direct naar inhoud van Artikel 26 Algemene bouwregels
Plan: Laag Dalem
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0512.BP2012117-4001

Artikel 26 Algemene bouwregels

26.1 bestaande maten
  • a. In die gevallen dat de bestaande goothoogte, bouwhoogte, oppervlakte en/of inhoud van bouwwerken, die in overeenstemming met het bepaalde in de Woningwet tot stand zijn gekomen meer bedraagt dan in de bouwregels in Hoofdstuk 2 van deze regels is toegestaan, geldt die goothoogte, bouwhoogte, oppervlakte en/of inhoud in afwijking daarvan als maximaal toegestaan.
  • b. In die gevallen dat de bestaande afstand tot enige op de verbeelding aangegeven lijn van bouwwerken, die in overeenstemming met het bepaalde in de Woningwet tot stand zijn gekomen minder bedraagt dan in de bouwregels in Hoofdstuk 2 van deze regels is voorgeschreven, geldt die afstand in afwijking daarvan als minimaal toegestaan.
  • c. In die gevallen dat een bestaand bebouwingspercentage, dat in overeenstemming met het bepaalde in de Woningwet tot stand is gekomen, meer bedraagt dan in de bouwregels in Hoofdstuk 2 van deze regels is voorgeschreven, geldt dat bebouwingspercentage in afwijking daarvan als maximaal toegestaan.
26.2 Overschrijding bouwgrenzen en bouwhoogte
  • a. de bouwgrenzen, niet zijnde bestemmingsgrenzen, mogen in afwijking van aanduidingsgrenzen, aanduidingen en bestemmingsregels worden overschreden door:
    • 1. tot gebouwen behorende stoepen, stoeptreden, trappen(huizen), galerijen, hellingbanen, funderingen, balkons, entreeportalen en afdaken, mits de overschrijding maximaal 1,5 m bedraagt;
    • 2. andere ondergeschikte onderdelen, niet zijnde erkers, serres, veranda's van gebouwen, mits de overschrijding maximaal 1 m bedraagt.
  • b. de bouwhoogte, niet zijnde grondgebonden woningen, mag in afwijking van de aanduidingen en bestemmingsregels worden overschreden ten behoeve van technische ruimten voor klimaatregeling, koeling en dergelijke en door trappenhuizen en liftkokers, mits:
    • 1. de overschrijding maximaal 1 m bedraagt;
    • 2. de gezamenlijke oppervlakte maximaal 20 m2 bedraagt;
    • 3. de installaties duidelijk ondergeschikt zijn aan de hoofdmassa van het gebouw.
26.3 uitsluiting aanvullende werking Bouwverordening

De regels van stedenbouwkundige aard en de bereikbaarheidseisen van paragraaf 2.5 van de bouwverordening zijn uitsluitend van toepassing, voor zover het betreft:

  • a. bereikbaarheid van bouwwerken voor wegverkeer, brandblusvoorzieningen;
  • b. brandweeringang;
  • c. bereikbaarheid van gebouwen voor gehandicapten;
  • d. de ruimte tussen bouwwerken;
  • e. parkeergelegenheid en laad- en losmogelijkheden bij of in gebouwen.