Plan: | Waterrijk Polderpark Oostpolder |
---|---|
Status: | ontwerp |
Plantype: | projectbesluit |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0513.0601PBLandpark-OB01 |
Inleiding
In Nederland heeft water een eigen plaats gekregen in de ruimtelijke besluitvorming via de watertoets. De watertoets houdt in dat bij het maken van ruimtelijke plannen al in een vroeg stadium bekeken moet worden wat de gevolgen zijn voor water en de ruimtelijke ordening. De watertoets is een proces waarbij overleg wordt gevoerd met de waterbeheerder. De waterbeheerder stelt in dit proces de kaders vast en geeft een wateradvies voor verschillende waterhuishoudkundige aspecten. De watertoets resulteert uiteindelijk in een waterparagraaf, die in de toelichting van het ruimtelijke plan wordt opgenomen.
Beleid
Water speelt in Nederland een grote rol. Daarom is het een belangrijk beleidsthema. Hieronder staat een overzicht van de belangrijkste beleidsuitgangspunten op het gebied van water.
Nationaal Waterplan
In december 2009 heeft het kabinet het Nationaal Waterplan vastgesteld. Dit plan geeft op hoofdlijnen aan welk beleid het Rijk in de periode 2009 - 2015 voert om te komen tot een duurzaam waterbeheer. Het Nationaal Waterplan richt zich op bescherming tegen overstromingen, voldoende en schoon water en diverse vormen van gebruik van water. Ook worden de maatregelen genoemd die hiervoor worden genomen. Het Nationaal Waterplan is de opvolger van de Vierde Nota Waterhuishouding uit 1998 en vervangt alle voorgaande nota's waterhuishouding. Het Nationaal Waterplan is opgesteld op basis van de Waterwet die met ingang van 22 december 2009 van kracht is. Op basis van de Wet ruimtelijke ordening heeft het Nationaal Waterplan voor de ruimtelijke aspecten de status van structuurvisie.
In het Nationaal Waterplan is een eerste uitwerking gegeven aan het Deltaprogramma dat wordt opgesteld naar aanleiding van het advies van de Deltacommissie in 2008. Dit programma is gericht op duurzame veiligheid en zoetwatervoorziening. Naast alle plannen om Nederland in de toekomst veilig en leefbaar te houden, is de uitvoering van maatregelen nu al in volle gang. Bijvoorbeeld de projecten Ruimte voor de Rivier en de Maaswerken zijn in uitvoering en moeten in 2015 gereed zijn. Ook worden langs de kust de zogenoemde zwakke schakels aangepakt en vindt versterking plaats door zandsuppleties.
Provinciaal Waterplan Zuid-Holland 2010-2015
In het Provinciaal Waterplan zijn de opgaven van de Europese Kaderrichtlijn Water, het Nationaal Bestuursakkoord Water en het Nationale waterplan vertaald naar strategische doelstellingen voor Zuid-Holland. Het Provinciaal Waterplan beschrijft op hoofdlijnen wat de provincie in de periode tot 2015 samen met haar waterpartners wil bereiken. Het Waterplan heeft vier hoofdopgaven:
In het plan zijn deze opgaven verder uitgewerkt in 19 thema’s én voor drie gebieden, in samenhang met economische, milieu- en maatschappelijke opgaven. Dit leidt tot een integrale visie op de ontwikkeling van de Zuid-Hollandse Delta, het Groene Hart en de Zuidvleugel van de Randstad. Naast de visie heeft de provincie een Actieprogramma Water opgesteld.
In het Actieprogramma Water staat concreet wat de provincie doet om de beoogde resultaten in 2015 te kunnen behalen. Het gaat vooral om uitwerken van nieuwe beleidskaders, bewaken van de voortgang en regie op gebiedsprojecten. De daadwerkelijke uitvoering van projecten wordt verzorgd door de waterschappen. De provincie beschrijft wat er de komende jaren moet gebeuren. De waterschappen bepalen voor hun eigen karakteristieke beheergebied hoe zij dat doen
Waterbeheerplan 2010-2015
Het hoogheemraadschap van Schieland en Krimpenerwaard heeft eind 2009 een integraal waterbeheerplan vastgesteld voor de periode tot en met 2015. Het Waterbeheerplan bevat de hoofdlijnen van het beleid voor de taken van het hoogheemraadschap met betrekking tot de waterveiligheid, het oppervlaktewater- en grondwaterbeheer, het beheer van afvalwaterketen en emissies en het wegenbeheer in de Krimpenerwaard. Waterveiligheid gaat om het voorkomen van overstroming, het beperken van de gevolgen van overstroming en het bestrijden van calamiteiten en rampen. Hiertoe worden de waterkeringen getoetst aan de veiligheidsnormen. Het hoogheemraadschap heeft de ambitie om waar mogelijk kansen te benutten om het watersysteem optimaal in te richten en het systeem doelmatig en efficiënt te beheren. Het gegevensbeheer en de kennis wordt hiervoor op orde gebracht. Het watersysteem wordt in overeenstemming gebracht met de normen uit het Nationaal Bestuursakkoord Water. In het Waterbeheerplan is vastgelegd hoe het Waterschap de komende jaren de vinger aan de pols houdt en de programmabegroting kan bijsturen. Ten slotte is inzicht gegeven in de omvang van de benodigde investeringen in de planperiode.
Waterplan Gouda
Het beleid ten aanzien van water is vastgelegd in het 'Waterplan Gouda' uit mei 2003. Gouda ligt midden in het Groene Hart, een waterrijk veengebied. De stad Gouda en het water zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden. Historisch gezien heeft Gouda haar ontstaan en ontwikkeling voor een groot deel aan het water te danken. Waterbeheer is van oudsher cruciaal voor de leefbaarheid van Gouda. Niet alleen om de veiligheid tegen overstroming en de afvoer van afvalwater te garanderen, maar ook om gezond en aantrekkelijk water in de woon-, werk- en leefomgeving te hebben.
Integraal waterbeheer is een sleutelbegrip in het waterplan. Integraal waterbeheer blijft de aanpak voor 'een veilig en bewoonbaar land met gezonde en duurzame watersystemen' (Vierde Nota Waterhuishouding). Centraal in het waterplan staan de volgende drie kenmerken van integraal stedelijk waterbeheer:
1. Samenhang binnen het waterbeheer
Het watersysteem is een samenhangend systeem van riolering (afvalwater), oppervlaktewater (zowel kwaliteit als kwantiteit), grondwater en natuur. Het is nodig om met deze samenhang rekening te houden, omdat ingrijpen in één onderdeel van dit systeem effecten kan hebben op de andere delen.
2. Samenhang met andere functies
Open water in de stad wordt meer en meer gewaardeerd; het is een wezenlijk onderdeel van de dagelijkse woon-, werk- en leefomgeving. Het is van belang water mede als sturend principe te hanteren bij de toekenning van functies en bij de inrichting en het beheer van het stedelijk gebied.
3. Samenwerking en samenspraak
De waterhuishouding raakt vele belangen: wonen, recreatie, natuur en toerisme. Een optimale samenwerking tussen gemeente en waterbeheerders in samenspraak met buurgemeenten en verschillende maatschappelijke groeperingen is nodig om de diverse functies van het water te versterken. Daarnaast moeten intenties, ambities en doelstellingen afgestemd worden op die van andere beleidsterreinen, zoals milieu, ruimtelijke ordening, wonen en verkeer.
Kenmerken huidig watersysteem
De Oostpolder te Gouda vormt de meest oostelijke polder van het hoogheemraadschap. Omdat dit gebied nimmer is ontveend, ligt het maaiveld circa 4 meter hoger dan de westelijker gelegen Zuidplaspolder. De polder heeft een eigen watersysteem met bemaling op de Gouwe. Uit het Actueel Hoogtebestand Nederland (AHN) kunnen de volgende conclusies worden getrokken:
Zoals eerder is vermeld, bestaat de Oostpolder uit drie polders, deze kennen allen hun eigen watersysteem en waterpeil. Uit onderstaand schema wordt duidelijk dat peilvak 1 de geringste ontwateringsdiepte heeft. Drogere omstandigheden heersen in de relatief lagere peilvakken. De drooglegging in het gebied is afhankelijk van het heersende peil 0,30 tot 0,45 m. Het middelste peilvak heeft in feite de grootste drooglegging. Uit de boringen kan verder worden afgeleid dat de grondwaterstand in zeer droge perioden kan uitzakken tot circa NAP -3,0 meter (circa 0,5 meter -mv).
Peilbuis | Gemiddeld maaiveld (NAP) | Filter (m -mv) |
Hoogte peilbuis (NAP) |
Grondwaterstand (NAP) |
Slootpeil (NAP) |
Slootpeil volgens peilbesluit (NAP) |
Gemid- delde droog- legging (m) |
1 | -2.40 | 1-2 | -2.45 | -2.47 | -2.61 | -2.70 | 0.30 |
2 | -2.35 | 1-2 | -2.45 | -2.63 | -2.82 | -2.80 | 0.45 |
3 | -2.50 | 1-2 | -2.55 | -2.91 | -2.97 | -2.90 | 0.40 |
In het gebied komt nauwelijks kwel voor; wel enig lekwater vanuit de Gouwe aan de noordkant van de Oostpolder. Het onderhoud van het water ligt bij de (aangrenzende) eigenaar. Het onderhoud van de Ringvaart en de kade langs de Ringvaart ligt bij het hoogheemraadschap.
Waterkeringen
De regionale waterkeringen in het plangebied de Boezemkaden langs de Gouwe/Gouwekanaal en de Ringvaart van de Zuidplaspolder betreffen regionale waterkeringen. Voor de boezemkaden heeft de provincie normen vastgesteld in de vorm van schadeklassen.
Kenmerken beoogd watersysteem
De bestaande waterstructuur blijft in stand. Op sommige plekken wordt nieuw water toegevoegd. Het inrichtingsplan voorziet in de aanleg van een nieuwe verbindingssloot in de teen van de kade langs de Ringvaart. Dit is nodig in verband met de scheiding van vee en bezoekers (met honden). In de bestaande sloten komen waar nodig dammen met duikers om het verweiden van vee tussen de percelen mogelijk te houden.
In het natte gedeelte komen geleidelijke en diverse overgangen van water naar land. Dit is gunstig voor verschillende planten en kan bijdragen aan de ontwikkeling van een goede waterkwaliteit en ecologie. Er is goede ervaring opgedaan met het verwijderen van de toplaag in de Krimpenerwaard. Ook in de Oostpolder kan dit bij de herontwikkeling van agrarisch gebied tot natuur worden toegepast. Mogelijk dient een hydrologische scheiding (dammen en/of stuwen) te worden opgenomen in verband met het verschil in waterkwaliteit tussen natuurfunctie en agrarische functie.
Om inklinking van de bodem tegen te gaan, wordt een robuust watersysteem toegepast. Het aantal peilgebieden wordt verkleind (zie figuur 6). Het hoogheemraadschap wordt betrokken bij de voorbereiding van de definitieve ontwerpen van de nieuwe slootkanten en paden op en nabij de boezemkade langs de Ringvaart. Het is van belang dat de waterkering langs de Ringvaart goed bereikbaar is voor onderhoudsmateriaal. De stabiliteit van waterkering langs de Ringvaart dient in stand te worden gehouden. Ook bij de andere watergangen dient aandacht te zijn voor het onderhoud.
Figuur 6: Nieuwe waterpeilen in de Oostpolder.