direct naar inhoud van Artikel 6 Wonen
Plan: De Drie Notenboomen
Status: vastgesteld
Plantype: uitwerkingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0513.0502UP3notenboomen-DF01

Artikel 6 Wonen

6.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Wonen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. wonen;
  • b. tuinen en erven;
  • c. aan de functie onder a gebonden parkeervoorzieningen;
  • d. groenvoorzieningen en water.
6.2 Bouwregels

Op de in lid 6.1 bedoelde gronden mogen uitsluitend bouwwerken ten dienste van de bestemming worden gebouwd, met dien verstande, dat:

  • a. het aantal woningen mag maximaal 42 bedragen;
  • a. hoofdgebouwen uitsluitend mogen worden gebouwd binnen bouwvlakken;
  • b. de voorgevel van het appartementengebouw gebouwd dient te worden in de gevellijn zoals deze is aangeduid ter plaatse van de aanduiding 'gevellijn';
  • c. ter plaatse van de aanduiding 'maximale goot- en bouwhoogte (m)' mag de goot- en bouwhoogte niet meer bedragen dan is aangeduid;
  • d. bijgebouwen, aanbouwen en uitbreidingen van de woning mogen worden gebouwd mits:
    • 1. de gronden buiten het bouwvlak voor tenminste 50% onbebouwd blijven en;
    • 2. de goothoogte van aanbouwen, bijgebouwen of uitbreidingen van de woning niet meer bedraagt dan de hoogte van de eerste bouwlaag van het hoofdgebouw en;
    • 3. de hoogte van aanbouwen, bijgebouwen of uitbreidingen woonruimte niet meer bedraagt dan 3,5 m en;
    • 4. de diepte van aanbouwen, uitbreidingen van de woning en aangebouwde bijgebouwen niet meer bedraagt dan 3 m, gemeten uit de oorspronkelijke achtergevelbouwgrens en;
    • 5. het gezamenlijk grondoppervlak aan aanbouwen, bijgebouwen en uitbreidingen van de woning niet meer bedraagt dan 30 m2 en;
    • 6. voor zover de bestaande maatvoering van aanbouwen, bijgebouwen of uitbreidingen woonruimte afwijkt van het bepaalde in dit lid, mag deze bebouwing worden gehandhaafd waarbij de bestaande maatvoering als maximale maatvoering geldt;
  • e. de hoogte van erf- en terreinafscheidingen achter de voorgevelrooilijn niet meer mag bedragen dan 2 m en voor de voorgevelrooilijn niet meer dan 1 m;
  • f. de hoogte van een pergola niet meer mag bedragen dan 2,50 m;
  • g. de hoogte van overige andere bouwwerken niet meer mag bedragen dan 3 m.
6.3 Nadere eisen

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd nadere eisen te stellen ten aanzien van de goothoogte van bijgebouwen ten opzichte van de aangrenzende percelen, waarbij de maximaal toegestane goothoogte met 1 m kan worden verlaagd indien dit ter voorkoming van onevenredige hinder voor omwonenden (schaduwwerking of privacy) noodzakelijk wordt geacht.

6.4 Afwijken van de bouwregels

Het bevoegd gezag kan middels een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 6.2 onder:

  • a. sub c voor het bouwen van erfbebouwing tot een grondoppervlakte van 50 m2 mits de bouwmogelijkheid niet leidt tot een onevenredige hinder voor omwonenden (schaduwwerking of privacy);
  • b. sub c voor het bouwen van een kap op een bijgebouw waarbij de hoogte van het bijgebouw niet meer mag bedragen dan 3,5 m en de bouwmogelijkheid niet leidt tot een onevenredige hinder voor omwonenden (schaduwwerking of privacy).
6.5 Specifieke gebruiksregels
6.5.1

Het medegebruik van woningen en/of aangebouwde bijgebouwen als praktijkruimte voor beroepsmatige activiteiten is toegestaan, mits:

  • a. de woonfunctie in overwegende mate blijft gehandhaafd, waarbij geldt dat de brutovloeroppervlakte gebruikt voor beroepsmatige activiteiten niet meer mag bedragen dan 35% van de woning met een maximum van 50 m²;
  • b. geen afbreuk wordt gedaan aan het woon- en leefmilieu in de omgeving;
  • c. in de omgeving geen onevenredige toename van de verkeersbelasting optreedt;
  • d. er wordt voorzien in voldoende parkeerruimte op eigen terrein;
  • e. de beroepsmatige activiteiten geschieden door degene die op het perceel woonachtig is;
  • f. er, behoudens een beperkte kleinschalige verkoop in direct verband met de beroepsmatige activiteiten, geen detailhandel plaatsvindt.
6.5.2

Het medegebruik van woningen en/of aangebouwde bijgebouwen voor bedrijfsmatige activiteiten is niet toegestaan.

6.5.3

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd bij het verlenen van een omgevingsvergunning af te wijken van het bepaalde in lid 6.5.2 voor het medegebruik van woningen en/of aangebouwde bijgebouwen ten behoeve van bedrijfsmatige activiteiten, mits:

  • a. de woonfunctie in overwegende mate blijft gehandhaafd, waarbij geldt dat de brutovloeroppervlakte gebruikt voor bedrijfsmatige activiteiten niet meer mag bedragen dan 35% van de woning met een maximum van 50 m²;
  • b. geen afbreuk wordt gedaan aan het woon- en leefmilieu in de omgeving;
  • c. in de omgeving geen onevenredige toename van de verkeersbelasting optreedt;
  • d. er wordt voorzien in voldoende parkeerruimte op eigen terrein;
  • e. de bedrijfsuitoefening geschiedt door degene die op het perceel woonachtig is;
  • f. er, behoudens een beperkte kleinschalige verkoop in direct verband met de bedrijfsmatige activiteiten, geen detailhandel plaatsvindt;
  • g. er geen vergunningplichtige activiteiten op grond van de Wet milieubeheer mogen plaatsvinden.