direct naar inhoud van Artikel 11 Verkeer
Plan: Brouwersdam 2012
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0511.GDRBrouwersdam-BP30

Artikel 11 Verkeer

11.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Verkeer' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. wegen met ten hoogste 2 x 1 doorgaande rijstrook, alsmede opstelstroken, vluchtstroken, in- en uitvoegstroken, busstroken, voet- en fietspaden;
  • b. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie - trambaan': tevens een trambaan met bijbehorende voorzieningen zoals een station en perron;
  • c. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie - camperstandplaats'; tevens een camperstandplaats met ten hoogste 100 camperstandplaatsen;
  • d. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - garageboxen': tevens garages en bergplaatsen ten behoeve van recreatieappartementen;
  • e. bij deze bestemming behorende voorzieningen, zoals geluidswerende voorzieningen, groen, parkeervoorzieningen, nutsvoorzieningen, reclame-uitingen en water.

11.2 Bouwregels

Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels:

  • a. op deze gronden mogen uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen en geen overkappingen zijnde, worden gebouwd;
  • b. in afwijking van het bepaalde onder a zijn ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - garageboxen' garages en bergplaatsen toegestaan met een bouwhoogte van ten hoogste 3 m;
  • c. de bouwhoogte van vlaggenmasten bedraagt ten hoogste 6 m;
  • d. ter plaatse van de aanduiding 'antennemast' is één antennemast toegestaan met een bouwhoogte van 40 m;
  • e. de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, anders dan ten behoeve van de trambaan, de verkeersregeling, de wegaanduiding of de verlichting, bedraagt ten hoogste 3 m.

11.3 Wijzigingsbevoegdheid

Ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie - camperstandplaats' mag het college van burgemeester en wethouders de bestemming wijzigen om de bouw van algemene voorzieningen in de vorm van gebouwen en overkappingen mogelijk te maken, met dien verstande dat:

  • a. de goothoogte van gebouwen ten hoogste 3 m bedraagt;
  • b. de bouwhoogte van gebouwen ten hoogste 6 m bedraagt;
  • c. de bouwhoogte van overkappingen ten hoogste 3 m bedraagt;
  • d. ontheffing is verkregen van de minister om te bouwen in de waterkering.