direct naar inhoud van Artikel 13 Wonen - 1
Plan: Laag Dalem
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0512.BP2012117-4001

Artikel 13 Wonen - 1

13.1 bestemmingsomschrijving

De voor Wonen - 1 aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. het bestaande aantal woningen ter plaatse van de aanduidingen:
    • 1. 'aaneengebouwd': aaneengebouwde woningen;
    • 2. 'twee-aaneen': twee-aaneen gebouwde woningen;
    • 3. 'vrijstaand': vrijstaande woningen.
  • b. aan huis verbonden beroepen, met dien verstande dat de oppervlakte maximaal 25% bedraagt van de vloeroppervlakte van de gebouwen tot een maximum 40 m2;

met bijbehorende gebouwen, bouwwerken geen gebouwen zijnde, werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden, tuinen en erven.

13.2 bouwregels
13.2.1 bouwregels hoofdgebouwen
  • a. gebouwen uitsluitend gebouwd mogen worden ter plaatse van de aanduiding 'bouwvlak', met dien verstande dat bijgebouwen ook buiten de grenzen van deze aanduiding gebouwd mogen worden, met inachtneming van het bepaalde in lid 13.2.2;
  • b. de goot- en bouwhoogte van woningen niet meer mogen bedragen dan de goot- en bouwhoogte zoals aanwezig ten tijde van de terinzagelegging van het ontwerp van het plan;
  • c. in afwijking van het bepaalde in sub b. mag de bouwhoogte van een woning niet meer bedragen dan de op de plankaart aangeduide maximale bouwhoogte;
  • d. het aantal bouwlagen bedraagt niet meer dan het op de plankaart aangeduide maximum aantal bouwlagen.
13.2.2 bouwregels aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen

Aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen mogen binnen en buiten het bouwvlak worden gebouwd en voldoen aan de volgende kenmerken:

  • a. gebouwd op het zij- en achtererf en minimaal 3 m achter (het verlengde van) de voorgevel van het hoofdgebouw, met dien verstande dat uitbouwen in de vorm van erkers tot vóór (het verlengde van) de voorgevel van het hoofdgebouw mogen worden gebouwd, mits:
    • 1. de horizontale diepte maximaal 1 m bedraagt;
    • 2. de diepte van de overblijvende, niet met gebouwen bebouwde gronden minimaal 2,5 m bedraagt;
    • 3. voor zover de erker wordt gebouwd tegen de voorgevel van het hoofdgebouw de breedte maximaal 2/3 van de breedte van die gevel bedraagt;
    • 4. de bouwhoogte maximaal 3 m bedraagt dan wel de hoogte van de eerste bouwlaag van het hoofdgebouw + 0,25 m;
    • 5. een minimale afstand van 0,50 m tot de zijdelingse bouwperceelgrens wordt aangehouden.
  • b. gezamenlijke oppervlakte voor zover gebouwd buiten het bouwvlak per hoofdgebouw maximaal:
    • 1. 40 m² voor bouwpercelen met een oppervlakte tot 250 m2, mits het bebouwingspercentage van het bouwperceel maximaal 50% is;
    • 2. 50 m² voor bouwpercelen met een oppervlakte van 250 tot en met 500 m², mits het bebouwingspercentage van het bouwperceel maximaal 50% is;
    • 3. 60 m² voor bouwpercelen met een oppervlakte groter dan 500 m², mits het bebouwingspercentage van het bouwperceel maximaal 50% is.
  • c. goothoogte en bouwhoogte maximaal 3 m dan wel de hoogte van de eerste bouwlaag van het hoofdgebouw + 0,25 m.
13.2.3 bouwregels bouwwerken geen gebouwen zijnde
  • a. de bouwhoogte van erf- of terreinafscheidingen mag niet meer bedragen dan 2 m met dien verstande dat de bouwhoogte van erf- of terreinafscheidingen die voor de voorgevellijn van de woning worden geplaatst niet meer mogen bedragen dan 1 m;
  • b. de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag niet meer bedragen dan 3 m.
13.3 nadere eisen

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd nadere eisen te stellen aan de situering, afmetingen, dakbeëindiging en kapvorm van de in dit artikel genoemde bebouwing, indien dit naar hun oordeel noodzakelijk is in verband met:

  • a. de bebouwingskarakteristiek van de omgeving en de beoogde stedenbouwkundige kwaliteit van het plan;
  • b. de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden en bouwwerken.

13.4 afwijken van de bouwregels
13.4.1 afwijken van de bouwregels

Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in:

  • a. het bepaalde in 13.2.1 sub b. voor een dakopbouw of een dakkapel.
13.5 afwijken van de gebruiksregels
13.5.1 afwijken van de gebruiksregels

Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in artikel 13.1 voor het toestaan van een aan huis verbonden bedrijf, mits:

  • a. de oppervlakte maximaal 25% van de vloeroppervlakte van de gebouwen bedraagt tot een maximum van 40 m²;
  • b. er geen sprake is van een duurzame ontwrichting van de bestaande distributieve voorzieningen of een ernstige verstoring van de verzorgingsstructuur;
  • c. het geen bedrijfsactiviteiten betreft die normaliter in een winkelcentrum of een winkelstraat worden uitgeoefend;
  • d. er geen sprake is van een onevenredige verkeersaantrekkende werking;
  • e. er geen detailhandel plaatsvindt behalve als ondergeschikte nevenactiviteit bij de uitoefening van een aan huis gebonden bedrijf.
13.5.2 voorwaarden voor het afwijken

Omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 13.5.1 kan slechts worden verleend, mits:

  • a. de belangen van de eigenaren en/of gebruikers van betrokken en nabijgelegen gronden niet onevenredig worden geschaad;
  • b. het straat-en bebouwingsbeeld niet onevenredig worden geschaad.