Plan: | Wijzigingsplan 's-Gravendeelsedijk 175 |
---|---|
Status: | ontwerp |
Plantype: | wijzigingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0505.WP177Sgravddijk175-2001 |
B.V. Zeehavenbedrijf Dordrecht (hierna: ZHD) is een logistiek dienstverlener en heeft op de locatie 's-Gravendeelsedijk 175 te Dordrecht een op- en overslagbedrijf voor droge bulkgoederen, containers, stukgoederen en breakbulk.
Voldoende opslagfaciliteiten is een essentiële randvoorwaarde voor een efficiënt en duurzaam vervoer over water. ZHD heeft op de huidige terminal een groot ruimtegebrek. ZHD heeft daarom het voornemen om de terminal in Dordrecht uit te breiden met een terminal op de Prins Willen Alexanderkade (verder: de PWA-terminal). Ook wil ZHD haar bestaande terminal optimaliseren. Om deze ontwikkelingen mogelijk te maken is onder andere een revisie van de bestaande omgevingsvergunning milieu nodig in combinatie met het herverdelen van geluidruimte.
Het bestemmingsplan 'Zeehavens Dordrecht' voorziet in de mogelijkheid om de geluidruimte via een wijzigingsprocedure te herverdelen. Om die reden is het voorliggende wijzigingsplan opgesteld. Het wijzigingsplan heeft betrekking op de locatie van de huidige terminal en de aangrenzende Wilhelminahaven.
Figuur 1.1 Plangebied (blauwe contour)
Het plangebied betreft de deelgebieden D en F uit bijlage 1 van de regels van bestemmingsplan 'Zeehavens Dordrecht'. Deelgebied D is gelegen aan de 's-Gravendeelsedijk 175 in Dordrecht en betreft de huidige, bestaande terminal van ZHD. Deelgebied F beslaat de direct aangrenzend gelegen Wilhelminahaven.
Figuur 1.2 Uitsnede bijlage 1 regels vigerende bestemmingsplan, tekening deelgebieden
Ter plaatse vigeert het bestemmingsplan 'Zeehavens Dordrecht'. Dit plan is door de gemeenteraad vastgesteld op 25 juni 2013. Door de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State (ABRS) is uitspraak gedaan op 26 november 2014. Daarbij heeft de ABRS zelf in de zaak voorzien en de planregels op 1 onderdeel gewijzigd vastgesteld. Het betreffende onderdeel is niet relevant voor het onderhavige wijzigingsplan.
Figuur 1.3 Uitsnede vigerend bestemmingplan (plangebied aangeduid met witte contour)
Op de gronden vigeren de bestemmingen 'Bedrijf - 1' en 'Water - Haven'. De activiteiten passen binnen deze bestemmingen. In artikel 20.2.7 van de regels van het vigerende bestemmingsplan is een wijzigingsbevoegdheid opgenomen voor het wijzigen van de geluidbudgetten. Hiermee is het mogelijk het geluidbudget van een bouwperceel c.q. deelgebied te verhogen en gelijktijdig het geluidbudget van een ander bouwperceel c.q. deelgebied te verlagen. In hoofdstuk 4 wordt getoetst aan de regels voor het toepassen van deze wijzigingsbevoegdheid.
Hoofdstuk 2 geeft inzicht in de bestaande en toekomstige situatie. Hoofdstuk 3 bevat het relevante beleidskader. In hoofdstuk 4 wordt getoetst aan de wijzigingsregels. Een toelichting op de juridische regeling van het plan is opgenomen in hoofdstuk 5. De uitvoerbaarheid komt aan de orde in hoofdstuk 6.
De bestaande terminal van ZHD aan de 's-Gravendeelsedijk 175 (hierna: Hometerminal) heeft een omvang van circa 18 hectare en deze zal worden uitgebreid met de PWA-terminal, met een omvang van circa 8 hectare. De locatie en omgeving van de Hometerminal en PWA-terminal zijn weergegeven in figuur 2.1.
Figuur 2.1 Ligging van de Hometerminal en de PWA-terminal
De gronden in het bestemmingsplan 'Zeehavens Dordrecht' zijn in bijlage 1 bij de regels verdeeld in deelgebieden. Het plangebied betreft de deelgebieden D en F. Deelgebied D betreft volledig de bestaande terminal van B.V. Zeehavenbedrijf Dordrecht aan de 's-Gravendeelsedijk 175 in Dordrecht. In deelgebied F is een geluidreservering opgenomen (ter plaatse van de Wilhelminahaven) om toekomstige ontwikkelingen in en rondom dit havenbekken mogelijk te maken.
Emissiebudget deelgebied D (bijlage 1 bestemmingsplan)
Voor deelgebied D is in bijlage 1 is een indicatieve geluidsruimte in de vorm van emissiewaarden aangegeven. Uit het akoestisch onderzoek (zie bijlage 1) blijkt dat deze indicatieve emissiewaarden wijzigen.
Tabel 2.1 bevat een overzicht van de huidige en toekomstige opgenomen indicatieve emissiewaarden voor deelgebied D.
Tabel 2.1 Overzicht huidige en toekomstige indicatieve emissiewaarde deelgebied D
Huidig | Toekomstig | ||
Deelgebied D | 64-62-59 dB(A)/m2 | 69-68-63 dB(A)/m2 |
Immissiebudgetten deelgebieden D en F (bijlage 2 bestemmingsplan)
Voor de deelgebieden D en F zijn tevens bindende immissiebudgetten vastgelegd (zie bijlage 2 van het vigerende bestemmingsplan, in samenhang met de artikelen 20.2.1 en 1.26). Deze immissiebudgetten dienen te worden aangepast.
Uit het akoestisch onderzoek “ZHD Stevedores, terminal Dordrecht inclusief PWA-kade”, M.2017.0704.01.R001V20 (zie bijlage 1) blijkt dat de geluidsbelasting voor deelgebied D niet voldoet aan de immissiebudgetten zoals opgenomen in bijlage 2 van het vigerende bestemmingsplan. Dit immissiebudget wordt daarom verhoogd, waarbij ter compensatie gebruik wordt gemaakt van de ontwikkelruimte uit deelgebied F. Havenbedrijf Rotterdam heeft aangegeven in te stemmen met herverdeling van geluidruimte ten behoeve van de vergunningaanvraag van ZHD). De begrenzing en oppervlakte van de deelgebieden veranderen niet.
Het nieuwe immissiebudget voor deelgebied F heeft betrekking op het totale deelgebied, met een oppervlakte van 203.033 m2.
Nadere toelichting
Het bestemmingsplan 'Zeehavens Dordrecht' voorziet in een regeling om de beschikbare geluidruimte te verdelen. De basis is het geluidimmissiebudget dat per zonepunt per m2 in bijlage 2 van het bestemmingsplan voor alle deelgebieden is opgenomen. In het akoestisch onderzoek (zie bijlage 1) is de totale bijdrage van ZHD op de geluidzone (totale geluidimmisie) berekend. Door de zonebeheerder (OZHZ) is met behulp van het zonebeheersmodel, op basis van de in deelgebied D liggende geluidbronnen, daaruit de geluidemissie voor deelgebied D afzonderlijk afgeleid. Op basis daarvan is vervolgens door OZHZ het daarmee overeenkomende geluidimmissieniveau voor deelgebied D berekend.
Uit deze berekening blijkt dat het door ZHD aangevraagde geluidimmissieniveau per m2 voor deelgebied D op een aantal zonepunten hoger is dan in bijlage 2 van het bestemmingsplan is opgenomen. Vanuit deelgebied F is geluidimmissiebudget beschikbaar gesteld voor deelgebied D. Door de zonebeheerder is berekend met welke waarde het geluidimmissiebudget uit bijlage 2 van deelgebied F moet worden verlaagd, zodanig dat de totale geluidimmissie op de zonepunten voldoet en dat deze nog steeds past binnen de bestaande geluidzone. De aldus voor deelgebied D en F per zonepunt per m2 berekende geluidimmissieniveaus zijn opgenomen in dit wijzigingsplan.
Het plan dient getoetst te worden aan het vigerend rijks-, provinciaal en gemeentelijk beleid. Hieronder is het relevante beleid nader beschreven. Gezien de kleinschalige aard van het plan is dit onderdeel beperkt gehouden. Er geldt geen specifiek rijks- of regionaal beleid dat relevant is voor het plan.
De provincie heeft op grond van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht de taak om grote bedrijven te reguleren in relatie tot de leefomgeving. Dat betekent dat activiteiten van een bedrijf beoordeeld worden op gevolgen voor die leefomgeving. Dus wat is het effect van die activiteiten op het gebied van b.v. geluid, externe veiligheid, geur, stof, bodem, lucht- en waterkwaliteit? Hierbij wordt beoordeeld of het effect van die activiteiten valt binnen (wettelijke) grenzen met het doel om milieubelasting en overlast te beperken en tegelijk ruimte te geven voor het bedrijf om zijn activiteiten uit te voeren.
De provincie wil zorgen voor een gezonde en veilige leefomgeving, die inwoners beschermt tegen negatieve invloeden, zoals luchtvervuiling, bodemverontreiniging, veiligheidsrisico’s, geluid- en geuroverlast. Uitgangspunt hierbij is dat gewerkt wordt aan een circulaire economie met duurzame energievoorziening.
Toetsing
Het verplaatsen van de geluidbudgetten binnen de grenzen van het vigerende bestemmingsplan is niet in strijd met de Omgevingsvisie.
Het provinciaal beleid wordt planologisch geborgd door de Omgevingsverordening.
Eén van de speerpunten van het provinciaal ruimtelijk beleid is om de bebouwde ruimte beter te benutten, door herstructurering, intensivering en/of transformatie van het stedelijk gebied. Tegelijkertijd is er het streven om de leefkwaliteit van die bebouwde ruimte te verbeteren.
Toetsing
De ontwikkeling is niet in strijd met de Omgevingsverordening.
De beoogde ontwikkeling is niet in strijd met het provinciaal beleid.
De Omgevingsvisie 1.0 is door de gemeenteraad van Dordrecht vastgesteld op 28 april 2021 en vervangt de Structuurvisie 2040. Bij de afweging om af te wijken van het geldende bestemmingsplan speelt de omgevingsvisie een rol en moet worden beschouwd of het voorliggende initiatief bijdraagt aan de gestelde doelen. Ontwikkelende partijen geven bij nieuwe ontwikkelingen invulling aan doelen uit de Omgevingsvisie.
De centrale ambitie voor Dordrecht die spreekt uit de Omgevingsvisie 1.0 is de verdere ontwikkeling van de gemeente naar een groene, levendige stad met een veerkrachtige bevolking en een hoger welvaartsniveau, zodat het huidige voorzieningenniveau ook in de toekomst kan worden gewaarborgd. De hoofdopgave die de gemeenteraad van Dordrecht dan ook in de Omgevingsvisie heeft geformuleerd is groei van het aantal inwoners en arbeidsplaatsen. Binnenstedelijke groei wordt gezien als aanjager voor kwaliteitsverbetering van de stad en het vergroten van de leefbaarheid. De hoofdopgave moet gerealiseerd worden binnen de zeven doelen die de omgevingsvisie formuleert, waaronder ‘Dordrecht is een aantrekkelijke stad’.
Doel is het versterken van de economische positie van de regio en de inwoners door nieuwe, hoogwaardige bedrijvigheid en ondernemers aan te trekken. Daarnaast wordt de groei en het innovatief vermogen van bestaande bedrijvigheid gestimuleerd. Dit moet leiden tot 30.000 extra arbeidsplaatsen voor de Drechtsteden. Deze groei vindt vooral plaats in de groothandel/logistiek, ICT, financiële- en zakelijke dienstverlening en zorg en welzijn. Uiteraard moet in de overal vertegenwoordigde maakindustrie het aantal banen toenemen. Naast de zorg voor een aantrekkelijk vestigings- en ondernemersklimaat, is een op de vraag van de bedrijven toegesneden (kwalitatieve) beroepsbevolking (op alle niveaus) van groot belang.
Toetsing
De optimalisering van ZHD draagt bij aan de hoogwaardige bedrijvigheid in Dordrecht. De uitbreiding en optimalisering van de logistieke dienstverlening versterken de positie van het zeehaventerrein en dragen bij aan de werkgelegenheid van de regio.
Het Actieplan Geluid 2019-2023 vloeit voort uit de Europese Richtlijn Omgevingslawaai. Industrielawaai afkomstig van gezoneerde terreinen valt buiten de scope van het actieplan. Het actieplan is daarom niet relevant voor dit wijzigingsplan.
Een vitale economie is gebaat bij een aantrekkelijke leef- en werkomgeving: veilig, duurzaam, mooi en gezond. Dat betekent onder andere het beperken en voorkomen van bijvoorbeeld milieuhinder door verkeer en industrie.
Om zich als zelfstandige regio te positioneren is het van belang dat er een compleet aanbod voor wonen, werken en recreatie voorhanden is voor bewoners, bezoekers en gebruikers van de regio. Interne samenwerking, zoals die nu vorm krijgt, moet leiden tot een helder en afgewogen totaalbeeld van attracties, voorzieningen en werkgelegenheid.
Toetsing
De economische visie gaat niet in op het aspect geluid. De optimalisatie van het terrein van ZHD draagt bij aan het versterken van de positionering van het zeehavengebied van Dordrecht.
In 2012 is de gemeente Dordrecht een samenwerking met HbR aangegaan gericht op het beheer en de exploitatie van het Zeehavengebied Dordrecht. Afspraken zijn vastgelegd in een samenwerkingsovereenkomst, die onder meer is gericht op versterking van de (sociaal- )economische positie van het Zeehavengebied, het genereren van meer bedrijvigheid, en de optimalisatie van het ruimtegebruik en de bereikbaarheid door de benutting van leegstaande en extensief gebruikte terreinen. De drie beoogde ontwikkelingen in de overeenkomst richten zich op de ontwikkeling van Duivelseiland, de ontwikkeling van de Wilhelminahaven en de ontwikkeling van de PWA-kade. Belangrijk speerpunt bij de ontwikkeling van het Zeehavengebied is om zoveel mogelijk kaderuimte te benutten voor zeehaven/watergerelateerde activiteiten en daarnaast zoveel mogelijk bij te dragen aan andere gemeentelijke doelstellingen.
Toetsing
De ontwikkeling van ZHD past binnen de kaders voor de ontwikkeling. Met name aan de voornaamste kaders van versterking van de positie van het Zeehavengebied en optimalisatie van ruimtegebruik en de ontwikkeling van de PWA-kade, wordt een nadrukkelijke invulling gegeven. Er is bij deze ontwikkeling ook een bijdrage aan andere doelstellingen, zoals het in standhouden en creëren van werkgelegenheid, gelet op het type bedrijf is dit echter beperkt in omvang. Door HbR worden de plannen van ZHD als positief ervaren en gezien als versterking van het maritieme cluster. HbR en ZHD voeren al langere tijd constructief overleg inzake de herontwikkeling en uitbreiding van de ZHD activiteiten te Dordrecht. Voor de uitbreiding met de PWA-terminal verkrijgt ZHD het terrein in erfpacht van HbR, hiertoe is een overeenkomst tot uitgifte getekend.
In het vigerende bestemmingsplan 'Zeehavens Dordrecht' zijn wijzigingsregels opgenomen voor het op geluidsneutrale wijze 'herverdelen' van geluidbudgetten, zie tabel 4.1.
Tabel 4.1 Wijzigingsregels vigerend bestemmingsplan
![]() |
Aan deze voorwaarden is in paragraaf 4.2 getoetst. Hieruit volgt dat aan de voorwaarden kan worden voldaan.
Toetsing aan lid 1: bedrijfseconomische noodzaak
ZHD is een 100% dienstverlener voor de zee- en binnenvaart gerelateerde logistiek. Zowel de hoeveelheden als het type lading verandert daarmee constant afhankelijk van de economische ontwikkelingen en de fluctuaties in vraag- en aanbod in de sectoren waarin de klanten van ZHD actief zijn. Het laden en lossen van zeeschepen is een onregelmatig proces met pieken en dalen in het werkaanbod en onverwachte aanpassingen in de planning hiervan. Dit laatste wordt versterkt door de invloeden van weersomstandigheden en de langere of kortere duur van de zeereis van de zeeschepen. De binnenvaartschepen hebben te maken met beperkingen voor de bevaarbaarheid van rivieren als gevolg van hoge of lage waterstanden.
De genoemde fluctuaties in de aan- en afvoer van goederen dienen te kunnen worden opgevangen met opslagcapaciteit in de zeehavens. De behoefte hieraan is groot en neemt de komende jaren verder toe. Voldoende opslagfaciliteiten is een essentiële randvoorwaarde voor een efficiënt en duurzaam vervoer over water. Om op deze ontwikkelingen in te kunnen spelen heeft ZHD daarom het voornemen om voor de terminal in Dordrecht een revisievergunning aan te vragen, waarin ook de uitbreiding van de bestaande terminal met de PWA-terminal wordt meegenomen. Dit terrein, 8 hectaren in omvang en ontsloten door 400 meter zeekade, zal het ruimtegebrek van ZHD opheffen, zodat ZHD toekomstbestendig invulling kan geven aan de in de haven benodigde opslagcapaciteit.
Voor de bestaande terminal heeft ZHD een hoger geluidbudget nodig. Die noodzaak is in een uitgebreid akoestisch onderzoek (DGMR, M2017.0704.01.R001v20, zie bijlage 1) aangetoond. Dat hogere budget kan worden bewerkstelligd door een deel van het immissiebudget van deelgebied F (de Wilhelminahaven) aan te wenden.
Met het verkleinen van het geluidbudget op deelgebied F is deze verdere duurzame bedrijfseconomische ontwikkeling van de Wilhelminahaven nog steeds gewaarborgd. De Wilhelminahaven is door gemeente Dordrecht in erfpacht uitgegeven aan Havenbedrijf Rotterdam. HbR is daarmee eigenaar van het geluidbudget van de Wilhelminahaven.
HbR heeft schriftelijk ingestemd met deze herverdeling van geluidruimte.
Toetsing aan lid 2a: Hoger geluidbudget nodig ondanks toepassing BBT
In het voortraject is een tweetal knelpunten wat betreft het beschikbare geluidsbudget geconstateerd:
Over beide onderwerpen heeft uitgebreid overleg plaatsgevonden tussen gemeente, OZHZ, HbR en ZHD. Voor wat betreft het nestgeluid heeft dit ZHD doen besluiten haar bedrijfsvoering op onderdelen aan te passen, zodat het nestgeluid ingepast kan worden in het geluidsmodel. Dit betekent dat er voor het nestgeluid geen extra geluidruimte nodig is. Voor wat betreft de herziene wijze van bronvermogen bepaling en de volledige actualisatie van het geluidsmodel is, ondanks de toepassing van maatregelen (zie hierna) de geluidruimte van deelgebied D ontoereikend om de revisievergunning milieu te kunnen verlenen. Daarom is het noodzakelijk om een deel van de geluidruimte van de Wilhelminahaven toe te kennen aan ZHD. Zoals reeds aangegeven heeft HbR dit onderkend en aangegeven hiermee in te stemmen.
In het akoestisch onderzoek van DGMR zijn de maatregelen beschreven die door ZHD reeds worden getroffen respectievelijk extra worden getroffen, om te voldoen aan de best beschikbare technieken (BBT). Ook worden verdergaande extra maatregelen door ZHD getroffen waarmee ZHD verder gaat dan de BBT eis en sprake is van BBT+ (zie het akoestisch onderzoek).
Een breed scala van aan de tekentafel te bedenken maatregelen (bijvoorbeeld een andere wijze van de opbouw van het schrootbed) zijn beoordeeld op praktische haalbaarheid en effectiviteit, deze blijken echter geen relevant effect op de geluidbelasting te hebben. Alleen met zeer rigoureuze maatregelen (zoals het volledig overkappen van de schrootterminal over de zeeschepen en de kranen heen) zou de behoefte aan extra geluidbudget kunnen worden weggenomen. Deze maatregelen kosten honderden miljoenen euro's en zijn om technische, nautische, en veiligheidstechnische redenen op geen enkele wijze haalbaar (zie het akoestisch onderzoek).
Hiermee is aangetoond dat ook met toepassing van BBT en zelfs na het treffen van BBT+-maatregelen, er behoefte blijft bestaan aan extra geluidbudget.
Toetsing aan lid 2b: Voldoen aan geluidzone en op de woningen
Door de zonebeheerder OZHZ is geoordeeld dat wordt voldaan aan de toelaatbare geluidbelasting van 50 dB(A) op de zonegrens. Ook is gebleken dat aan de maximaal toelaatbare geluidbelasting (MTG) op de MTG-woningen wordt voldaan. Zie bijlage 2.
Toetsing aan lid 3: Advies inwinnen bij Omgevingsdienst Zuid-Holland Zuid
Bij de voorbereiding van dit plan is intensief overleg gevoerd met OZHZ. Opmerkingen van OZHZ op concepten van het akoestisch onderzoek (inclusief het akoestisch model) en het concept ontwerpwijzigingsplan zijn verwerkt. OZHZ heeft schriftelijk ingestemd met de voorgenomen bestemmingswijziging (zie bijlage 2).
Dit wijzigingsplan maakt na vaststelling integraal onderdeel uit van het bestemmingsplan 'Zeehavens', zoals vervat in de bestandenset met planidentificatie NL.IMRO.0505.BP177Zeehavens-3002. Dit betekent dat alle algemene bepalingen en bestemmingen die op het bestemmingsplan van toepassing zijn (zoals bijvoorbeeld de begripsbepalingen en de wijze van meten) ook voor dit plan gelden.
Voor deelgebied D worden de indicatieve emissiewaarden uit bijlage 1 van het bestemmingsplan verhoogd (zie ook paragraaf 2.1). De nieuwe indicatieve emissiewaarden voor deelgebied D zijn opgenomen in artikel 3.
Daarnaast worden de immissietabellen uit bijlage 2 van het bestemmingsplan aangepast voor de deelgebieden D en F (zie ook paragraaf 2.1). De nieuwe immissiebudgetten zijn opgenomen in artikel 4.
De verbeelding van het bestemmingsplan 'Zeehavens Dordrecht' van de gemeente Dordrecht, zoals vastgesteld op 26 november 2014, blijft ongewijzigd van toepassing.
Dit plan voorziet niet in aangewezen bouwplannen in de zin van artikel 6.12 Wro jo. artikel 6.2.1 Bro. De kosten van de ontwikkeling komen voor rekening van initiatiefnemer. De gemeente acht het plan economisch uitvoerbaar.
Participatie
Voorafgaand aan het voornemen is door ZHD een participatietraject doorlopen, conform de Participatieverordening van de Gemeente Dordrecht. De resultaten zijn verwerkt in een Participatieverslag. Dit is als bijlage 3 bij dit ontwerpwijzigingsplan is gevoegd.
Samengevat zijn de resultaten van de participatie als volgt. De reacties van de aanwezige inwoners van Zwijndrecht en Dordrecht over de bewonersavond waren positief. De aanwezigen waardeerden de openheid van ZHD, de duidelijke informatie, en het feit dat ZHD openstaat voor reacties vanuit haar omgeving en daar ook gehoor aan geeft. Dat wil niet zeggen dat alle zorgen van bewoners verdwenen zijn. ZHD blijft een 24-uurs bedrijf waar bewoners hinder van kunnen ondervinden. Wel heeft de bewonersavond ervoor gezorgd dat het wederzijds begrip is vergroot en heeft het bij ZHD geleid tot extra bewustwording voor aspecten die hinder kunnen veroorzaken.
Wettelijk overleg
In het kader van het overleg als bedoeld in artikel 3.1.1 van het Besluit ruimtelijke ordening is het plan op 30 september 2022 per mail toegezonden aan:
Daarnaast is het digitale formulier van de provincie Zuid-Holland ingediend.
In de mail werd verzocht om vóór 21 oktober 2022 te reageren, indien het plan daartoe aanleiding gaf. Uit de reactie van de provincie blijkt dat het plan niet voor advies behoeft te worden toegezonden. Van de gemeente Hoekse Waard is alleen een ontvangstbevestiging ontvangen. De gemeente Zwijndrecht heeft een inhoudelijke reactie ontvangen waarop hieronder nader wordt ingegaan. Van de overige overlegpartners is geen reactie ontvangen.
Overlegreactie gemeente Zwijndrecht
Vanuit Zwijndrecht zijn er veel klachten over geluidsoverlast die ZHD veroorzaakt. De kans is heel groot deze overlast straks alleen nog maar erger wordt. Aangezien wij het erg belangrijk vinden dat er sprake is van een goed woon- en leefklimaat voor onze inwoners, vragen dan ook om te zorgen voor goede mogelijkheden om het geluid dat ZHD produceert te controleren en te handhaven.
Gemeentelijke reactie
Naar aanleiding van het concept ontwerpwijzigingsplan 's-Gravendeelsedijk 175 heeft u een overlegreactie gestuurd. U geeft aan dat ZHD geluidoverlast veroorzaakt in Zwijndrecht en u schat in dat de kans dat de geluidoverlast erger wordt toeneemt met de voorgenomen wijziging van het bestemmingsplan. Ten behoeve van een goed woon- en leefklimaat voor uw inwoners vraagt u om te zorgen voor goede mogelijkheden om het geluid van ZHD te controleren en te handhaven.
Aanleiding voor het wijzigen van het bestemmingsplan is het voornemen van ZHD om de PWA-kade en het achterliggend terrein In de Dordtse Zeehavens in gebruik te nemen. De milieuvergunning die hiervoor wordt aangevraagd beslaat ook de revisie van de huidige, oude milieuvergunning voor de hometerminal van ZHD. De activiteiten van die hometerminal blijken meer geluid te maken dan in 2005 gemodelleerd en berekend. Dat komt onder meer omdat wij vinden dat het nestgeluid van zeeschepen moet worden meegerekend, iets wat van de provincie in 2005 niet hoefde.
Het voorgenomen wijzigingsplan voorziet erin dat de geluidruimte wordt herverdeeld. Havenbedrijf Rotterdam staat een fors deel van de geluidruimte die voor de Wilhelminahaven is gereserveerd af aan ZHD ten behoeve van de hometerminal. Met die extra geluidruimte kan ZHD de huidige activiteiten op de hometerminal voortzetten. Er komt voor de hometerminal geen geluidruimte beschikbaar om daar nieuwe activiteiten te ontwikkelen. De voorgenomen activiteiten voor de PWA-kade zijn vergunbaar op grond van de voor die locatie beschikbare geluidruimte. De schrootactiviteiten van ZHD, de voor geluid bepalende activiteit, blijven beperkt tot de hometerminal.
De voorgenomen herverdeling van geluidruimte blijft binnen de voor het industrieterrein beschikbare geluidruimte. Er wordt daarbij voldaan aan de zonegrens en de maximaal toelaatbare geluidbelasting op omliggende woningen. De herverdeling gaat ook niet ten koste van geluidruimte van andere bedrijven of percelen op het gezoneerde industrieterrein Groote Lindt/Dordt-West.
De meldingen die er in beide gemeenten af en toe zijn van geluidhinder vanuit het gebied betreffen vaak zogenaamde piekgeluiden. Piekgeluid wordt niet geregeld in de geluidverdeling voor het industrieterrein zoals die in de betreffende bestemmingsplannen in Zwijndrecht en Dordrecht is vastgelegd. De regels voor piekgeluid worden vastgelegd in de milieuvergunning. De Omgevingsdienst heeft in de aanloop naar een nieuwe revisievergunning gewerkt aan verbeteringen, onder meer in het vastleggen van de meetpunten. Daarmee kunnen bepalende geluidactiviteiten beter worden gemeten en gecontroleerd.
Zienswijzen
Het ontwerpwijzigingsplan zal gedurende zes weken ter inzage liggen. Gedurende deze termijn kunnen door een ieder zienswijzen worden ingediend. De eventuele zienswijzen worden samengevat en beantwoord in een Nota zienswijzen.