Plan: | Lingewijk-Noord |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0512.BP2017175-4001 |
In deze voorschriften wordt verstaan onder:
het plan
het bestemmingsplan Lingewijk-Noord van de gemeente Gorinchem;
de plankaart
de plankaart van het bestemmingsplan Lingewijk-Noord, bestaande uit de kaart met kenmerk 11343d;
aanbouw
een gebouw dat als afzonderlijke ruimte is gebouwd aan een hoofdgebouw waarmee het in directe verbinding staat, welk gebouw onderscheiden kan worden van het hoofdgebouw en dat in architectonisch opzicht ondergeschikt is aan het hoofdgebouw;
aan huis verbonden beroep
een dienstverlenend beroep op zakelijk, maatschappelijk, juridisch, medisch, ontwerptechnisch of kunstzinnig gebied, dat in of bij een woning wordt uitgeoefend door de gebruik(st)er, waarbij de woning in overwegende mate de woonfunctie behoudt en dat een ruimtelijke uitwerking of uitstraling heeft die met de woonfunctie in overeenstemming is;
aan huis verbonden bedrijf
een bedrijf dat in een (gedeelte van een) woning wordt uitgeoefend en dat is gericht op het vervaardigen van producten en/of het leveren van diensten, door de gebruik(st)er van de woning;
aanlegvergunning
een vergunning als bedoeld in artikel 14 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening;
bebouwing
één of meer gebouwen en/of bouwwerken, geen gebouwen zijnde;
bebouwingspercentage
een in de voorschriften aangegeven percentage, dat de grootte van het bouwvlak aangeeft, dat maximaal mag worden bebouwd, tenzij in de voorschriften anders is bepaald;
begane grond
eerste bouwlaag boven peil;
bestaand
bestemmingsgrens
een op de plankaart aangegeven lijn, die de grens vormt van een bestemmingsvlak;
bestemmingsvlak
een op de plankaart aangegeven vlak met eenzelfde bestemming;
bijgebouw
een op zichzelf staand, al dan niet vrijstaand gebouw, dat door de vorm onderscheiden kan worden van het hoofdgebouw en dat in architectonisch opzicht ondergeschikt is aan het hoofdgebouw;
bouwen
het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk, alsmede het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een standplaats;
bouwlaag
een doorlopend gedeelte van een gebouw dat door op gelijke of bij benadering gelijke hoogte liggende vloeren of balklagen is begrensd, zulks met inbegrip van de begane grond en met uitsluiting van onderbouw;
bouwgrens
een op de plankaart aangegeven lijn, die de grens vormt van een bouwvlak;
bouwhoogtegrens
een op de plankaart aangegeven lijn, die de grens aanduidt van gronden binnen een bestemmingsvlak en/of bouwvlak, waarop ingevolge deze voorschriften voor bepaalde bouwwerken eenzelfde maximale hoogte geldt;
bouwperceel
een aaneengesloten stuk grond, waarop krachtens het plan een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten;
bouwperceelsgrens
een grens van een bouwperceel;
bouwvlak
een op de plankaart door bouwgrenzen omsloten vlak waarmee de gronden zijn aangeduid waarop gebouwen zijn toegelaten;
bouwwerk
elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, welke hetzij direct of indirect met de grond verbonden is, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond;
detailhandel
het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder begrepen de uitstalling ten verkoop, het verkopen en/of leveren van goederen aan personen die die goederen kopen voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit;
dove gevel
een bouwkundige constructie zonder te openen delen met een voorgeschreven geluidwering;
eerste bouwlaag
de bouwlaag op de begane grond;
gebouw
elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt;
gebruiken
het doen gebruiken, laten gebruiken en in gebruik geven;
hogere grenswaarde
een maximale waarde voor de geluidsbelasting, die hoger is dan de voorkeursgrenswaarde en die in een concreet geval kan worden vastgesteld op grond van de Wet geluidhinder, het Besluit grenswaarden binnen zones rond industrieterreinen, het Besluit grenswaarden binnen zones langs wegen en/of het Besluit geluidhinder spoorwegen;
hoofdgebouw
een gebouw dat, gelet op de bestemming, als het belangrijkste bouwwerk op een bouwperceel kan worden aangemerkt;
kantoor
een gebouw, dat dient voor de uitoefening van administratieve werkzaamheden en werkzaamheden die verband houden met het doen functioneren van (semi)overheidsinstel-lingen, het bankwezen, en naar de aard daarmee gelijk te stellen instellingen;
geluidsbelasting vanwege een industrieterrein
de etmaalwaarde van het equivalente geluidsniveau in dB(A) op een bepaalde plaats, veroorzaakt door de gezamenlijke inrichtingen en toestellen, aanwezig op het industrieterrein, het geluid van niet tot de inrichtingen behorende motorvoertuigen op het terrein daaronder niet begrepen, zoals bedoeld in de Wet geluidhinder;
geluidsbelasting vanwege het wegverkeer
de etmaalwaarde van het equivalente geluidsniveau in dB(A) op een bepaalde plaats, veroorzaakt door het gezamenlijke wegverkeer op een bepaald weggedeelte of een combinatie van weggedeelten, zoals bedoeld in de Wet geluidhinder;
maatschappelijke voorzieningen
educatieve, sociaal-medische, sociaal-culturele en levensbeschouwelijke voorzieningen, voorzieningen ten behoeve van openbare dienstverlening als ook ondergeschikte detailhandel en horeca ten dienste van deze voorzieningen, waaronder in ieder geval begrepen een brede school;
overkapping
een bouwwerk op het erf van een gebouw of standplaats, dat strekt tot vergroting van het woongenot van het gebouw of de standplaats en dat, voor zover gebouwd vóór (het verlengde van) de voorgevel van een gebouw, geen tot de constructie zelf behorende wanden heeft en, voor zover gebouwd achter (het verlengde van) de voorgevel van een gebouw, maximaal drie wanden heeft waarvan maximaal twee tot de constructie behoren;
onderbouw
een gedeelte van een gebouw, dat wordt afgedekt door een vloer waarvan de bovenkant minder dan 1,20 m boven het peil is gelegen;
onderdoorgang
een onbebouwde ruimte onder of op de eerste verdieping(en) van een gebouw die meestal ten dienste staat van verkeersdoeleinden;
peil
prostitutie
het zich beschikbaar stellen tot het verrichten van seksuele handelingen met een ander tegen vergoeding;
seksinrichting
de voor het publiek toegankelijke besloten ruimte waarin bedrijfsmatig, of op een kennelijk bedrijfsmatige wijze, seksuele handelingen worden verricht of vertoningen van erotisch-pornografische aard plaatsvinden. Onder een seksinrichting wordt in elk geval verstaan: een seksbioscoop, seksautomaat, sekstheater, een parenclub of een prostitutiebedrijf, waaronder tevens begrepen een erotische massagesalon, al dan niet in combinatie met elkaar;
uitbouw
een gebouw dat als vergroting van een bestaande ruimte is gebouwd aan een hoofdgebouw, welk gebouw door de vorm kan worden onderscheiden van het hoofdgebouw en dat in architectonisch opzicht ondergeschikt is aan het hoofdgebouw;
uitvoeren
het doen uitvoeren, laten uitvoeren en in uitvoering geven;
voorste bouwgrens
de als zodanig op de plankaart aangegeven bouwgrens;
vrijstelling
een vrijstelling als bedoeld in artikel 15 lid 1 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening;
wijziging
een wijziging als bedoeld in artikel 11 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening;
woning
een complex van ruimten, uitsluitend bedoeld voor de huisvesting van één afzonderlijk huishouden.
Bij toepassing van deze voorschriften wordt als volgt gemeten:
de afstand tot de zijdelingse bouwperceelsgrens
tussen de zijdelingse grens van het bouwperceel en een bepaald punt van het bouwwerk, waar die afstand het kortst is;
de bouwhoogte van een bouwwerk
vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen;
de goothoogte van een bouwwerk
vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot c.q. de druiplijn, het boeibord of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel;
de horizontale diepte van een gebouw
de diepte van een gebouw, gemeten loodrecht vanaf de gevel waaraan wordt gebouwd;
de inhoud van een bouwwerk
tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen;
de oppervlakte van een bouwwerk
tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk;
de oppervlakte van een overkapping
tussen de buitenzijde van de afdekking van de overkapping, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van de overkapping.
Bij toepassing van het bepaalde ten aanzien van het bouwen worden ondergeschikte bouwonderdelen, als plinten, pilasters, kozijnen, gevelversieringen, ventilatiekanalen, schoorstenen, liftschachten, gevel- en kroonlijsten, luifels, balkons en overstekende daken buiten beschouwing gelaten, mits de overschrijding van bouwgrenzen niet meer dan 1 m bedraagt.
Bij toepassing van deze voorschriften wordt gemeten tot of vanuit het hart van een lijn op de analoge kaart en op de schaal waarin het plan is vastgesteld.
In die gevallen dat de (goot)hoogte, oppervlakte, inhoud en/of de afstand tot enige op de plankaart aangegeven lijn van bouwwerken, die in overeenstemming met het bepaalde in de Woningwet tot stand zijn gekomen, op het tijdstip van terinzagelegging van het ontwerp van het plan minder dan wel meer bedraagt dan in de bouwvoorschriften in hoofdstuk 2 van deze voorschriften is voorgeschreven respectievelijk toegestaan, geldt die (goot)hoogte, oppervlakte, inhoud en/of afstand in afwijking daarvan als minimaal respectievelijk maximaal toegestaan.
In die gevallen dat een bebouwingspercentage, dat in overeenstemming met het bepaalde in de Woningwet tot stand is gekomen, op het tijdstip van terinzagelegging van het ontwerp van het plan meer bedraagt dan in de bouwvoorschriften in hoofdstuk 2 van deze voorschriften zijn voorgeschreven, geldt dat bebouwingspercentage in afwijking daarvan als maximaal toegestaan.
De op de plankaart voor “wonen” aangewezen gronden zijn bestemd voor:
V | vrijstaande woningen; |
D | dubbele woningen; |
R | rijwoningen; |
G | gestapelde woningen; |
daar waar deze op de plankaart zijn aangegeven, met dien verstande dat voor de woningen in de categorieën V, D en R geldt dat op grotere hoogte dan 9 m geluidgevoelige ruimten uitsluitend met dove gevels mogen worden uitgevoerd, uitgezonderd de bestaande woningen; |
met bijbehorende gebouwen, bouwwerken, geen gebouwen zijnde, bruggen, tuinen en erven, en met dien verstande dat:
Hoofdgebouwen dienen te voldoen aan de volgende kenmerken:
- | ter plaatse van de op de plankaart aangegeven aanduiding '*' op de derde bouwlaag een afstand van minimaal 3 m moet worden aangehouden tot de voorste bouwgrens, met dien verstande dat bij maximaal 4 woningen per bouwvlak voor maximaal 40% van de breedte van de gevel een afstand van 0 m geldt; |
- | ter plaatse van de op de plankaart aangegeven aanduiding '![]() |
V | aan twee zijden minimaal 2 m; |
D | aan één zijde minimaal 2 m; |
Aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen mogen binnen en buiten het bouwvlak worden gebouwd en dienen te voldoen aan de volgende kenmerken:
De bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, is maximaal:
Burgemeester en wethouders kunnen met in achtneming van het bepaalde in artikel 23.2 vrijstelling verlenen van het bepaalde in:
Vrijstelling als bedoeld in artikel 4.3.1 kan slechts worden verleend, mits:
Burgemeester en wethouders kunnen met in achtneming van het bepaalde in artikel 23.2 vrijstelling verlenen van het bepaalde in artikel 4.1 jo. artikel 20.1 voor het toestaan van een aan huis verbonden bedrijf, mits:
Vrijstelling als bedoeld in artikel 4.4.1 kan slechts worden verleend, mits:
De op de plankaart voor “woongebied” aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met bijbehorende gebouwen, bouwwerken, geen gebouwen zijnde, tuinen en erven, en met dien verstande dat:
Hoofdgebouwen dienen te voldoen aan de volgende kenmerken:
Aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen mogen binnen het bouwvlak (tevens bestemmingsvlak) worden gebouwd en dienen te voldoen aan de volgende kenmerken:
De bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, is maximaal:
Burgemeester en wethouders kunnen met in achtneming van het bepaalde in artikel 23.2 vrijstelling verlenen van het bepaalde in artikel 5.1 jo. artikel 20.1 voor het toestaan van een aan huis verbonden bedrijf, mits:
Vrijstelling als bedoeld in artikel 5.3.1 kan slechts worden verleend, mits:
De op de plankaart voor “wonen uit te werken” aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met bijbehorende gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, tuinen en erven.
Burgemeester en wethouders werken de bestemming uit met inachtneming van het bepaalde in artikel 23.1 en de volgende voorwaarden:
Zolang de in artikel 6.2 bedoelde uitwerking niet onherroepelijk is mag niet worden gebouwd.
Burgemeester en wethouders kunnen met in achtneming van het bepaalde in artikel 23.2 vrijstelling verlenen van het bepaalde in artikel 6.3, mits:
De op de plankaart voor “tuin” aangewezen gronden zijn bestemd voor tuinen.
Aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen behorend bij de op de aangrenzende gronden gelegen hoofdgebouwen mogen worden gebouwd en dienen te voldoen aan de volgende kenmerken:
gebouwd op het zij- en achtererf en minimaal 3 m achter (het verlengde van) de voorgevel van het hoofdgebouw, met dien verstande, dat uitbouwen in de vorm van erkers tot vóór (het verlengde van) de voorgevel van het hoofdgebouw mogen worden gebouwd, mits:
De bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, is maximaal:
De op de plankaart voor “gemengd” aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met bijbehorende gebouwen, bouwwerken, geen gebouwen zijnde, wegen, bruggen en paden, gebouwde en ongebouwde parkeervoorzieningen (alsmede ondergrondse parkeervoorzieningen), speelvoorzieningen, water en voorzieningen voor de waterhuishouding, tuinen en erven.
Dienstwoningen zijn niet toegestaan.
Gebouwen dienen te voldoen aan de volgende kenmerken:
De bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, is maximaal 2 m.
De op de plankaart voor “kantoren” aangewezen gronden zijn bestemd voor kantoren, met bijbehorende gebouwen, bouwwerken, geen gebouwen zijnde, wegen en paden, parkeervoorzieningen, speelvoorzieningen, water en voorzieningen voor de waterhuishouding, tuinen en erven.
Dienstwoningen zijn niet toegestaan.
Gebouwen dienen te voldoen aan de volgende kenmerken:
De bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, is maximaal:
De op de plankaart voor “maatschappelijke voorzieningen” aangewezen gronden zijn bestemd voor maatschappelijke voorzieningen, met bijbehorende gebouwen, bouwwerken, geen gebouwen zijnde, wegen en paden, parkeervoorzieningen, speelvoorzieningen, een boomgaard, water en voorzieningen voor de waterhuishouding, tuinen en erven.
Dienstwoningen zijn niet toegestaan.
Gebouwen dienen te voldoen aan de volgende kenmerken:
De bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, is maximaal:
De op de plankaart voor “groen” aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met bijbehorende bouwwerken, geen gebouwen zijnde, wegen en verhardingen, parkeervoorzieningen en bestaande nutsvoorzieningen.
Gebouwen mogen niet worden gebouwd;
De bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, is maximaal:
Burgemeester en wethouders kunnen met in achtneming van het bepaalde in artikel 23.2 vrijstelling verlenen van het bepaalde in artikel 11.2.1 voor het toestaan nutsvoorzieningen, mits:
De op de plankaart voor “water” aangewezen gronden zijn primair bestemd voor:
De gronden zijn secundair bestemd voor:
met bijbehorende bouwwerken, geen gebouwen zijnde, waaronder bruggen, dammen en/of duikers.
Gebouwen mogen niet worden gebouwd.
De bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, anders dan voor de waterwegaanduiding, geleiding of tolheffing, is maximaal:
Burgemeester en wethouders kunnen met in achtneming van het bepaalde in artikel 23.2 vrijstelling verlenen van het bepaalde in artikel 12.2.1, mits:
Het is verboden zonder of in afwijking van een aanlegvergunning van burgemeester en wethouders op de in artikel 12.1 bedoelde gronden de volgende andere-werken uit te voeren:
Een aanlegvergunning wordt niet verleend dan nadat advies is verkregen van de beheerder van de waterkering en is aangetoond dat het waterstaatsbelang niet onevenredig wordt geschaad.
Geen aanlegvergunning is nodig voor:
De op de plankaart voor “nutsdoeleinden” aangewezen gronden zijn bestemd voor openbare nutsvoorzieningen, met bijbehorende gebouwen, bouwwerken, geen gebouwen zijnde, wegen en verhardingen.
Gebouwen dienen te voldoen aan de volgende kenmerken:
De bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, is maximaal 2 m.
De op de plankaart voor “verkeer” aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met bijbehorende bouwwerken, geen gebouwen zijnde en bestaande nutsvoorzieningen.
Gebouwen mogen niet worden gebouwd.
De bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, anders dan voor wegaanduiding, geleiding, beveiliging en regeling van het verkeer is maximaal 2 m.
Burgemeester en wethouders kunnen met in achtneming van het bepaalde in artikel 23.2 vrijstelling verlenen van het bepaalde in artikel 14.2.1 voor het toestaan nutsvoorzieningen, mits:
De op de plankaart voor “verkeer en verblijf” aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met bijbehorende bouwwerken, geen gebouwen zijnde en bestaande nutsvoorzieningen.
Gebouwen mogen niet worden gebouwd.
De bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, anders dan voor de wegaanduiding, geleiding, beveiliging en regeling van het verkeer is maximaal 2 m.
Burgemeester en wethouders kunnen met in achtneming van het bepaalde in artikel 23.2 vrijstelling verlenen van het bepaalde in artikel 15.2.1 voor het toestaan nutsvoorzieningen, mits:
De op de plankaart voor “zone bescherming waterkering" aangewezen gronden zijn, naast de andere voor die gronden aangewezen bestemmingen, primair bestemd voor de bescherming, het onderhoud en de verbetering van de waterkering, met bijbehorende bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zoals duikers, keerwanden en merktekens.
In afwijking van het bepaalde bij de andere bestemmingen mag alleen ten behoeve van deze bestemming worden gebouwd.
Gebouwen mogen niet worden gebouwd.
De bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, is maximaal 3 m.
Burgemeester en wethouders kunnen met in achtneming van het bepaalde in artikel 23.2 vrijstelling verlenen van het bepaalde in artikel 16.2 voor het bouwen overeenkomstig de andere bestemmingen, mits vooraf advies is verkregen van de beheerder van de waterkering.
Het is verboden zonder of in afwijking van een aanlegvergunning van burgemeester en wethouders op de in artikel 16.1 bedoelde gronden de volgende andere-werken uit te voeren:
Een aanlegvergunning mag alleen en moet worden geweigerd, indien door het uitvoeren van het ander-werk dan wel door de daarvan direct of indirect te verwachten gevolgen blijvend onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de veiligheid van de waterkering en hieraan door het stellen van voorwaarden niet of onvoldoende kan worden tegemoet gekomen.
Een aanlegvergunning wordt niet verleend dan nadat advies is verkregen van de beheerder van de waterkering.
Geen aanlegvergunning is nodig voor:
De voor Leiding - Gas aangewezen gronden zijn, behalve voor de daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor:
met bijbehorende bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
In afwijking van het bepaalde bij de andere bestemmingen zijn op de in artikel 17.1.1 bedoelde gronden geen nieuwe kwetsbare en beperkt kwetsbare objecten toegestaan.
In afwijking van het bepaalde bij de andere bestemmingen mag:
Burgemeester en wethouders kunnen vrijstelling verlenen van het bepaalde in artikel 17.2 sub b voor het toestaan van de in artikel 17.1.2 genoemde functies en het bouwen van bouwwerken ten behoeve van die functies, mits:
Het is verboden zonder of in afwijking van een aanlegvergunning van burgemeester en wethouders op de in artikel 17.2 onder a bedoelde gronden de volgende andere-werken uit te voeren:
Een aanlegvergunning wordt niet eerder verleend dan nadat advies is verkregen van de leidingbeheerder.
Geen aanlegvergunning is nodig voor:
De op de plankaart voor Geluid industrieterrein aangewezen gronden zijn, naast de andere voor die gronden aangewezen bestemmingen, ook bestemd voor de bescherming en instandhouding van de geluidsruimte in verband met de nabijheid van een inrichting als bedoeld in artikel 41 van de Wet geluidhinder.
In afwijking van het bepaalde bij de andere bestemmingen (artikelen 3 tot en met 15) mag geen nieuw geluidsgevoelig gebouw worden gebouwd.
Burgemeester en wethouders kunnen vrijstelling verlenen van het bepaalde in artikel 18.2 voor het bouwen van nieuwe geluidsgevoelige gebouwen overeenkomstig de andere bestemmingen, mits de geluidsbelasting vanwege het industrieterrein van de gevels van deze geluidsgevoelige gebouwen niet hoger zal zijn dan de daarvoor geldende voorkeursgrenswaarde of een verkregen hogere grenswaarde.
Grond welke eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
Het is verboden de in het plan begrepen gronden en de daarop voorkomende bouwwerken te gebruiken op een wijze of tot een doel strijdig met de in het plan aan de grond gegeven bestemming(en).
Onder verboden gebruik als bedoeld in artikel 20.1 wordt in elk geval verstaan:
Burgemeester en wethouders verlenen met in achtneming van het bepaalde in artikel 23.2 vrijstelling van het in artikel 20.1 gestelde verbod, indien strikte toepassing ervan zou leiden tot een beperking van het meest doelmatige gebruik, dat niet door dringende redenen wordt gerechtvaardigd.
Burgemeester en wethouders kunnen met in achtneming van het bepaalde in artikel 23.2 vrijstelling verlenen van:
Vrijstelling als bedoeld in artikel 21.1 kan slechts worden verleend, mits:
Burgemeester en wethouders kunnen met in achtneming van het bepaalde in artikel 23.1 het plan wijzigen als bedoeld in artikel 11 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening in de vorm van het aanbrengen van geringe veranderingen in de plaats, ligging en/of afmetingen van bestemmingsgrenzen, met inachtneming van de volgende voorwaarden:
Op de voorbereiding van een besluit tot wijziging en/of uitwerking van het plan als bedoeld in artikel 11 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening is de volgende procedure van toepassing:
Op de voorbereiding van een besluit omtrent het verlenen van vrijstelling als bedoeld in artikel 15 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening is de volgende procedure van toepassing:
Overtreding van het bepaalde in de artikelen 12.4.1, 16.4.1, 17.4.1 en 20.1 is een strafbaar feit als bedoeld in artikel 1a onder 20 van de Wet op de economische delicten.
Bouwwerken die op het tijdstip van terinzagelegging van het ontwerp van dit bestemmingsplan bestaan dan wel worden gebouwd of kunnen worden gebouwd met inachtneming van het bepaalde bij of krachtens de Woningwet, en in enigerlei opzicht van dit plan afwijken, mogen, mits de bestaande afwijkingen naar aard en omvang niet worden vergroot:
Burgemeester en wethouders kunnen met in achtneming van artikel 23.2 vrijstelling verlenen van het bepaalde in artikel 25.1 voor het toestaan van een eenmalige vergroting van de omvang van de bestaande afwijking met maximaal 10% van de inhoud.
Artikel 25.1 is niet van toepassing op bouwwerken, die weliswaar bestaan op het tijdstip van de terinzagelegging van het ontwerp van dit bestemmingsplan, maar zijn gebouwd in strijd met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan.
Het gebruik van gronden en bouwwerken dat bestaat op het tijdstip van het van kracht worden van dit bestemmingsplan, mag worden voortgezet of gewijzigd, zolang en voor zover de strijdigheid van dat gebruik met dit plan naar aard en omvang niet wordt vergroot.
Artikel 25.4 is niet van toepassing op gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan.
Dit bestemmingsplan kan worden aangehaald als bestemmingsplan Lingewijk-Noord van de gemeente Gorinchem.
Aldus vastgesteld in de raadsvergadering van
De voorzitter, | De griffier, |
……………… | ……………… |