direct naar inhoud van 6.2 Juridische planopzet
Plan: Stolwijkersluis
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0513.1200BPstolwijkersl-DF01

6.2 Juridische planopzet

6.2.1 Regels

Conform bovengenoemde landelijke standaard zijn de regels ondergebracht in vier hoofdstukken. Daarbij dient een vaste volgorde te worden aangehouden:

  • Hoofdstuk 1 bevat de inleidende regels. Hierin worden de gebruikte begrippen en de wijze van meten uiteengezet, teneinde een eenduidige interpretatie en toepassing van de overige, meer inhoudelijke regels en de verbeelding te waarborgen.
  • Hoofdstuk 2 bevat de bestemmingsregels. Hier worden voor alle voorkomende bestemmingen en de bijbehorende regels uiteengezet.
  • Hoofdstuk 3 bevat de algemene regels. Hierin staan de algemeen geldende regels, in aanvulling op de bestemmingsregels, welke voor meerdere of alle bestemmingen van toepassing zijn. Tevens zijn hier de meeste wijzigingsregels opgenomen.
  • Hoofdstuk 4 bevat de overgangs- en slotregels. Hierin is het overgangsrecht geregeld alsmede de citeertitel en het vaststellingsdictum.
6.2.2 Bestemmingen

De regels volgen een éénduidige opbouw, conform SVBP2008. De regels voor de bestemmingen zijn in de regel als volgt opgebouwd en bevatten tenminste:

  • Bestemmingsomschrijving;
  • Bouwregels.

In de bestemmingsomschrijving wordt aangegeven welke functies binnen de bestemming zijn toegelaten, en of gebouwen, bouwwerken geen gebouwen zijnde en/of andere werken zijn toegelaten.

De bouwregels bevatten regels voor het oprichten van gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde. Het betreft meestal regels inzake de situering en inzake de (maximale) bouwhoogte. Bij sommige bestemmingen wordt onderscheid gemaakt tussen (soorten) gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde.

Daarnaast komen in sommige bestemmingen één of meer van de volgende onderdelen voor:

  • Afwijken van de bouwregels
  • Afwijken van de gebruiksregels
  • Specifieke gebruiksregels
  • Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

Met de bevoegdheid tot het afwijken van de bouwregels kan, zij het beperkt en mits gemotiveerd, worden afgeweken van de bestemmingsregels, bijvoorbeeld voor kleine overschrijdingen van het bouwvlak of voor de realisering van een wat hogere erfafscheiding.

Met de bevoegdheid tot het afwijken van de gebruiksregels kan, zij het beperkt en mits gemotiveerd, worden afgeweken van de gebruiksregels. Bijvoorbeeld voor het toestaan van bedrijven met een hogere milieucategorie dan normaal toegestaan.

Door middel van specifieke gebruiksregels wordt geregeld welke specifieke vormen van gebruik, al dan niet binnen een aanduiding, zijn toegestaan dan wel uitgesloten of beperkt.

Sommige bestemmingen kennen een regeling voor een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden. Dit houdt in dat binnen die bestemmingen bepaalde bouwwerken of andere werken niet mogen worden uitgevoerd zonder een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden van burgemeester en wethouders. Het kan hierbij enerzijds gaan om de bescherming van bijzondere waarden of belangen, zoals natuurwaarden, archeologische waarden, waterschapsbelangen e.d. Anderzijds kan door middel van een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden een goede ruimtelijke inpassing van (gevoelige en/of kwetsbare) functies binnen milieu- en veiligheidszones worden gewaarborgd.

6.2.3 Artikelsgewijze toelichting
6.2.3.1 Inleidende regels

Artikel 1: Begrippen

In dit artikel is een aantal begrippen verklaard die genoemd worden in de regels. Een en ander voorkomt dat er bij de uitvoering van het plan onduidelijkheden ontstaan over de uitleg van de regels.

Artikel 2: Wijze van meten

In dit artikel is bepaald hoe de voorgeschreven maatvoering in het plan gemeten moet worden. De regels inzake de wijze van meten voorkomen interpretatieverschillen bij de toepassing van de regels over maatvoeringen.

6.2.3.2 Bestemmingen

Artikel 3: Agrarisch

De agrarische gronden in het plangebied hebben logischerwijs de bestemming agrarisch gekregen. Tevens wordt in dit gebied het Veenweidepark mogelijk gemaakt. In de regels is hier reeds rekening mee gehouden waardoor de realisatie hiervan op grond van onderhavig bestemmingsplan mogelijk is. Binnen dit gebied is tevens het tracé gelegen van het doorlopen projectbesluit voor een fietspad en fietstunnel. Dit pad wordt algemeen mogelijk gemaakt, de fietstunnel kan worden mogelijk gemaakt binnen de aanduiding 'tunnel'.

Binnen de bestemming is voor het perceel ten westen van het volkstuinencomplex een wijzigingsbevoegdheid opgenomen. Met deze wijzigingsbevoegdheid kan in de toekomst het volkstuinencomplex worden uitgebreid. Deze ontwikkeling is bij het opstellen van dit bestemmingsplan nog niet voldoende uitgewerkt en deze direct toe te staan.

Artikel 4: Bedrijf - 1

Binnen het plangebied zijn enkele bedrijven gelegen. Op de gronden met de bestemming 'Bedrijf - 1' is bepaald dat uitsluitend bedrijven zijn toegestaan die niet geluidsgevoelig zijn en voorkomen in categorie 1 en 2 van de bij de regels horende Staat van Bedrijfsactiviteiten, met uitzondering van de RWZI welke een categorie 4.1 bedrijf is. Daarnaast zijn middels een aanduiding ook een opslagpunt van Rijkswaterstaat en een verkooppunt motorbrandstoffen zonder LPG mogelijk gemaakt. Binnen het bouwvlak is een maximaal te bebouwen oppervlakte opgenomen. Voor de RWZI is dit maximaal te bebouwen oppervlakte aangepast aan de hand van het nieuw gehanteerde bouwvlak.

Artikel 5: Bedrijf - 2

Binnen het plangebied is één bedrijf gelegen met een hogere milieucategorie dan categorie 2 en welke geluidszoneringsplichtig is. Op de gronden met de bestemming 'Bedrijf - 1' is bepaald dat uitsluitend bedrijven zijn toegestaan die niet geluidszoneringsplichtig zijn. Het bedrijf wat hier niet binnen past is mogelijk gemaakt met een zogenaamde 'maatbestemming'. Dit betreft een trafo station van TenneT. Voor het bedrijf is een aanduiding opgenomen om te voorkomen dat op deze grond andere bedrijven met eenzelfde milieucategorie kunnen vestigen.

Artikel 6: Groen

Voor het openbaar gebied met een groen karakter is de bestemming 'Groen' opgenomen.

Artikel 7: Maatschappelijk

Voor verschillende percelen is de bestemming 'Maatschappelijk' opgenomen. Binnen deze bestemming zijn gronden in eigendom van het Hoogheemraadschap van Schieland en de Krimpenerwaard en bijzondere woonvormen opgenomen. Met de aanduiding 'wonen' is een woning mogelijk in de Molen aan de Provincialeweg West 64.

Artikel 8: Recreatie - Volkstuin

In het zuidwesten van het plangebied zijn enkele stroken met volkstuinen gelegen. Voor deze gronden dient een aparte bescherming te worden opgenomen, waardoor deze middels 'Recreatie - Volktuin' zijn mogelijk gemaakt. Hierin is voor het gehele complex een eenduidige regeling opgenomen, waarin tevens een clubhuis is geregeld. Bij de maatvoering is aangesloten bij de eisen vanuit de ruimtelijke onderbouwing uit juni 2007.

Artikel 9: Tuin

Voor de voortuinen is voor zover relevant de bestemming 'Tuin' opgenomen. Op deze gronden mag niet worden gebouwd, met uitzondering van erkers. De keuze voor een Tuin bestemming vóór de voorgevel van woningen is gemaakt om te voorkomen dat woningen dichterbij de weg kunnen worden gerealiseerd dan in de huidige situatie. Hiermee wordt voorkomen dat er strijdige situaties ontstaan tussen wegverkeerslawaai en woningen.

Artikel 10: Verkeer

Het openbaar gebied zoals wegen, fietspaden, stoepen, bermen, etc is vastgelegd met de bestemming 'Verkeer'. De toekenning van deze bestemmingen is gebaseerd op het uitgangspunt dat het openbaar gebied beschermd dient te worden door een specifieke bestemming. Hierdoor wordt ongewenste (her)inrichting voorkomen.

Artikel 11: Water

Naar verkeer en groen is in het openbaar gebied nog water aanwezig. Deze gronden hebben de bestemming 'water' gekregen. Hier binnen zijn alle waterlopen, hoofdwatergangen, duikers en voorzieningen voor de waterhuishouding mogelijk gemaakt. Tevens is één brug gelegen ten behoeve van de ontsluiting van het centrum van Gouda. Hiervoor is een aanduiding 'brug' op de verbeelding opgenomen.

Artikel 12: Wonen - 1

In het plangebied zijn bebouwingslinten gelegen, welke een woonbestemming 'Wonen - 1' hebben gekregen. Op deze gronden is de woonfunctie toegestaan, alsmede bijbehorende tuinen, erven en parkeervoorzieningen. Binnen deze bestemming hebben verschillende percelen een aanduiding. De twee woonboten zijn mogelijk gemaakt middels de aanduiding 'woonschepenligplaats'. De tweede aanduiding is opgenomen voor een timmerbedrijf, gebonden aan de woning. Hiervoor is de aanduiding 'bedrijf aan huis' op genomen. Voor een woning aan de Goudseweg is de aanduiding 'studentenhuisvesting' opgenomen, waarmee de vestiging van studenten mogelijk is. Twee andere woningen aan de Goudseweg hebben de aanduiding 'kantoor' en 'bed & breakfast' gekregen. Binnen deze aanduiding zijn specifieke vormen van bedrijvigheid toegestaan. Voor het perceel met de aanduiding 'kantoor' is een soort uitsterfconstructie opgenomen, waarmee het gebruik als kantoor wordt beëindigd zodra de huidige gebruiker stopt. De laatste aanduiding is opgenomen voor een woning aan de Provincialeweg West, waarbinnen de opslag van caravans is toegestaan. Middels deze aanduiding wordt voorkomen dat het hele perceel voor een woning kan worden gebruikt.

Een zone parallel aan de Hollandsche IJssel heeft de bouwaanduiding 'specifieke bouwaanduiding - bebouwing uitgesloten' gekregen. Binnen deze zone is, conform het oude bestemmingsplan, geen bebouwing toegestaan. De bouwvlakken voor de percelen aan de Zuider IJsseldijk zijn opgenomen zoals dit was vastgelegd in de regels van het oude bestemmingsplan. Deze regels zijn vertaald in de verbeelding.

Artikel 13: Wonen - 2

In het plangebied zijn bebouwingslinten gelegen, welke een woonbestemming 'Wonen - 2' hebben gekregen. Op deze gronden is binnen het bestemmingsvlak één woning toegestaan, met een maximale inhoud van 700 m3, alsmede bijbehorende tuinen, erven en parkeervoorzieningen. Binnen deze bestemming hebben diverse percelen een aanduiding 'specifieke vorm van wonen - voormalig agrarisch bedrijf' gekregen. Met deze bestemming worden de extra bijgebouwen, die nog een nalatenschap van het agrarisch bedrijf zijn, mogelijk gemaakt. De woning aan de Gouderaksedijk 133 heeft tevens de aanduiding 'naschoolse opvang'. Binnen dit vlak is een kinderopvang mogelijk. Conform het beeldkwaliteitsplan Hollandsche IJssel is een bescherming opgenomen voor de doorzichten. Hoofdbebouwing dient minimaal 3 meter uit de zijdelingse perceelsgrens te worden gesitueerd,

Artikel 14: Leiding - Hoogspanning

Ter bescherming van de aanwezige ondergrondse hoogspanningleiding is hiervoor een dubbelbestemming 'Leiding - Hoogspanning' opgenomen. Alvorens hier ontwikkelingen mogen plaatsvinden wordt advies gevraagd aan de leidingbeheerder.

Artikel 15: Leiding - Hoogspanningsverbinding

Ter bescherming van de aanwezige bovengrondse hoogspanningsverbinding is hiervoor een dubbelbestemming 'Leiding - Hoogspanningsverbinding' opgenomen. Dit artikel voorkomt dat bebouwing kan worden opgericht welke schade aan de hoogspanningsverbinding kan veroorzaken.

Artikel 16: Leiding - Riool

Ter bescherming van de aanwezige riolering is hiervoor een dubbelbestemming 'Leiding - Riool' opgenomen. Alvorens hier ontwikkelingen mogen plaatsvinden wordt advies gevraagd aan de leidingbeheerder.

Artikel 17: Leiding - Water

Ter bescherming van de aanwezige waterleiding is hiervoor een dubbelbestemming 'Leiding - Water' opgenomen. Alvorens hier ontwikkelingen mogen plaatsvinden wordt advies gevraagd aan de leidingbeheerder.

Artikel 18: Waarde - Archeologie

Plaatsen waar een archeologische waarde geldt zijn aangegeven met de dubbelbestemming 'Waarde - Archeologie'. Voor deze gronden geldt de gemeentelijke Verordening Monumenten en Archeologie.

Artikel 19: Waarde - Cultuurhistorie

Voor de aanwezige monumenten is de dubbelbestemming 'Waarde - Cultuurhistorie' opgenomen. Voor deze gronden geldt de gemeentelijke Verordening Monumenten en Archeologie.

Artikel 20: Waarde - Natuur

In de Verordening ruimte van de provincie Zuid-Holland is de ecologische hoofdstructuur opgenomen. Dit gebied dient exact over te worden genomen in een bestemmingsplan. In onderhavig bestemmingsplan is met een specifieke bestemming de EHS overgenomen.

Artikel 21: Waarde - Rivierzone

In 2001 is het voorbeeldbestemmingsplan Hollandsche IJsseloevers opgesteld. Met dit initiatief wordt aandacht gevraagd voor het behoud en de realisatie van de gewenste ruimtelijke kwaliteit van de Hollandsche IJssel en de zone rondom. In onderhavig bestemmingsplan wordt aangesloten op de eisen vanuit dit voorbeeldbestemmingsplan door de dubbelbestemming 'Waarde - Rivierzone' op te nemen.

Artikel 22: Waterstaat - Waterkering

De bestemming 'Waterstaat - Waterkering' is over de andere bestemmingen heen gelegd. Deze dubbelbestemming regelt het bijzonder belang dat voor deze gebieden geldt. Voordat de onderliggende bestemming kan worden toegepast dient eerst het bijzonder belang van deze bestemming te worden afgewogen. Dit houdt in dat voordat er gebouwd mag worden eerst moet worden voldaan aan de eisen van het hoogheemraadschap.

6.2.3.3 Algemene regels

Artikel 23: Anti dubbeltelregel

Om misbruik van de bouwregels te voorkomen, is in dit artikel bepaald dat gronden, die al eens als berekeningsgrondslag voor een bouwvergunning hebben gediend, niet nogmaals als zodanig kunnen dienen. Dit zou bijvoorbeeld aan de orde kunnen zijn ingeval (onderdelen van) bebouwingsstroken van verschillende eigenaars zijn.

Artikel 24: Algemene bouwregels

In dit artikel is bepaald welke andere wetgeving van toepassing is, indien en voor zover hiernaar in de planregels wordt verwezen. Daarnaast is bepaald hoe moet worden omgegaan met bestaande afwijkingen ten opzichte van in het plan opgenomen bouwregels. Met deze regel wordt voorkomen dat op (gedeelten van) bestaande bouwwerken, die van de bouwregels in dit plan afwijken, het overgangsrecht van toepassing wordt, terwijl dat niet is beoogd.

Artikel 25: Algemene gebruiksregels

De algemene gebruiksregels regelen welke vormen van gebruik van onbebouwde gronden respectievelijk bouwwerken in ieder geval moeten worden aangemerkt als een verboden gebruik, zoals bedoeld in de Wet ruimtelijke ordening respectievelijk de Woningwet.

Artikel 26: Algemene aanduidingsregels

In dit artikel zijn regels opgenomen voor de aanduiding 'geluidzone - industrie' en de aanduiding 'vrijwaringszone - molenbiotoop'. De gronden tussen de Haastrechtse molen en de Provincialeweg West hebben de aanduiding 'cultuurhistorische waarden' gekregen, waarbij is vastgelegd dat beplanting hoger dan 2,70 m boven NAP niet is toegestaan.

Artikel 27: Algemene afwijkingsregels

In dit artikel is in aanvulling op de afwijkingen van de bouw- en gebruiksregels uit de bestemmingen nog een aantal algemene afwijkingsmogelijkheden opgenomen. Het betreft hier een standaardregeling die het mogelijk maakt om bij de uitvoering van bouwplannen beperkte afwijkingen van het plan mogelijk te maken. Bijvoorbeeld een geringe overschrijding van de toegestane bouwhoogte of het mogelijk maken van de bouw van schakelkastjes (nutsgebouwtjes) in het openbare gebied.

6.2.3.4 Overgangs- en slotregels

Artikel 28: Overgangsrecht

Dit artikel bevat de overgangsregels met betrekking tot het bouwen en het gebruik van gronden. In afwijking van de bouwregels blijven enige bouwmogelijkheden bestaan voor die gebouwen die ten tijde van de terinzagelegging van het ontwerpbestemmingsplan afwijken van het plan en die zijn of worden gebouwd bij of krachtens de Woningwet. Bestaande afwijkingen mogen in principe niet worden vergroot.

Het gebruik van onbebouwde gronden en bouwwerken, dat afwijkt van het bestemmingsplan op het moment dat het rechtskracht verkrijgt, mag worden voortgezet. Het overgangsrecht is echter niet van toepassing op gebruik dat al in strijd was met het voorgaande plan. Wijziging van het afwijkend gebruik is slechts toegestaan, indien de afwijking hierdoor in mindere mate strijdigheid met dit bestemmingsplan oplevert.

Artikel 29: Slotregel

De slotregel geeft aan hoe de regels van het plan worden aangehaald. De slotregel wordt gevolgd door het vaststellingsdictum. Het vastgestelde plan wordt ondertekend door de voorzitter van de gemeenteraad, alsmede door de griffier.