Plan: | Dijkstelweg 33, Ouddorp |
---|---|
Status: | onherroepelijk |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0511.GDRDijkstelweg33-BP40 |
Opbouw planregels
De regels van het bestemmingsplan bestaan uit de volgende onderdelen:
De inleidende bepalingen bestaan uit artikel 1 'Begripsbepalingen' en artikel 2 'Wijze van meten'. In het artikel Begripsbepalingen worden de definities gegeven van de begrippen die in de bestemmingsplanregels worden gehanteerd. De manier waarop moet worden gemeten is weergegeven in het artikel 'Wijze van meten'.
Agrarisch met Waarden
Het achterste deel van het terrein is bestemd als Agrarisch met Waarden. Binnen deze bestemming wordt zowel de agrarische bedrijfsvoering als hobbymatig agrarisch gebruik toegestaan, met behoud, herstel en ontwikkeling van cultuurhistorische waarden en natuur- en landschapswaarden. Dit sluit aan op de oorspronkelijke regeling uit het voorgaande bestemmingsplan. Voor de beoogde ontwikkeling wordt tevens extensieve recreatie toegestaan. Het houden van bijen is vanuit de plaatselijke verordening gebonden aan een aantal afstandsmaten tot omliggende woningen. Aan de hand van deze afstandsmaat (30 m) is een zonering op de verbeelding opgenomen waar het houden van bijen is toegestaan.
Op deze gronden mogen uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd ten behoeve van de bestemming.
Tot slot wordt ook voor bepaalde (grond)werkzaamheden een omgevingsvergunning voor de activiteit aanleggen verplicht gesteld, om hiermee de cultuurhistorische waarden en natuur- en landschapswaarden te beschermen.
Natuur - Schurvelingen
Langs een deel van de buitenrand van het plangebied ligt de bestemming Natuur - Schurvelingen. Hiermee worden de karakteristieke schurvelingen specifiek bestemd en beschermd. Ter plaatse is geen bebouwing toegestaan en geldt een omgevingsvergunningplicht voor werkzaamheden die de cultuurhistorische waarden en natuur- en landschapswaarden kunnen aantasten.
Recreatie - Dagrecreatie
Het voorste deel van het perceel, waarop zich ook het gebouw bevindt, is bestemd als Recreatie - Dagrecreatie. Binnen deze bestemming is extensieve dagrecreatie toegestaan, evenals maatschappelijke voorzieningen (voorzieningen op educatief, cultureel en sociaal vlak), detailhandel en horeca.
Omdat detailhandel en horeca sterk bepalend voor het ruimtelijk karakter kunnen zijn, zijn aan deze twee functies nadere voorwaarden verbonden. Voor de detailhandel is een maximum oppervlakte vastgelegd van 50 m². Voor de horeca-activiteiten is vastgelegd dat deze qua type afkomstig zijn uit ten hoogste categorie 1a van de Staat van Horeca-activiteiten en dat deze bovendien ten dienste staan aan de overige activiteiten.
Tuin
De strook grond voor het gebouw is bestemd als Tuin. Hierbinnen zijn geen gebouwen en overkappingen toegestaan. Op die manier houden de gronden, die direct aan de openbare weg grenzen, een open karakter. Ook het parkeren is toegestaan op deze gronden.
In dit onderdeel van de regels komen algemene regels aan de orde die gelden voor alle bestemmingen in het bestemmingsplan. De algemene regels bestaan uit de volgende artikelen.
Antidubbeltelregel
Een antidubbeltelregel wordt opgenomen om te voorkomen dat, wanneer volgens een bestemmingsplan bepaalde bouwwerken niet meer dan een bepaald deel van een bouwperceel mogen beslaan, het opengebleven terrein niet nog eens meetelt bij het toestaan van een ander gebouw of bouwwerk, waaraan een soortgelijke eis wordt gesteld.
De formulering van de antidubbeltelregel wordt bindend voorgeschreven in het Besluit ruimtelijke ordening (artikel 3.2.4 Bro).
Algemene bouwregels
Dit artikel bevat een algemene regeling waarmee bestaande afwijkingen van maten uit het bestemmingsplan mogen worden gehandhaafd, veranderd en/of vernieuwd. Aanpassingen die leiden tot grotere afwijkingen dan in de huidige situatie aan de orde zijn, worden niet toegestaan.
Tevens is een regel opgenomen op basis waarvan het verboden is een terrein te bebouwen op zodanige wijze dat daardoor op aansluitende terreinen strijdigheden ontstaan met de voor die gronden geldende regels. Indien er op zulke wijze reeds strijdigheden bestaan dan mogen deze worden gehandhaafd, maar niet worden vergroot.
Tot slot worden binnen bepaalde maten kleine overschrijdingen van bouwgrenzen door ondergeschikte bouwdelen als trappen, hellingbanen en balkons toegestaan en worden er regels gesteld aan ondergrondse bouwwerken.
Uitsluiting aanvullende werking bouwverordening
Deze bepaling geeft invulling aan de afstemmingsbepaling tussen de bouwverordening en het bestemmingsplan ingevolge artikel 9 van de Woningwet. Artikel 9 van de Woningwet regelt primair dat de bouwverordening buiten toepassing blijft voor zover deze niet overeenstemt met het desbetreffende bestemmingsplan. Voor zover het bestemmingsplan geen regels bevat ten aanzien van een onderwerp dat in de bouwverordening is geregeld, is de bouwverordening wel van toepassing, tenzij het bestemmingsplan anders bepaalt.
De bepaling dient als uitwerking van de laatste zinsnede en voorkomt dat de bouwverordening onbedoeld aanvullend werkt bij onderwerpen die in het bestemmingsplan bewust niet zijn geregeld, bijvoorbeeld omwille van globaliteit. De relevante onderwerpen staan allemaal in paragraaf 2.5 van de bouwverordening.
Algemene afwijkingsregels
In dit artikel wordt de mogelijkheid geboden aan het bevoegd gezag om af te wijken van de bestemmingsregels. Het betreft afwijkingsmogelijkheden ten behoeve van kleine overschrijdingen van maatvoeringen en bouwgrenzen, alsmede afwijkingsmogelijkheden ten behoeve van ontwikkelingen van algemeen nut. Bij de afwijkingsmogelijkheden zijn tevens voorwaarden opgenomen waaraan moet worden voldaan bij het verlenen van de omgevingsvergunning.
Algemene wijzigingsregels
In dit artikel is een regeling opgenomen die het college van burgemeester en wethouders de mogelijkheid geeft de bestemmingslegging te wijzigen voor gronden waar de bestemmingslegging niet conform de werkelijke situatie is opgenomen.
Overige regels
In dit artikel is een regeling opgenomen waarmee wordt vastgelegd dat daar waar het plan verwijst naar een wet, een algemene maatregel van bestuur, een verordening, een richtlijn of een andere (wettelijke) regeling, de betreffende verwijzing betrekking heeft op het bedoelde document zoals dat van kracht is op het moment van de terinzagelegging van het ontwerp van dit plan.
In het afsluitende onderdeel van de regels komen de overgangs- en slotregel aan de orde.
Overgangsrecht
De formulering van het overgangsrecht is bindend voorgeschreven in het Besluit ruimtelijke ordening (artikel 3.2.1 Bro).
Slotregel
Deze regel bevat de titel van het plan.