direct naar inhoud van 4.3 Cultuurhistorie
Plan: Dijkstelweg 33, Ouddorp
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0511.GDRDijkstelweg33-BP40

4.3 Cultuurhistorie

4.3.1 Archeologie

Regelgeving en beleid

Beleidskader

Als gevolg van het Verdrag van Valetta, dat in 1998 door het Nederlandse parlement is goedgekeurd en in 2006 zijn beslag heeft gekregen in de Monumentenwet 1988, moet in het ruimtelijk beleid zorgvuldig met het archeologische erfgoed worden omgegaan. Voor gebieden waar archeologische waarden voorkomen of waar reële verwachtingen bestaan dat ter plaatse archeologische waarden aanwezig zijn, dient voorafgaand aan bodemingrepen archeologisch onderzoek te worden uitgevoerd. De uitkomsten van het archeologisch onderzoek dienen vervolgens volwaardig in de belangenafweging te worden betrokken. Het Rijk heeft deze beleidsuitgangspunten neergelegd in onder meer de Cultuurnota 2005-2008.

Doelstelling van het Verdrag van Valetta is de bescherming en het behoud van archeologische waarden. Als gevolg van dit verdrag wordt in het kader van de ruimtelijke ordening het behoud van het archeologisch erfgoed meegewogen zoals alle andere belangen die bij de voorbereiding van het plan een rol spelen.

Het ISGO heeft archeologiebeleid voor Goeree-Overflakkee voorbereid. De daartoe opgestelde beleidsnota behandelt het wettelijk en beleidsmatig kader. De nota geeft aan hoe de gemeenten op Goeree-Overflakkee op een efficiënte en verantwoorde wijze in de toekomst kunnen omgaan met het archeologisch erfgoed. De gemeenten op Goeree-Overflakkee streven ernaar om het bodemarchief zoveel mogelijk in situ te bewaren. Bekende archeologische waarden worden door planaanpassing zo veel mogelijk ontzien. Zodoende kunnen archeologische waarden behouden blijven en worden opgravingskosten uitgespaard. Om het archeologisch erfgoed zo goed mogelijk te behouden en planaanpassing te kunnen realiseren, dienen archeologische informatie en belangen zo vroeg mogelijk te worden ingebracht en worden meegewogen in het proces van ruimtelijke ordening. Indien behoud van het bodemarchief niet mogelijk is, dient het gedocumenteerd te worden ('behoud ex situ').

Bij de beleidsnota hoort ook een beleidskaart, die inzichtelijk maakt waar welke verwachtingswaarde van toepassing is.

Onderzoek en conclusie

De Beleidskaart Archeologie Goeree-Overflakkee (figuur 4.1) laat zien dat voor het plangebied twee archeologische verwachtingswaarden gelden. De Dijkstelweg en de gronden direct daarlangs kennen waarde 4, terwijl de rest van het perceel waarde 5 kent. Deze twee waarden houden in dat archeologisch onderzoek verplicht is bij bouw- en grondwerkzaamheden dieper dan 50 cm én groter dan respectievelijk 500 m² en 2.500 m².

Omdat het plan niet voorziet in werkzaamheden van dergelijke omvang, is in het kader van dit bestemmingsplan geen archeologisch onderzoek nodig. Om eventuele werkzaamheden in de toekomst wel aan deze verplichting te koppelen, wordt een archeologische dubbelbestemming opgenomen die recht doet aan de genoemde verwachtingswaarden.

afbeelding "i_NL.IMRO.0511.GDRDijkstelweg33-BP40_0004.png"

Figuur 4.1 Uitsnede Beleidskaart Archeologie

4.3.2 Monumentale en beeldbepalende panden

De bebouwing is niet aangemerkt als monument dan wel als beeldbepalend pand.