hieronder wordt niet begrepen:
   
 
-
een onderbouw: een gedeelte van een gebouw dat wordt afgedekt door een vloer waarvan de bovenkant minder dan 1,2 meter boven peil is gelegen;
 
-
een vide, waarvan de oppervlakte niet meer bedraagt dan 50% van de onderliggende laag;
 
-
een zolder waarvan de oppervlakte, voor zover de hoogte groter is dan 1,50 meter, niet meer bedraagt dan 50% van de oppervlakte van de onderliggende laag;
  
1.23
Bouwvlak
 
een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zijn toegelaten;
  
1.24
Bouwwerk
 
elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die hetzij direct hetzij indirect met de grond is verbonden, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond;
 
 
1.25
Bouwwerk, geen gebouw zijnde
 
elk bouwwerk, geen gebouw zijnde;
 
 
1.26
Dakkapel
 
een uitspringend dakvenster, aangebracht op het hellende dakvlak en aan alle zijden omgeven door het betreffende dakvlak;
  
1.27
Dakopbouw
 
een toevoeging aan de bouwmassa door het verhogen van de nok en/of de goot van het dak
waardoor de hoogte van het gebouw toeneemt.
 
 
1.28
Gebouw
 
elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt;
 
 
1.29
Geluidsgevoelig object
 
een woning alsmede een gebouw als zodanig bedoeld in artikel 1, van de Wet geluidhinder;
 
 
1.30
Hoofdgebouw
 
een gebouw, dat op een bouwperceel door zijn constructie of afmetingen als het belangrijkste gebouw valt aan te merken;
 
 
1.31
Overkapping
 
een bouwwerk, geen gebouw zijnde, voorzien van een gesloten dak en met aan ten hoogste één zijde een gesloten wand;
 
 
1.32
Cultuurhistorische waarde
 
de aan een bouwwerk of een gebied toegekende waarde gekenmerkt door het beeld dat is ontstaan door het gebruik dat de mens in de loop van de geschiedenis heeft gemaakt van dat bouwwerk of dat gebied.
 
 
1.33
Peil
 
a.
voor een bouwwerk op een perceel, waarvan de hoofdtoegang direct aan de weg grenst: de hoogte van de weg ter plaatse van die hoofdtoegang;
 
b.
voor een bouwwerk op een perceel, waarvan de hoofdtoegang niet direct aan de weg grenst: de hoogte van het terrein ter hoogte van die hoofdtoegang bij voltooiing van de bouw;
 
c.
indien in of op het water wordt gebouwd: het waterpeil;
 
 
1.34
Plan
 
het bestemmingsplan "Achterwillenseweg 132 -134" van de gemeente Gouda;
  
1.35
Platte afdekking
 
een horizontaal vlak, ter afdekking van een gebouw, dat meer dan tweederde van het grondvlak van het gebouw beslaat;
  
1.36
Praktijkruimte
 
een gebouw of een gedeelte daarvan, dat dient voor het beroepsmatig verlenen van diensten op administratief, architectonisch, kunstzinnig, juridisch, medisch, paramedisch, therapeutisch of een daarmee naar aard gelijk te stellen gebied;
 
 
1.37
Voorgevel
 
de naar de weg gekeerde gevel van een gebouw of, indien het een gebouw betreft met meer dan één naar de weg gekeerde gevel, de gevel waarin de voordeur is gesitueerd.
  
1.38
Voorgevelrooilijn:
 
De aan de zijde van de bestemming ‘verkeer’ of ‘verkeer - verblijf’ gelegen bouwgrens (zie ook de begripsomschrijving bouwgrens) met dien verstande dan op hoeksituaties sprake kan zijn van twee of drie voorgevelrooilijnen;
 
 
1.39
Wet geluidhinder
 
wet van 16 februari 1979, houdende regels inzake het voorkomen of beperken van geluidhin­der, laatstelijk gewijzigd op 5 juli 2006 (Stb. 2006, 37);
 
 
1.40
Woning
 
een complex van ruimten, uitsluitend bedoeld voor de huisvesting van één afzonderlijk huishouden.
 
 
1.41
Zijerf
 
de gronden die behoren bij het hoofdgebouw en gelegen zijn aan de zijkant(en) van dat hoofdgebouw tussen de denkbeeldige lijnen van het verlengde van de voor- en achtergevel.