direct naar inhoud van 2.1 Ontstaansgeschiedenis en ruimtelijke structuur
Plan: Korte Akkeren
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0513.0700BPKortea-DF01

2.1 Ontstaansgeschiedenis en ruimtelijke structuur

2.1.1 Ontstaansgeschiedenis

Het plangebied ligt van oorsprong in een veengebied. De naam Korte Akkeren komt het eerst voor in 1375; een verwijzing naar de korte percelen tuinland die waren ontstaan bij de ontginning en het rooien van het Goudse Bos.

Door de toename van watervrachtverkeer en het tonnage moest men de oorspronkelijke binnenstedelijke grachten, die als vaarroute gebruikt werden, verruilen voor een nieuw te graven vaarroute. De Turfsingel maakte al in de 14e eeuw deel uit van deze nieuwe ontwikkeling, waarlangs zich in de loop der jaren vele bedrijven vestigden. Na de komst van onder meer de kaarsenfabriek in 1858 en de Goudsche Machinale Garenspinnerij in 1861 is - om alle arbeiders te kunnen huisvesten - met de bouw van de wijk Korte Akkeren begonnen. Korte Akkeren is de eerste uitbreidingswijk buiten de historische binnenstad van Gouda. De westgrens van het plangebied wordt bepaald door het Gouwekanaal, dat in de jaren '30 van de vorige eeuw werd aangelegd om de eerder genoemde vaarroute opnieuw te vergroten.

Door de invoering van de Woningwet in 1901 werd er planmatig en gestructureerd gebouwd. Woningen werden niet langer in het wilde weg neergezet, maar in blokken met een stratenplan.
In de jaren dertig van de 20e eeuw werd er als gevolg van de economische crisis weinig gebouwd. Alleen in de wijk Korte Akkeren verrees nieuwbouw: de Jacob van Lennepkade met de kerk van het Allerheiligst Sacrament. De omgeving van de Burgemeester Gaarlandtsingel, de Koningin Wilhelminaweg en de Vogelbuurt worden rond de oorlogsjaren gebouwd en het Weidebloemkwartier tussen 1950 en 1953. Sinds 1968 werden diverse woningcomplexen gerenoveerd en midden jaren '70 werden de eerste woningen gesloopt en vervangen door nieuwbouw. Daarna volgden nog meerdere sloop-nieuwbouwprojecten2.

2.1.2 Ruimtelijke structuur

Algemeen

De bebouwing in Korte Akkeren dateert voor een aanzienlijk deel uit de vooroorlogse periode en bestaat goeddeels uit bebouwing met twee tot drie bouwlagen met kap, gelegen aan woonstraten met vaak diepe achtertuinen. Aan de rand van de Turfsingel staan vooral woongebouwen met vier bouwlagen, die uitkijken op de stadssingel en de binnenstad. Aan de rand van het Gouwekanaal staan woongebouwen variërend van drie tot zelfs dertien bouwlagen, die uitkijken op het kanaal en het open landschap van de Oostpolder aan de westzijde van de stad. Hoge dijklichamen en bedrijfsgebouwen nemen op diverse locaties het uitzicht op de omgeving weg, omdat een deel van de woningen achter deze 'randen' is gelegen.

Woonstraten, singels, weteringen, kleine parkjes en een sportcomplex kenmerken het beeld van de openbare ruimte. De wijk is 'in zichzelf gekeerd', waarbij kleine maten, smalle profielen en korte zichtlijnen overheersen. Alleen hoofdwegen, randen en stadssingels zijn qua maat, profiel en zichtlijn groter, breder en langer.

Vier deelgebieden

Binnen de wijk kunnen vier deelgebieden worden onderscheiden (zie afbeelding 'vier deelgebieden binnen Korte Akkeren'):

  • 1. Het gebied tussen de Constantijn Huygensstraat en de Turfsingel

Hier bevindt zich het oudste gedeelte van de wijk, waar compacte bebouwing is gesitueerd die overwegend bestaat uit anderhalf à twee bouwlagen, veelal afgedekt met een kap. In het verleden is een deel van de oudste bebouwing gesloopt en vervangen door nieuwbouw. In het gebied Woudstraat - Jan Philipsweg vormt de oude bebouwing een stedenbouwkundige en architectonische eenheid, bestaande uit één bouwlaag met een grote kap. De straten zijn hier smal, bijna allemaal noordoost-zuidwest georiënteerd en er zijn vrijwel nergens voortuinen en/of openbaar groen. Het gebrek aan groen in de woonstraten wordt deels gecompenseerd door de aanwezigheid van forse groenelementen in het gebied, zoals het sportcomplex van ONA, de oude Algemene begraafplaats en het plantsoen tussen de Hooftstraat en de Rotterdamseweg.

  • 2. Het gebied tussen de Constantijn Huygensstraat en de Burgemeester Gaarlandtsingel

Dit gebied oogt ruimer van opzet dan het hiervoor beschreven gebied, wat vooral wordt veroorzaakt door de aanwezigheid van een aantal stadssingels (Jacob van Lennepkade, Aernout Drostkade - Da Costakade, Van der Palmstraat en de Bosboom Toussaintkade). Ook de aanwezigheid van de Koningin Wilhelminaweg met diens brede profiel maakt dat dit gedeelte van de wijk ruimer van opzet is. Tenslotte zorgt de steeds wisselende verkavelingsrichting hier voor een gevarieerder beeld. De monotone bebouwing echter, bestaande uit anderhalf à twee lagen met een kap, overheerst. Alleen in de naoorlogse gebieden zoals aan de uiterste rand van het gebied (Burgemeester Gaarlandtsingel) is hogere bebouwing aanwezig. Rond het Uiverplein is onlangs nieuwe woonbebouwing gerealiseerd, bestaande uit drie hogere woontorens die met elkaar worden verbonden door middel van een éénlaagse 'plint', en een kleine twintig eengezinswoningen. Verder zijn in grote delen van het gebied de straten smal en hebben de woningen geen voortuinen.

  • 3. Vogelbuurt (ten noorden van de Reigerstraat - Lazaruskade)

De Vogelbuurt is als één geheel opgezet, wat tot uitdrukking komt in de heldere stedenbouwkundige opzet en de toegepaste architectuur van de woningen, die deels voor en deels na de Tweede Wereldoorlog is gerealiseerd. Centraal in het gebied ligt het Vogelplein, een groene ruimte die als duidelijk oriëntatiepunt fungeert. De bebouwing in het gebied bestaat voornamelijk uit anderhalf à twee bouwlagen met een kap.

  • 4. Weidebloemkwartier

Het ten zuiden van de Rotterdamseweg gelegen Weidebloemkwartier is de laatste uitbreiding van Korte Akkeren en dateert van 1951. In dit gebied is op ruime schaal strokenverkaveling toegepast. De woningen zijn opvallend klein, terwijl ook de straten erg smal zijn. Er is onvoldoende ruimte voor parkeren en er is in de wijk zelf niet veel groen, maar dat wordt gecompenseerd door de omliggende plantsoenen met waterpartijen nabij de Schielands Hoge Zeedijk.

afbeelding "i_NL.IMRO.0513.0700BPKortea-DF01_0002.png"

Afbeelding: vier deelgebieden binnen Korte Akkeren

Oriëntatie

Als oriëntatiepunten in de wijk fungeren de toren van de Gouwekerk, de Sacramentskerk, de molens de Roode Leeuw en de Mallemolen, de fabriek van Croda en de watertoren aan de Schielands Hoge Zeedijk. Deze dijk evenals de Burgemeester Gaarlandtsingel langs de westrand van de wijk vormen hoofdlijnen in het gebied. Het is belangrijk om het zicht op bestaande groenelementen te behouden, en de zichtlijnen over de lengte-as van de stadssingels te herstellen.

Beschermd stadsgezicht

Het gebied in Korte Akkeren dat direct grenst aan de binnenstad is onderdeel van het Beschermd Stadsgezicht. Dit gebied, in 1978 als zodanig aangewezen, is ingedeeld in drie zones: A, B en C. De A- en B-zones bevinden zich in de oude binnenstad en omvatten de hoofdelementen van de stedelijke structuur. De C-zone omvat de rand van de oude stad en de bebouwing langs de buitenzijde van de singels. In Korte Akkeren is dus sprake van de C-zone. Dit gebied is van belang vanwege het patroon van straten en wateren, in samenhang met de schaal van de bebouwing. Karakteristieke elementen van de openbare ruimte zijn het stratenpatroon en de stadssingels 3 . In paragraaf 4.6 meer over het Beschermd Stadsgezicht.