direct naar inhoud van 6.2 Feitelijke planopzet
Plan: Korte Akkeren
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0513.0700BPKortea-DF01

6.2 Feitelijke planopzet

In het bestemmingsplan zijn de vigerende planologische mogelijkheden zoveel mogelijk gecontinueerd. Het bestemmingsplan is daarmee een gedetailleerd eindplan. Dat wil zeggen dat voor ieder perceel de bouwmogelijkheden gedetailleerd zijn aangegeven: met een bouwvlak is aangegeven waar de hoofdbebouwing (het belangrijkste gebouw op een perceel) gebouwd mag worden. Per bouwvlak is vervolgens bepaald welke goot- en bouwhoogte de hoofdbebouwing mag hebben. Deze regeling geldt voor alle bestemmingen in het plangebied.

Naast hoofdbebouwing kent het plan ook mogelijkheden voor erfbebouwing. Hoofdregel daarbij is dat bij woningen buiten het bouwvlak - afhankelijk van het type woningen - 30 m2 of 55 m2 aan bijgebouwen en uitbreidingen mag worden gebouwd mits voldaan wordt aan een aantal voorwaarden. Het gedeelte voor de woning mag niet bebouwd worden. Deze gronden zijn bestemd tot "Tuin".

Naast de bebouwingsmogelijkheden is in het plan ook het toegestane gebruik van de gronden bepaald. Ieder perceel heeft daartoe een bestemming gekregen bijvoorbeeld wonen, detailhandel, horeca of water. In de regels is per bestemming bepaald welke gebruiksmogelijkheden op een perceel gelden.

In een aantal gevallen zijn per perceel bijzondere gebruiksmogelijkheden bepaald door middel van een functieaanduiding. Bijvoorbeeld: binnen de bestemming "Wonen" komt de aanduiding "detailhandel" voor. Dat wil zeggen dat in het pand, naast wonen, op de begane grond ook de functie detailhandel is toegestaan. In een aantal gevallen is de aanduiding juist bedoeld om het gebruik ten opzichte van de algemene bestemming te beperken. Bijvoorbeeld: het bestaande gemaal heeft een algemene bedrijfs- of waterbestemming gekregen, maar de functieaanduiding 'gemaal' regelt dat hier uitsluitend een gemaal is toegestaan.

Tenslotte is in de regels bij het plan een aantal flexibiliteitbepalingen (afwijkingsmogelijkheden, wijzigingen en nadere eisen) opgenomen die burgemeester en wethouders de mogelijkheid bieden om bij de uitvoering van het plan af te wijken van de primaire bestemmingsregeling. Bijvoorbeeld voor extra bebouwingsmogelijkheden of een functiewisseling op een perceel. Bij toepassing van de flexibiliteitsbepalingen moeten burgemeester en wethouders steeds afwegen of gebruikmaking van deze bevoegdheid niet leidt tot de aantasting van belangen van derden.