Plan: | Waterrijk Polderpark Oostpolder |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | projectbesluit |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0513.0601Polderpark-DF01 |
Wettelijk kader
Externe veiligheid betreft de kans op overlijden voor burgers (aanwezig in bebouwing of verblijfsgebieden grenzend aan risicobronnen) als gevolg van een ongeval met gevaarlijke stoffen bij de risicobron. Risicobronnen kunnen bedrijven zijn, maar ook het transport van gevaarlijke stoffen over wegen, vaarwegen en spoorwegen en via buisleidingen. Ook risico's veroorzaakt door windturbines (afvallen rotorbladen) en dalend en stijgend vliegverkeer bij vliegvelden, wordt gerekend tot de externe veiligheidsrisico's.
Dit risico wordt uitgedrukt in plaatsgebonden risico (PR) en groepsrisico (GR). Het plaatsgebonden risico is de overlijdenskans per jaar als gevolg van het vrijkomen van gevaarlijke stoffen bij een ongeval. Dit kan op een kaart worden weergegeven met behulp van contouren. Het groepsrisico betreft de kans per jaar dat in één keer een groep mensen komt te overlijden bij een ongeval met gevaarlijke stoffen. Het groepsrisico kan met behulp van een diagram worden weergegeven.
Bevi
Op 27 oktober 2004 is het Besluit externe veiligheid inrichtingen (hierna: Bevi) in werking getreden. Het doel van het besluit is de risico's waaraan burgers in hun leefomgeving worden blootgesteld vanwege risicovolle inrichtingen tot een aanvaardbaar minimum te beperken. De norm voor het plaatsgebonden risico is vastgesteld op 10-6 per jaar. Voor kwetsbare objecten, zoals woningen en scholen, is dit een grenswaarde. Voor beperkt kwetsbare objecten, zoals bedrijfsgebouwen en sporthallen, is dit een richtwaarde.
Het besluit bevat eisen voor het plaatsgebonden risico en geeft ook aan hoe deze veiligheidseisen doorwerken in plannen voor de ruimtelijke ordening. Op grond van het besluit wordt in een ministeriële regeling voor een aantal bedrijfssectoren (LPG-tankstations, ammoniakkoelinstallaties, opslag van gevaarlijke stoffen (CPR 15-2 en -3) vaste veiligheidsafstanden vastgelegd. Voor de overige bedrijven wordt de veiligheidsafstand met een risicoberekening bepaald. Bij het maken van een bestemmingsplan moeten gemeenten hiermee rekening houden.
Het Bevi bevat geen norm voor het groepsrisico; wel geldt op basis van het Bevi een verantwoordingsplicht ten aanzien van het groepsrisico in het gebied rondom een risicovolle inrichting. Er is een oriëntatiewaarde bepaald, die aangeeft wanneer de kans dat bij een ongeval 10, 100 of 1000 doden vallen, voldoende klein is. Dit geeft houvast bij de beoordeling bij welke bevolkingsdichtheid in de omgeving van een risicobedrijf er nog sprake is van een voldoende veilige situatie. De gemeente dient verantwoording af te leggen met betrekking tot het groepsrisico. Het bevoegd gezag motiveert - kort gezegd - in ieder geval:
Naast de verantwoording van het groepsrisico moet advies worden gevraagd aan de regionale brandweer over het groepsrisico en de mogelijke gevolgen van het bestemmingsplan voor de mogelijkheden van rampbestrijding en de zelfredzaamheid van de bevolking binnen het invloedsgebied van het bedrijf.
Onderzoek
Onderzocht is of in (de omgeving van) het besluitgebied relevante situaties worden aangetroffen in het kader van de externe veiligheid. Het besluitgebied bevindt zich nabij een drietal vervoersmodaliteiten waarover vervoer van gevaarlijke stoffen kan plaatsvinden: de weg, het spoor en het water. In de directe omgeving bevinden zich geen buisleidingen waar gevaarlijke stoffen door vervoerd worden. Verder zijn verspreid in de omgeving enkele bovengrondse propaantanks aanwezig. De potentiële risicobronnen zijn zodoende:
Transport over de weg: de provinciale weg N207
Ten zuidwesten van het besluitgebied ligt de provinciale weg N207. Eind 2008 zijn er tellingen uitgevoerd van het aantal transporten van gevaarlijke stoffen over de provinciale wegen in Zuid-Holland. Met deze tellingen zijn berekeningen van het plaatsgebonden risico en het groepsrisico uitgevoerd. Hieruit blijkt dat geen sprake is van een 10-6-risicocontour buiten de provinciale weg N207. Binnen het vastgestelde invloedsgebied van 200 meter vanaf de N207 zijn geen kwetsbare bestemmingen geprojecteerd. Het groepsrisico is lager dan 0,1 maal de oriëntatiewaarde.
Een gedeelte van het polderpark is binnen het invloedsgebied van het groepsrisico gelegen. Aangezien dit extensieve dagrecreatie betreft, gaat het niet om grote aantallen personen die gedurende langere tijd op een locatie verblijven. Het groepsrisico zal daarom niet significant toenemen. Daarbij kan in het geval van een calamiteit op de N207 verwacht worden dat sprake is van een voldoende zelfredzaamheid van wandelaars, omdat zij zich in noordelijke richting uit de calamiteitenzone kunnen verplaatsen.
Transport over het spoor: traject 67
Ten noorden van het besluitgebied is de spoorlijn Gouda - Rotterdam/Den Haag gelegen. In 2008 zijn risicoberekeningen uitgevoerd. Ter hoogte van de Oostpolder ligt de 10-6-risicocontour voor het plaatsgebonden risico op 12 meter vanuit het midden van de spoorbundel. Het invloedsgebied van het groepsrisico reikt tot enkele kilometers vanaf het spoor. Het groepsrisico ligt tussen de 0,1 en 1 maal de oriëntatiewaarde.
Het polderpark is binnen het invloedsgebied van het groepsrisico gelegen. Aangezien dit extensieve dagrecreatie betreft, gaat het niet om grote aantallen personen die gedurende langere tijd op een locatie verblijven. Het groepsrisico zal daarom niet significant toenemen. Daarbij kan in het geval van een calamiteit op de spoorlijn verwacht worden dat sprake is van een voldoende zelfredzaamheid van wandelaars, omdat zij zich in zuidelijke richting uit de calamiteitenzone kunnen verplaatsen.
Transport over water: het Gouwekanaal
Ten noordoosten van het besluitgebied is het Gouwekanaal gelegen. In het Basisnet water is dit water opgenomen als groene vaarweg. Voor groene vaarwegen geldt dat er geen beperkingen zijn voor de ruimtelijke ordening voor wat betreft het plaatsgebonden risico. Er is geen sprake van een 10-6-risicocontour voor het plaatsgebonden risico.
Een gedeelte van het polderpark ligt binnen het invloedsgebied van het groepsrisico. Aangezien dit extensieve dagrecreatie betreft, gaat het niet om grote aantallen personen die gedurende langere tijd op een locatie verblijven. Het groepsrisico zal daarom niet significant toenemen. Daarbij kan in het geval van een calamiteit op het kanaal verwacht worden dat sprake is van een voldoende zelfredzaamheid van wandelaars, omdat zij zich in westelijke richting uit de calamiteitenzone kunnen verplaatsen.
Risicovolle inrichtingen: propaantanks
Verspreid in en om het besluitgebied zijn enkele bovengrondse propaantanks aanwezig. Op het erf van Broekweg 1, Stoofkade 7, 't Weegje 4 en Provincialeweg 30 staat een propaantank met een inhoud van maximaal 3 m³. Op 10 meter rond deze tanks geldt een 10-6-risicocontour voor het plaatsgebonden risico. Op het terrein van Residence Elzenhof (Stoofkade 9) is een propaantank aanwezig met een inhoud van maximaal 9 m³. De 10-6-risicocontour ligt rond deze tank ligt op 25 meter.
Dit projectbesluit maakt geen kwetsbare objecten binnen deze contouren mogelijk. Ten aanzien van het groepsrisico geldt dat er sprake is van extensieve dagrecreatie, wat inhoudt dat er geen grote aantallen personen gedurende langere tijd op een locatie verblijven.
Resultaat
Het projectbesluit ziet toe op de ontwikkeling van een polderpark, waardoor er geen grote aantallen mensen gedurende lange tijd op één locatie verblijven. De herinrichting van de Oostpolder wordt niet belemmerd vanwege de externe-veiligheidssituatie. Het biedt zelfs een kans om de bluswatervoorzieningen nabij het spoor te verbeteren.