direct naar inhoud van Artikel 11 Leiding - Riool
Plan: Schielands Hoge Zeedijk
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0513.1600BPshzeedijk-DF01

Artikel 11 Leiding - Riool

11.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Leiding - Riool' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. rioolleidingen;
  • b. waterhuishoudkundige voorzieningen behorende bij rioolleidingen;
  • c. de bestemmingen 'Bedrijventerrein - 1', 'Groen', 'Verkeer', en 'Water' met dien verstande dat deze bestemmingen ondergeschikt zijn aan de dubbelbestemming 'Leiding - Riool'.
11.2 Bouwregels

In afwijking van het bepaalde bij de mede aangewezen bestemmingen is het verboden op de gronden die met de onderhavige dubbelbestemming zijn aangewezen enig bouwwerk te bouwen met uitzondering van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zoals meet- en regelkasten, die noodzakelijk zijn voor een doelmatig beheer van de op de verbeelding aangegeven ondergrondse leiding.

11.3 Afwijken van de bouwregels

Burgemeester en wethouders kunnen een omgevingsvergunning verlenen voor het afwijken van het bepaalde onder lid 11.2 voor het oprichten van bouwwerken ten behoeve van de op deze gronden liggende hoofdbestemming, mits:

  • a. uit hoofde van de bescherming van de leiding geen bezwaar bestaat;
  • b. vooraf advies is ingewonnen bij de betrokken leidingbeheerder.
11.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
  • a. Het is verboden op de onderhavige gronden zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van Burgemeester en wethouders (omgevingsvergunning) de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren, te doen of te laten uitvoeren:
    • 1. het aanbrengen van diepwortelende (>30 cm) gewassen en beplanting;
    • 2. bodemverlaging of afgraving, ophoging en egalisatie;
    • 3. het aanleggen van oppervlakteverharding;
    • 4. het graven van watergangen en aanbrengen van drainage;
    • 5. het in de grond brengen van voorwerpen op een grotere diepte dan 30 cm;
    • 6. het verrichten van graaf- en grondwerkzaamheden dieper dan 30 cm.
  • b. Werken en/of werkzaamheden als bedoeld sub a zijn slechts toelaatbaar, indien door die werken en werkzaamheden geen veiligheidsrisico's ontstaan en de leidingen niet worden aangetast; dienaangaande vragen burgemeester en wethouders voorafgaand aan het nemen van een besluit advies van de leidingbeheerder.
  • c. Het onder sub a vervatte verbod geldt niet voor het uitvoeren van werken en/of werkzaamheden:
    • 1. welke betreffen het normale onderhoud en beheer van de leiding;
    • 2. welke op het tijdstip waarop het plan rechtskracht verkrijgt, in uitvoering zijn.