direct naar inhoud van 3.2 Provinciaal beleid
Plan: PDV - Goudse Poort
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0513.0302BPPDVgoudsepoo-DF01

3.2 Provinciaal beleid

3.2.1 Provinciale Structuurvisie

Met de Nota Ruimte en de Wet ruimtelijke ordening heeft het Rijk verantwoordelijkheden en bevoegdheden gedecentraliseerd naar provincies en gemeenten. In dit speelveld neemt de provincie de verantwoordelijkheid voor aansturing op ruimtelijke kwaliteit en samenhang van projecten en programma's met provinciale betekenis (regisseursrol). De provincie zal niet voor alle provinciale belangen een leidende rol nemen in de uitvoering.
De provincie wil een actieve rol spelen in de uitvoering van beleid. De provincie eigent zich alleen een regisseursrol toe als zij van mening is dat deze rol niet gedelegeerd kan worden naar andere overheden, of als zij een eigen verantwoordelijkheid heeft, die voortvloeit uit provinciale belangen. De schaal van de provincie maakt haar bij uitstek geschikt om veel partijen op gemeentelijk en (boven)regionaal niveau te verbinden.

De provincie Zuid-Holland heeft de Structuurvisie 'Visie op Zuid-Holland' op 2 juli 2010 vastgesteld, waarin de gewenste ruimtelijke ontwikkeling van Zuid-Holland wordt gepresenteerd op weg naar 2020 met een doorkijk naar 2040. De kern van deze visie is het versterken van samenhang, herkenbaarheid en diversiteit binnen Zuid-Holland. Dit draagt bij aan een goede kwaliteit van leven en een sterke economische concurrentiepositie. Duurzame ontwikkeling en klimaatbestendigheid zijn belangrijke pijlers van het provinciale ruimtelijk beleid voor de toekomst.
In de structuurvisie heeft de provincie Zuid-Holland haar doelstellingen en provinciale belangen beschreven.
In de Provinciale Structuurvisie en de Verordening Ruimte staat hoe de provincie de ruimte tot 2020 in wil gaan vullen. De structuurvisie geeft de hoofdlijnen van de ruimtelijke ontwikkeling weer en vermeldt de provinciale belangen. De verordening geeft aan met welke zaken gemeenten in hun bestemmingsplannen rekening moeten houden.
Duidelijk is dat de provincie het huidige detailhandelbeleid, zoals neergelegd in de Provinciale Structuurvisie Detailhandel 2007, voorzet.
In de uitvoeringsagenda van de structuurvisie wordt een zevental integrale ruimtelijke projecten genoemd met daarbij een regisserende rol van de provincie. Goudse Poort wordt daarbij niet genoemd.

In de Verordening Ruimte worden onder meer criteria genoemd voor de regeling van perifere detailhandel.

3.2.2 Structuurvisie Detailhandel 2007

De provincie voert een actief detailhandelsbeleid vanwege de vaak bovenlokale gevolgen van bestemmings- of bouwplannen voor omvangrijke winkelcentrumprojecten of perifere detailhandel.
De Structuurvisie Detailhandel Zuid-Holland 2007 vormt een toetsingskader voor zulke plannen. De Structuurvisie Detailhandel kent een grotere verantwoordelijkheid toe aan gemeenten voor lokale detailhandelsplannen tot 2.000 m2 bvo in winkelcentra.
En heeft als doel de dynamiek in de detailhandel te bevorderen en de bestaande structuur te versterken.
De Structuurvisie Detailhandel Zuid-Holland 2007 legt de locaties vast voor 'gewone' regionale detailhandel en voor perifere detailhandel en heeft daarnaast zogenaamde 'Stedenbaanlocaties' hieraan toegevoegd: dit betreft een aantal bestaande en nieuwe NS-stationslocaties, die de mogelijkheid krijgen voor intensivering van de bebouwing, in te vullen met functies waaronder (grootschalige) detailhandel.

Met betrekking tot de perifere locaties merkt de Structuurvisie Detailhandel het volgende op:

“Midden-Holland heeft geen concentraties van perifere detailhandel. Het aanbod is versnipperd in de regio aanwezig. De regionale structuurvisie detailhandel heeft de locatie Goudse Poort in Gouda als dé locatie voor perifere detailhandel aangewezen. Op deze locatie zit al ongeveer 15.000 m2 vvo grootschalig aanbod. Het is de bedoeling van het REO het volumineuze aanbod verder op Goudse Poort te concentreren. De regio moet zich nog beraden over de omvang daarvan. Dit is mede afhankelijk van de marktvraag en het aantal bedrijven dat verplaatst kan worden en op de oude locatie de winkelbestemming verliest. Een minimumomvang van ongeveer 20.000 m2 vvo is een vereiste om goed te functioneren. De bovengrens wordt vooral bepaald door het draagvlak van Midden-Holland zelf. Wij hebben onder voorwaarden ingestemd met een bovenregionaal innovatief concept op de Goudse Poort. Indien de Goudse Poort onvoldoende vestigingsmogelijkheden voor grootschalige perifere vestigingen biedt, kan daarvoor worden uitgeweken naar de subregionaal verzorgende gemeenten in de regio. Deze visie sluit nieuw tuincentrumaanbod in het Zuidplasgebied niet uit”.

3.2.3 Beleidsplan Groen, Water en Milieu 2006-2010

In dit beleidsplan wordt het provinciaal beleid voor milieu en water, en ook voor natuur en landschap geïntegreerd. Het plan bestaat zoals de titel aangeeft uit een groen-, water- en milieudeel en een visie. Het beleidsplan geeft de kaders en doelstellingen voor de periode 2006-2010 en geeft een doorkijk tot 2020, en voor enkele onderwerpen tot 2040. Het plan omvat het Milieubeleidsplan (Wet milieubeheer) en het Waterhuishoudingsplan (Wet op de waterhuishouding).
Het Waterdeel beschrijft het kader voor het regionaal waterbeheer en vormt, samen met de andere delen, het toetsingskader voor de waterbeheersplannen van de waterschappen.
De Beleidsnota Water (in november 2005 vastgesteld door Provinciale Staten) vormt het uitgangspunt voor het Waterdeel. De provincie tracht het waterbeleid te sturen middels een filosofie. Centraal binnen deze filosofie staat het maken van afspraken en het stellen van kaders tussen de waterschappen de gemeenten en de waterschappen. In navolging van het in de Nota Ruimte geïntroduceerde ontwikkelingsplanologie streeft de provincie tevens naar het stellen van strategische kaders die voorwaarden stellen en condities scheppen voor de invulling en uitvoering van waterbeleid.
In het plan wordt beschreven wat de rol van de provincie is in het waterbeleid. Aan de hand van drie thema's, waterveiligheid, waterbeheersing en waterkwaliteit, schets de provincie het voorgenomen en bestaande beleid alsmede de taken van de provincie en haar partners.
Specifiek voor beleid aangaande stedelijk waterbeheer hebben provincie en gemeenten afgesproken dat gemeenten stedelijk waterplannen opstellen die als instrument dienen voor de ruimtelijke ordening.

3.2.4 Cultuurhistorische Hoofdstructuur Zuid-Holland

De Cultuurhistorische Hoofdstructuur Zuid-Holland uit 2003 geeft voor de regio Gouwestreek-Krimpenerwaard de cultuurhistorische waarden in archeologisch en landschappelijk opzicht en voor wat betreft de nederzettingen aan. Plannen ter plaatse van de gebieden met cultuurhistorische waarden vereisen een nadere analyse en afweging.

De kaart behorende bij de Cultuurhistorische Hoofdstructuur geeft aan dat er in het plangebied –en overigens ook voor het gehele gebied Goudse Poort- een lage kans bestaat op archeologische sporen. De Gouwe is een historisch landschappelijke lijn met hoge waarde.

De terreinen waarvan de archeologische waarde bekend is, staan aangegeven op de Archeologische Monumenten Kaart (AMK). Op de Indicatieve Kaart van Archeologische Waarden (IKAW) staat de zogenaamde verwachtingswaarde aangegeven. Bij het ontwikkelen van plannen is het van belang de AMK en de IKAW te gebruiken. De provincie Zuid-Holland gebruikt beide kaarten bij advisering en beoordeling van (wijziging van) bestemmingsplannen, bij het verlenen van ontgrondingvergunningen en bij advisering over aanlegvergunningen, bodemsaneringen en peilbesluiten. Gouda heeft echter zelf beleid ontwikkeld.