direct naar inhoud van 4.6 Externe veiligheid
Plan: Zeil- en surfcentrum Brouwersdam
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0511.GDRSurfcentrBrdam-BP40

4.6 Externe veiligheid

Toetsingskader

Bij ruimtelijke plannen dient ten aanzien van externe veiligheid naar verschillende aspecten te worden gekeken, namelijk:

  • bedrijven waar opslag, gebruik en/of productie van gevaarlijke stoffen plaatsvindt;
  • vervoer van gevaarlijke stoffen over weg, spoor of water en door buisleidingen.

In het externe veiligheidsbeleid wordt onderscheid gemaakt tussen het plaatsgebonden risico (PR) en het groepsrisico (GR). Het PR is de kans per jaar dat een persoon op een bepaalde plaats overlijdt als rechtstreeks gevolg van een ongeval met gevaarlijke stoffen, indien hij onafgebroken (dat wil zeggen 24 uur per dag gedurende het hele jaar) en onbeschermd op die plaats zou verblijven. Het PR wordt weergegeven met risicocontouren rondom een inrichting of langs een vervoersas. De norm voor het GR is een oriëntatiewaarde. De gemeente heeft een verantwoordingsplicht als het GR toeneemt en/of de oriëntatiewaarde overschrijdt.

Beleid gemeenten Goeree-Overflakkee

De gemeenten op Goeree-Overflakkee streven naar een evenwichtige afweging van veiligheidsbelangen en overige belangen. Hiertoe hebben de vier gemeenten op Goeree-Overflakkee gezamenlijk de 'Beleidsvisie Externe Veiligheid-Richting aan risico's op Goeree-Overflakkee' opgesteld. Deze beleidsvisie geeft inzicht in de risico's op Goeree-Overflakkee, bevat een aantal beleidsuitgangspunten en onderstreept een aantal wettelijke punten.

Onderzoek

Uit de provinciale risicokaart (www.risicokaart.nl) en de beleidsvisie externe veiligheid blijkt dat in de omgeving van het plangebied geen gevaarlijke stoffen over het water of door buisleidingen worden vervoerd. Over de Brouwersdam zelf vindt wel vervoer van gevaarlijke stoffen plaats. De PR 10-6-risicocontour ligt echter niet buiten de weg. Uit de beleidsvisie externe veiligheid blijkt dat het plangebied ook buiten het invloedsgebied voor het GR ligt. Het vervoer van gevaarlijke stoffen over de weg vormt dan ook geen belemmering voor de realisatie van het bestemmingsplan. In de directe omgeving van het plangebied liggen twee risicovolle inrichtingen, namelijk een propaantank en een chloortank. De propaantank ligt ongeveer 640 m van het plangebied, de chloortank ligt ongeveer 500 m van het plangebied. Voor de propaantank geldt een PR 10-6-risicocontour van 40 m. De PR 10-6-risicocontour van de propaantank bedraagt 0 m. Voor geen van deze inrichtingen geldt een invloedsgebied voor het GR. Aangezien het plangebied ver buiten de PR 10-6-risicocontouren ligt, vormen beide inrichtingen geen belemmering voor de realisatie van het bestemmingsplan.

Conclusie

Geconcludeerd wordt dat het aspect externe veiligheid de realisatie van het bestemmingsplan niet in de weg staat.