direct naar inhoud van Regels

Provweg111c

Status: vastgesteld
Idn: NL.IMRO.0505.WP173Provweg111c-3001

Regels wijzigingsplan Provincialeweg 111c

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

HOOFDSTUK 1 Inleidende regels

 

Artikel 1 Begrippen

 

1.1 het plan

het wijzigingsplan Provincialeweg 111c met identificatienummer NL.IMRO.0505.WP173Provweg111c-3001 van de gemeente Dordrecht.

 

1.2 wijzigingsplan

de geometrisch bepaalde planobjecten met bijbehorende regels en de daarbij behorende bijlagen.

 

1.3 moederplan

Het bestemmingsplan Nieuwe Dordtse Biesbosch, bestaande uit geometrisch bepaalde planobjecten als vervat in het GML-bestand NL.IMRO.0505.BP173 Ndb-3004, met de bijbehorende regels, verbeelding en bijlagen, zoals vastgesteld door de gemeenteraad van Dordrecht op 23 september 2015.

 

HOOFDSTUK 2 Bestemmingsregels

 

Artikel 2 Werking

 

De regels van Hoofdstuk 1 en Hoofdstuk 3 van het moederplan zijn op dit plan van toepassing, met inachtneming van het bepaalde in de volgende artikelen.

 

 

Artikel 3 Recreatie - 1

 

 

3.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Recreatie - 1 aangewezen gronden zijn bestemd voor:

a. dagrecreatie;

b. recreatieve dienstverlening;

c. natuurontwikkeling;

d. groenvoorzieningen;

e. water, waterpartijen;

f. bij de bestemming behorende voorzieningen, zoals verhardingen, paden, parkeervoorzieningen en speelvoorzieningen,

een en ander met inachtneming van het bepaalde in lid 3.3.

 

3.2 Bouwregels

Voor het bouwen gelden de volgende regels:

 

3.2.1 Bouwen algemeen

Toegestaan zijn gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, met dien verstande dat ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning'ten hoogste één bedrijfswoning is toegestaan.

 

3.2.2 Gebouwen

Voor gebouwen gelden de volgende regels:

  1. bouwen is uitsluitend toegestaan ter plaatse van de aanduiding 'bouwvlak';

  2. de bouwhoogte bedraagt ten hoogste de in de verbeelding aangegeven hoogtemaat;

  3. het bebouwd oppervlak bedraagt ten hoogste de in de verbeelding aangegeven oppervlaktemaat;

  4. de inhoud van een bedrijfswoning met bijbehorende aan- en bijgeouwen bedraagt ten hoogste 800 m3;

  5. behoudens vergunningvrije bouwwerken als bedoeld in artikel 2 bijlage II Besluit omgevingsrecht zijn geen bijbehorende bouwwerken toegestaan;

  6. behoudens vergunningvrije bouwwerken als bedoeld in artikel 2 bijlage II Besluit omgevingsrecht zijn geen bouwwerken, geen gebouwen zijnde toegestaan.

 

3.2.3 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

 

Voor bouwwerken, geen gebouwen zijnde gelden de volgende regels:

-de ten hoogste toelaatbare bouwhoogte bedraagt voor:

- erfafscheidingen voor de voorgevelrooilijn 1 m

- overige erfafscheidingen 3 m

- speelvoorzieningen 9 m

- lichtmasten 9 m

- antennemasten op/aan een gebouw (t.o.v. voet antenne) 5 m

- een uitkijktoren 9 m

- overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde 4 m.

-lichtreclames zijn niet toegestaan.

 

3.3 Specifieke gebruiksregels

Voor het gebruik gelden de volgende regels:

  1. een manege, penionstal, volkstuinen, tuincentrum, agrarisch bedrijf, agrarsich loonbedrijf en/of een recreatieplas zijn niet toegestaan;

  2. ondergeschikte horeca is toegestaan tot een brutovloeroppervlakte van 100 m2.

  3. ter plaatse van de aanduiding milieuzone-verontreinigd gebied is het niet toestaan onverharde gronden als speelterreinen te gebruiken.

 

 

 

 

Artikel 4 Waarde - Archeologie 2

Op de voor 'Waarde - Archeologie 2' bestemde gronden zijn de regels zoals vermeld in artikel 21 en de in samenhang daarmee van toepassing zijnde overige regels van het moederplan van overeenkomstige toepassing, een en ander met uitzondering van de regels waarin dit plan zelf voorziet.

 

 

Artikel 5 Grondwaterbeschermingsgebied

Op de voor 'Milieuzone - Grondwaterbeschermingsgebied' bestemde gronden zijn de regels uit artikel 26.3 en de in samenhang daarmee van toepassing zijne overige regels van het moederplan van overeenkomstige toepassing, een en ander met uitzondering van de regels waarin dit plan zelf voorziet.

 

 

HOOFDSTUK 3 Algemene regels

 

Artikel 6 Anti-dubbeltelregel

Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.

 

 

Artikel 7 Algemene bouwregels

 

7.1 Parkeren, laden en lossen

 

7.1.1 Parkeren

Een (verandering van een) bouwwerk, waarvan een behoefte aan parkeergelegenheid wordt verwacht, kan niet worden gebouwd wanneer op het bouwperceel niet in voldoende parkeergelegenheid is voorzien en in stand wordt gehouden. Bij de beoordeling van een aanvraag van een omgevingsvergunning activiteit bouwen wordt aan de hand van de "Beleidsregels parkeren bij nieuwbouwprojecten" bepaald of er sprake is van voldoende parkeergelegenheid. Indien deze beleidsregels gedurende de planperiode worden gewijzigd, wordt rekening gehouden met de wijziging.

 

7.1.2 Laden en lossen

Indien de bestemming van een gebouw aanleiding geeft tot een te verwachten behoefte aan

ruimte voor het laden of lossen van goederen, moet in deze behoefte in voldoende mate zijn

voorzien aan, in of onder dat gebouw, dan wel op of onder het onbebouwde terrein dat bij dat

gebouw behoort.

 

7.1.3 Afwijken

Burgemeester en wethouders kunnen met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in de leden 7.1.1 en 7.1.2:

  1. indien het voldoen aan die bepalingen door bijzondere omstandigheden op overwegende bezwaren stuit; of

  2. voor zover op andere wijze in de nodige parkeer- of stallingruimte, dan wel laad- of losruimte wordt voorzien.

 

HOOFDSTUK 4 Overgangs- en slotregels

 

Artikel 8 Overgangsrecht bouwen

 

8.1 Overgangsrecht

Een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een omgevingsvergunning voor het bouwen, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot,

  1. gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd;

  2. na het teniet gaan ten gevolge van een calamiteit geheel worden vernieuwd of veranderd, mits de aanvraag van de omgevingsvergunning voor het bouwen wordt gedaan binnen twee jaar na de dag waarop het bouwwerk is teniet gegaan.

 

8.2 Afwijken

Het bevoegd gezag kan eenmalig in afwijking van het eerste lid een omgevingsvergunning verlenen voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld in het eerste lid met maximaal 10%.

 

8.3 Illegale bebouwing

Het eerste lid is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan.

 

Artikel 9 Overgangsrecht gebruik

 

9.1 Overgangsrecht

Het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet.

 

9.2 Veranderen gebruik

Het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld in het eerste lid, te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdige gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind.

 

9.3 Onderbreking gebruik

Indien het gebruik, bedoeld in het eerste lid, na het tijdstip van inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten.

 

9.4 Reikwijdte

Het eerste lid is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.

 

Artikel 10 Slotregel

Deze regels worden aangehaald als: Regels van het Wijzigingsplan Provincialeweg 111c.