direct naar inhoud van Artikel 13 Wonen
Plan: Goedereede, Verplaatsingsgebied
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0511.1251345000-BP40

Artikel 13 Wonen

13.1 Bestemmingsomschrijving

De voor "Wonen" aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. het wonen;
  • b. aan-huis-gebonden beroepen en kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten;
  • c. bij deze bestemming behorende voorzieningen, zoals erven, nutsvoorzieningen, parkeervoorzieningen, tuinen en water.

13.2 Bouwregels

Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels:

13.2.1 Hoofdgebouwen
  • a. hoofdgebouwen worden binnen het bouwvlak gebouwd;
  • b. de goothoogte van het hoofdgebouw bedraagt ten hoogste de met de maatvoeringaanduiding aangegeven goothoogte;

ter plaatse van de aanduiding "maximaal aantal wooneenheden" bedraagt het aantal woningen per bestemmingsvlak niet meer dan op de plankaart is aangeduid;

  • c. de inhoud van het hoofdgebouw inclusief aan-, uitbouwen en bijgebouwen bedraagt ten hoogste 650 m³;
  • d. de bouw van dakopbouwen is niet toegestaan;
  • e. de goothoogte van hoofdgebouwen mag worden overschreden door dakkapellen, indien:
    • 1. de afstand tot de nok en de zijkanten van het dakvlak ten minste 0,5 m bedraagt;
    • 2. de bouwhoogte van de dakkapel, gemeten vanaf de voet van de dakkapel, ten hoogste 1,5 m bedraagt;
    • 3. de breedte van dakkapellen aan de voor- of zijkant van het hoofdgebouw ten hoogste 50% van het dakvlak bedraagt;
    • 4. de breedte van dakkapellen aan de achterkant van het hoofdgebouw ten hoogste 70% van het dakvlak bedraagt.

13.2.2 Aan- en uitbouwen
  • a. de goothoogte van aan- en uitbouwen bedraagt ten hoogste 3 m;
  • b. de afstand van aan- en uitbouwen tot de voorgevel van de woning, of het verlengde daarvan, bedraagt ten minste 3 m.

13.2.3 Bijgebouwen
  • a. de goothoogte van bijgebouwen bedraagt ten hoogste 3 m;
  • b. de afstand van bijgebouwen tot de voorgevel van de woning, of het verlengde daarvan, bedraagt ten minste 3 m.

13.2.4 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde
  • a. de bouwhoogte van erfafscheidingen bedraagt ten hoogste 2 m;
  • b. de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, bedraagt ten hoogste 3 m;
  • c. het gezamenlijk oppervlak van overkappingen bedraagt ten hoogste 25 m²;
  • d. de afstand van overkappingen tot de voorgevel van de woning, of het verlengde daarvan, bedraagt ten minste 3 m.

13.3 Specifieke gebruiksregels

Met betrekking tot het gebruik gelden de volgende regels:

13.3.1 Beroep- en bedrijf-aan-huis

De uitoefening van aan-huis-gebonden beroepen en kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten is toegestaan, met dien verstande dat:

  • a. er geen horeca- en detailhandelsactiviteiten mogen plaatsvinden, uitgezonderd een beperkte verkoop ondergeschikt aan de uitoefening van het aan-huis-gebonden beroep en kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten;
  • b. er wordt voorzien in voldoende parkeergelegenheid;
  • c. het gebruik geen nadelige invloed heeft op de normale afwikkeling van het verkeer;
  • d. het vloeroppervlak ten behoeve van aan-huis-gebonden beroepen en de kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten ten hoogste 50 m² bedraagt.

13.3.2 Onbebouwde gronden

Voor onbebouwde gronden geldt:

  • paardenbakken en tennisbanen zijn niet toegestaan.

13.4 Ontheffingsbevoegdheid grotere inhoud bebouwing bij sanering

Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van de in lid 13.2.1 onder c genoemde inhoudsmaat ten behoeve van sanering, mits wordt voldaan aan de volgende regels:

  • a. het oprichten van gebouwen is uitsluitend toegestaan voor zover na inwerkingtreding van het plan èn voorafgaand aan de bouw een of meerdere gebouwen met een inhoud van minimaal het dubbele van het op te richten gebouw of de gebouwen zijn geamoveerd;
  • b. gebouwen mogen uitsluitend bij de sanering worden betrokken indien zij met inachtneming van het bepaalde bij of krachtens de Woningwet tot stand gekomen zijn.