Direct naar inhoud
Plan:Geluidsschermen N3 / Middenzone
Status:vastgesteld
Plantype:bestemmingsplan
IMRO-idn:NL.IMRO.0505.BP210Geluidn3-3001

Toelichting Bestemmingsplan

Geluidsschermen N3 / Middenzone

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 [image]

Gemeente: Dordecht

Fase: vaststelling

Datum: april 2022

Inhoudsopgave

 

Hoofdstuk 1 Inleiding

1.1 Aanleiding en doel

1.2 Ligging en begrenzing plangebied

1.3 Vigerende bestemmingsplannen

Hoofdstuk 2 Planbeschrijving

2.1 Huidige situatie

2.2 Toekomstige situatie

Hoofdstuk 3 Omgevingsaspecten

3.1 Archeologie en cultuurhistorie

3.1.1 Regelgeving en beleid

3.1.2 Onderzoek

3.1.3 Conclusie

3.2 Bodemkwaliteit

3.2.1 Regelgeving en beleid

3.2.2 Onderzoek

3.2.3 Conclusie

3.3 Duurzaamheid

3.3.1 Regelgeving en beleid

3.3.2 Onderzoek

3.3.3 Conclusie

3.4 Externe veiligheid

3.4.1 Regelgeving en beleid

3.4.2 Onderzoek

3.4.3 Conclusie

3.5 Flora en Fauna (natuur)

3.5.1 Regelgeving en beleid

3.5.2 Onderzoek

3.5.3 Conclusie

3.6 Geluid

3.6.1 Regelgeving en beleid

3.6.2 Onderzoek

3.6.3 Conclusie

3.7 Luchtkwaliteit en stikstof

3.7.1 Regelgeving en beleid

3.7.2 Onderzoek

3.7.3 Conclusie

3.8 Ruimtelijke kwaliteit

3.8.1 Regelgeving en beleid

3.8.2 Onderzoek

3.8.3 Conclusie

3.9 Verkeer en vervoer

3.9.1 Regelgeving en beleid

3.9.2 Onderzoek

3.9.3 Conclusie

3.10 Water

3.10.1 Regelgeving en beleid

3.10.2 Onderzoek

3.10.3 Conclusie

3.11 Ondergrond

3.12 M.e.r.-beoordelingsplicht

3.12.1 Regelgeving en beleid

3.12.2 Onderzoek

3.12.3 Conclusie

Hoofdstuk 4 Juridische planbeschrijving

4.1 Planmethodiek

4.2 Inleidende regels

4.3 Bestemmingen

4.4 Algemene regels

4.5 Overgangs- en slotregels

Hoofdstuk 5 Economische uitvoerbaarheid

Hoofdstuk 6 Maatschappelijke uitvoerbaarheid

6.1 Inspraak

6.2 Overleg

 

 

Bijlagen:

 

Hoofdstuk 1 Inleiding

 

1.1 Aanleiding en doel

 

Aanleiding

Langs de rijksweg N3 is het nodig meerdere geluidsschermen te realiseren ten behoeve van toekomstige nieuwbouwontwikkelingen in het aangrenzende gebied Gezondheidspark Middenzone-West. Het bouwplan voor dit gebied kan alleen uitgevoerd worden indien geluidsschermen tot maximaal 6 meter hoog worden geplaatst. De verwachte locaties van de geluidsschermen vallen in vier verschillende bestemmingsplannen: 'Gezondheidspark West-Middenzone', '2e herziening Leerpark', 'Wielwijk, Crabbehof en Zuidhoven' en 'Sterrenburg'. In het merendeel van deze bestemmingsplannen is het in beginsel mogelijk geluidsschermen te realiseren langs de N3, maar blijkt de regeling net niet ruim of duidelijk genoeg. Daarnaast verschillen de regels onderling waardoor onduidelijkheden ontstaan. Onderliggend bestemmingsplan moet het mogelijk maken geluidsschermen te realiseren. De vigerende bestemmingsplannen worden aangepast zodat geluidsschermen van voldoende hoogte gerealiseerd kunnen worden. Dit is noodzakelijk om de bouwplannen Middenzone op een akoestisch aanvaarbare wijze te realiseren.

 

Doel

Dit bestemmingsplan Geluidschermen N3 / Middenzone moet het mogelijk maken geluidsschermen van voldoende hoogte te realiseren ten behoeve van toekomstige nieuwbouwontwikkelingen in het aangrenzende gebied Gezondheidspark.

In welke vorm en tot welke hoogte de schermen uiteindelijk gerealiseerd zullen worden is geen onderwerp van dit bestemmingsplan en wordt in een aanbestedingsprocedure bepaald. Dit bestemmingsplan geeft alleen aan welke bouwmogelijkheden maximaal geboden worden.

 

 

1.2 Ligging en begrenzing plangebied

Het plangebied ligt centraal in het Eiland van Dordrecht en wordt begrensd door:

 

 

 [image]

Ligging plangebied

 

 

1.3 Vigerende bestemmingsplannen

Op de locaties waar de verschillende geluidsschermen naar verwachting zullen komen gelden op dit moment vier bestemmingsplannen. Hieronder worden deze vier bestemmingsplannen beschreven.

 

Dit bestemmingsplan is vastgesteld op 15 december 2020. Op de plaats waar de geluidsschermen naar verwachting komen gelden de bestemmingen 'Groen' en 'Verkeer' en dubbelbestemmingen 'Leiding-Water', 'Waarde-archeologie 2' en 'Leiding-Gas'. In beide bestemmingen zijn geluidafschermende voorzieningen toegestaan met een maximale toegestane bouwhoogte van 10 meter. Ter plaatse van de aanduiding 'Leiding-Gas' geldt een maximale bouwhoogte voor bouwwerken, geen gebouw zijnde van 2 meter.

 

Dit bestemmingsplan is vastgesteld op 14 oktober 2014. Voor de N3 die in dit bestemmingsplan is betrokken en specifiek ter plaatse van de verwachtte geluidsschermen geldt de bestemming 'Verkeer' en dubbelbestemming 'Waarde-Archeologie 2'. Geluidsschermen zijn niet expliciet opgenomen in de bestemming 'Verkeer'. Het is de vraag of geluidsschermen als een bij de bestemming 'Verkeer' horende voorziening is te zien, omdat geluidsschermen een functie dienen ten behoeve van woningbouw en niet ten behoeve van (verbetering van) verkeer. De maximaal toegestane bouwhoogte voor de N3 bedraagt 20 meter. Ook hier geldt de aanduiding 'Veiligheidszone - vervoer gevaarlijke stoffen'.

 

Dit bestemmingsplan is vastgesteld op 24 juni 2014. Ter plaatse van de verwachte locatie van de geluidsschermen geldt de bestemming 'Verkeer' en de dubbelbestemmingen 'Waarde-Archeologie 3' en 'Leiding - Leiding'. In de bestemming 'Verkeer' zijn geluidwerdende voorzieningen toegestaan met een maximale bouwhoogte van 9 meter. Binnen de aanduiding 'Veiligheidszone - vervoer gevaarlijke stoffen' is het alleen niet toegestaan zonder omgevingsvergunning te bouwen.

 

Dit bestemmingsplan is vastgesteld op 28 augustus 2012. Op de locatie waar de geluidsschermen naar verwachting gaan komen geldt de bestemming 'Groen' en dubbelbestemming 'Waarde - Archeologie 2'. In de bestemming 'Groen' zijn geluidsschermen niet in de bestemmingsomschrijving opgenomen en dus niet toegestaan. Daarnaast geldt er een maximale bouwhoogte van 4 meter voor bouwwerken, geen gebouwen zijnde waarbinnen deze geluidsschermen tevens niet passen.

 

Zoals de geluidsschermen nu zijn getekend vallen deze net buiten het bestemmingsplan Dubbeldam (vastgesteld 16-12-2014). Ook in dit bestemmingsplan is het niet direct duidelijk of geluidsschermen te realiseren zijn. Geluidsschermen zijn niet expliciet opgenomen in de bestemming 'Verkeer' en 'Groen - Park'.

 

 

Uit voorgaande analyse van de bestemmingsplannen blijkt dat het merendeel van de bestemmingsplannen geluidsschermen toelaten. Alleen bij een tweetal bestemmingsplannen is het onduidelijk of een geluidsscherm in de bestemming past volgens de bestemmingsomschrijving en maximaal toegestane bouwhoogten.

 

Daarnaast bestaan er verschillende dubbelbestemmingen en aanduidingen op de voorziene locaties voor geluidsschermen die aanzetten tot het maken van een afweging. Om van de bouwhoogte ter plaatse van de aanduiding 'Leiding-Gas' af te wijken is schriftelijk advies van de leidingbeheerder nodig. Verder geldt de aanduiding 'Veiligheidszone - vervoer gevaarlijke stoffen' waardoor geen kwetsbare objecten mogen worden gebouwd die leiden tot een stijging van het groepsrisico. Binnen deze aanduiding is in een tweetal bestemmingsplannen nieuwbouw in eerste instantie niet toegestaan. Met een berekening van de Veiligheidsregio moet worden aangetoond dat het groepsrisico niet stijgt.

 

Het is dus op verschillende punten niet direct mogelijk geluidsschermen met de huidige bestemmingsplanregels te realiseren. Natuurlijk bestaat de noodzaak om de dubbelbestemmingen te behouden en in dit bestemmingsplan over te nemen. Dit bestemmingsplan zal zich richten op duidelijkere planregels.

 

 

 

 

 

 

Hoofdstuk 2 Planbeschrijving

 

 

2.1 Huidige situatie

De rijksweg N3 vormt samen met de A15 en A16 de belangrijkste regionale ontsluitingswegen in de Drechtsteden. De N3 verbindt Dordrecht met de andere gemeenten in de Drechtsteden. Ook voor vervoer binnen Dordrecht vormt de N3 een belangrijke verkeersader. De N3 vormt de stadsontsluiting van Dordrecht waar veel lokale hoofdontsluitingswegen op uit komen. Tegelijk door het vele gebruik van de N3 is de weg gevoelig voor filevorming en zorgt voor geluidoverlast. In de toekomst wordt een groei in het aantal woningen en banen in Dordrecht verwacht wat naar verwachting zal leiden tot een verdere toename van het aantal verkeersbewegingen en daarmee de drukte en geluidsoverlast. In het verkeersonderzoek behorende bij het bestemming "Gezondheidspark West / Middenzone' is dat onderzocht en is aangegeven welke verkeermaatregelen daarvoor mogelijk zijn. In overleg met Rijkswaterstaat worden die maatregelen uitgevoerd.

 

Om de benodigde groei van Dordrecht tegemoet te komen zijn verschillende nieuwe woningbouwontwikkellocaties aangewezen. Een aantal van deze ontwikkelingen zijn gepland in de nabijheid van geluidsbronnen zoals de N3. Dit zijn Gezondheidspark, maar ook Leerpark en bijvoorbeeld Amstelwijck en de locatie Hastingsweg (zie omgevingsvisie 1.0 Dordrecht). De locatie Gezondheidspark Middenzone is direct gelegen naast de rijksweg N3. In de huidige situatie zijn nog geen geluidsschermen aanwezig op deze locatie. Dit zorgt ervoor dat de geluidsbelasting van de N3 op het Gezondheidspark zodanig hoog is dat woningbouw niet mogelijk is. Woningbouw is namelijk een geluidsgevoelige functie.

 

Woningbouwontwikkeling Gezondheidspark Middenzone- West

Voor Gezondheidspark Middenzone is eind 2020 een bestemmingsplan vastgesteld dat voorziet in de ontwikkeling van woningbouw. Dit bestemmingsplan biedt de ruimtelijke kaders voor de ontwikkeling van 720 woningen maar spreekt zich nog niet uit over de wijze van uitvoering. Gelijktijdig met de bestemmingsplanprocedure heeft de selectieprocedure voor een marktpartij plaatsgevonden.

 

Ten tijde van de aanbesteding in 2020 was nog onduidelijk in hoeverre een geluidsscherm noodzakelijk was. De tenderprocedure voor dit bouwplan was er mede op gericht om te komen tot innovatieve geluidsoplossingen voor de geselecteerde marktpartij. Op basis van de ontwikkelovereenkomst (april 2021) zijn afspraken gemaakt over het definitieve bouwplan en is de keuze gemaakt voor het geluidsscherm. Het uitgangspunt daarbij is dat er geluidsschermen nodig zijn, maar hoe precies moet blijken uit het definitieve bouwplan dat momenteel in voorbereiding is. Het voor dit bestemmingsplan opgestelde akoestisch onderzoek (bijlage 1) laat zien dat geluidsschermen tot maximaal 6 meter voldoende moeten zijn om de gewenste woningbouwontwikkeling mogelijk te maken.

 

 

2.2 Toekomstige situatie

Door meerdere geluidsschermen te plaatsen langs de N3 ter plaatse waar de rijksweg N3 de weg Overkampweg kruist zal de geluidsbelasting van het verkeer op het omliggende gebied beperkt kunnen worden tot een akoestisch aanvaardbaar niveau. De geluidsschermen die kunnen worden gerealiseerd zijn voornamelijk om de geluidsbelasting op het Gezondheidspark te beperken.

 

Een deel van de geluidsschermen zal op het viaduct van de N3 worden geplaatst waar het de Overkampweg overbrugt. In overleg met Rijkswaterstaat wordt de exacte positie van de schermen nog nagegaan. Een ander deel zal langs de N3 aan de oostkant geplaatst worden op maaiveldniveau. Zie de afbeelding hierna.

 

Hoe de schermen precies uitgevoerd worden zal nader bepaald worden in een aanbestedingsprocedure. Als onderdeel van deze procedure zullen minimale eisen gesteld worden gekoppeld aan de doelen uit de omgevingsvisie van Dordrecht zoals vastgesteld op 28 april 2021. In het volgende hoofdstuk zal vanuit alle relevante omgevingsaspecten nagegaan worden welke minimale eisen gesteld moeten worden vanuit de gemeentelijke omgevingsvisie en het beleid van andere overheden zoals de wegbeheerder Rijkswaterstaat.

In de aanbesteding wordt daarnaast ingezet op een hoger ambitieniveau door naast eisen een aantal wensen te formuleren op de onderwerpen ruimtelijke kwaliteit, duurzaamheid en biodiversiteit. Op die manier wordt getracht een zo hoog mogelijke kwaliteit van de fysieke leefomgeving te halen.

 

 [image]

 [image]

 

Verwachte locaties geluidsschermen met hoogte (in meters)

 

Hoofdstuk 3 Omgevingsaspecten

 

In dit hoofdstuk wordt nagegaan of de uitvoering van dit bestemmingsplan past binnen het omgevingsbeleid van de gemeente en andere overheden. Per aspect van de fysieke leefomgeving wordt nagegaan in hoeverre het noodzakelijk regels te stellen om aan dit beleid te kunnen voldoen.

 

 

3.1 Archeologie en cultuurhistorie

 

3.1.1 Regelgeving en beleid

 

Omgevingsvisie 1.0

De omgevingsvisie gaat uit van behoud en waar mogelijk versterking van cultuurhistorische waarden.

 

Wet op de archeologische monumentenzorg

Sinds oktober 2007 regelt de Wet op de archeologische monumentenzorg als onderdeel van de Monumentenwet 1988 de bescherming en het behoud van archeologische waarden in de bodem. De gemeente is verplicht om in nieuwe bestemmingsplannen rekening te houden met de mogelijke aanwezigheid van archeologische waarden in de bodem. Wie de bodem in wil om te bouwen of aan te leggen, kan verplicht worden om een archeologisch vooronderzoek uit te (laten) voeren. Vooronderzoek moet duidelijk maken welke archeologische waarden verwacht worden en of deze behoudenswaardig zijn. Sinds 1 januari 2012 is via de Bro bepaalt dat in bestemmingsplannen ook rekening moet worden gehouden met cultuurhistorie, waaronder archeologie. Dit is een wijziging van het Bor en maakt onderdeel uit van de modernisering van de monumentenzorg.

 

Cultuurhistorische Atlas provincie Zuid-Holland

Op provinciaal niveau geeft deze cultuurhistorische atlas een overzicht van de cultuurhistorische kenmerken en waarden in Zuid-Holland. Per onderdeel (archeologie, historische stedenbouw en historisch landschap) zijn de kenmerken (patronen in het landschap) en waardevolle structuren aangegeven. Deze cultuurhistorische kenmerken en waarden vormen belangrijk input bij het beleid en bestemmingsplannen.

 

Archeologische verwachtingskaart en erfgoedverordening

Op gemeentelijk niveau is in 2009 de archeologische verwachtingskaart voor de gemeente Dordrecht opgesteld. De kaart is een detaillering en uitwerking van de kaarten die op nationaal en provinciaal niveau beschikbaar zijn. Op het gemeentelijk grondgebied varieert de verwachting van laag tot zeer hoog. In de Erfgoedverordening Dordrecht (2010) zijn aan de archeologische verwachtingen verschillende voorwaarden en vrijstellingen verbonden. Deze voorwaarden en vrijstellingen worden uiteindelijk in de nieuwe bestemmingsplannen opgenomen.

 

Archeologisch onderzoek in de gemeente Dordrecht is gericht op kenniswinst wat betreft de bewonings- en ontwikkelingsgeschiedenis van de stad en het Eiland. Van groot belang hierbij is het ontstaan en de ontwikkeling van de stad, de reconstructie van het (cultuur)landschap van het Eiland van Dordrecht en de relatie tussen stad en platteland voor de ingrijpende St. Elisabethsvloed van 1421.

 

Bij alle ingrepen in de bodem van Dordrecht dient zorg te worden besteed aan mogelijk aanwezige archeologische waarden. Wanneer uit onderzoek blijkt dat archeologische sporen in een gebied aanwezig zijn dient de initiatiefnemer zorg te dragen voor behoud door planaanpassing of opgraven. Behoud heeft daarbij de voorkeur. Bij vaststellen van archeologische waarden en het omgaan met behoudenswaardige waarden dient gewerkt te worden volgens de eisen van de gemeente Dordrecht. Deze verplichting geldt voor het gehele plangebied.

 

3.1.2 Onderzoek

In het najaar van 2021 heeft een inventariserend archeologisch onderzoek plaatsgevonden naar de aanwezigheid van archeologische waarden in het plangebied.

 

Tijdens de onderzoeksperiode is een archeologisch waardevolle oeverwal van de Dubbel aangetroffen. Hiervoor zijn aanvullende boringen en verder onderzoek gedaan. Het rapport met het archeologisch onderzoek genaamd 'Plangebied geluidsschermen N3/Gezondheidspark-

Middenzone, Dordrecht Ondergronds 139' is opgenomen als bijlage 5. In het rapport wordt geconcludeerd dat de kans dat er bij de voorgenomen graafwerkzaamheden behoudenswaardige archeologische waarden verstoord zullen worden, zeer klein is. Het pre-1421 landschap is het hoogst gelegen in de noordelijke oeverzone op 90 cm beneden maaiveld. Dit is dieper dan de verstoringsdiepte van de fundering van de geluidsschermen, van 60 cm beneden maaiveld.

 

In het rapport wordt het volgende aanbevolen: De geplande graaf- (en boor)werkzaamheden kunnen, ons inziens zonder aanvullend archeologisch onderzoek of beschermende maatregelen worden uitgevoerd. De beslissing hierover wordt genoemen na toetsing van dit rapport door de bevoegde overheid, gemeente Dordrecht.

 

Besluit

Voor het ontwerpbestemmingsplan Geluidsschermen N3/Middenzone is destijds een besluit genomen. Op basis van het conceptrapport "N3-Gezondheidspark geluidschermen, gemeente

Dordrecht. Een archeologisch bureauonderzoek en een verkennend inventariserend

booronderzoek” is besloten conform de aanbeveling in het rapport en het plangebied N3-

Gezondheidpark geluidschermen vrij te geven voor de nu geplande ontwikkeling. Er zullen namelijk geen archeologische waarden van het pre-1421 (en oudere)

landschap worden bedreigd of verstoord omdat deze dieper liggen – vanaf 90 cm –mv (beneden maaiveld) - dan de geplande aanlegdiepte van de geluidschermen – tot 60 cm -mv.

 

In het nieuwe bestemmingsplan moet, voor bouwen en aanleggen, wel de waarde WR-A-2 (waarde archeologie 2) met een vrijstelling voor bodemingrepen tot 70 cm -mv in de verbeelding en de regels opgenomen worden, omdat in de toekomst diepere bodemingrepen mogelijk zijn die wel archeologische waarden verstoren.

 

3.1.3 Conclusie

Archeologie heeft geen consequenties voor de uitvoerbaarheid van dit bestemmingsplan. De waarde WR-A-2 is opgenomen in de regels en verbeelding. Dit betekent dat bij de aanleg van de geluidsschermen dieper dan 70 cm -mv bodemingrepen worden gedaan er een archeologisch onderzoek is voorgeschreven.

 

 

3.2 Bodemkwaliteit

 

3.2.1 Regelgeving en beleid

Op grond van het Besluit ruimtelijke ordening (Bro) dient in verband met de uitvoerbaarheid van een project rekening te worden gehouden met de bodemgesteldheid. In de Wet Bodembescherming is bepaald dat indien de desbetreffende bodemkwaliteit niet voldoet aan de norm voor de beoogde functie, de grond zodanig dient te worden gesaneerd dat zij kan worden gebruikt door de desbetreffende functie.

 

Omgevingsvisie 1.0 Dordrecht

De omgevingsvisie beschrijft dat de gemeente inzet op het gestaag verbeteren van de bodemkwaliteit. Nieuwe ontwikkelingen kunnen aan dit doel bijdragen door eventueel aanwezige bodemvervuiling te saneren.

 

Bodemkwaliteitskaart Dordrecht

In 2007 is de Bodemkwaliteitskaart Dordrecht geactualiseerd. Op deze kaart staat weergegeven wat de algemene bodemkwaliteit van de grond van een bepaalde zone in Dordrecht is. Hierbij wordt geen rekening gehouden met verontreinigingen veroorzaakt door lokale bronnen zoals tankstations, wasserettes en andere verontreinigende activiteiten. Voor grond waarin bodemverontreinigingen voorkomen gelden beperkingen bij hergebruik en afvoer van grond. Deze beperkingen verschillen per locatie en worden bepaald aan de hand van welke eisen worden gesteld in de Wet Bodembescherming, het Bouwstoffenbeleid en het Gemeentelijk Grondstromenbeleid.

 

Bij nieuwe ontwikkelingen op de locatie zal bodemonderzoek moeten uitwijzen of de bodem geschikt is voor het beoogde gebruik of dat saneringsmaatregelen noodzakelijk zijn.

 

3.2.2 Onderzoek

Door Geonius Milieu b.v. is in opdracht van Rijkswaterstaat (hierna RWS), afdeling Programma's, projecten en onderhoud, in april 2018 een verkennend bodemonderzoek gedaan voor de rijksweg N3. Dit was toen in verband met grootschalige werkzaamheden aan de N3. Het rapport is opgenomen in bijlage 2.

 

Het onderzoek is gedaan voor het hele traject N3 dat door Dordrecht en omstreken loopt. Om precies te zijn het traject vanaf de A15 bij Papendrecht tot de A16 aan de zuidoostkant van Dordrecht. Dit bestemmingsplan heeft betrekking op een kleiner gedeelte van de N3, het gedeelte ter hoogte van waar de N3 de Overkampweg kruist. In het onderzoek van RWS zijn boringen gedaan ter hoogte van bepaald km (kilometer) vakken. Gekeken naar de tekeningen valt het plangebied van dit bestemmingsplan binnen de km vakken 5.9 t/m 6.8 langs de rechterrijbaan (aan de zijde van Gezondheidspark Middenzone). De verschillende conclusies bij deze km vakken zijn bruikbaar en volgen hierna.

 

Als eerst is een vooronderzoek gedaan. Hier kwamen geen bijzonderheden uit naar voren voor dit plangebied. Vervolgens zijn veldwerk en laboratoriumonderzoek gedaan. Er zijn boringen en analyses van bodemmonsters gedaan voor zowel de weg als de bermen tussen en naast de wegen. De bodemmonsters zijn geanalyseerd op zware metalen (zink, koper, nikkel en/of barium) en chemische stoffen (volgens NEN 5470). Ook het grondwater is onderzocht.

 

De algemene conclusies over de bodem onder de N3:

 

De conclusies ter hoogte van km vakken 5,3 – 7,6:

 

Deze conclusies gelden voor alleen de rechterrijstrook, dit is de rijstrook aan de kant van Gezondheidspark Middenzone.

 

Kortom, ter plaatse van de bermen is de grond plaatselijk tot matig verontreinigd met zware metalen.

 

De volgende conclusies gelden voor beide rijstroken (links en rechts) ter hoogte van km vakken 5,3 – 7,5:

 

Dit gaat over de middenberm waar ook in de toekomst een geluidsscherm gaat komen (een groot deel komt op het viaduct). Kortom, de bodem op maaiveld is daar licht verontreinigd.

 

Zoals hierboven gelezen zijn de aangetroffen verontreinigingssituaties aangeduid met licht, matig en/of sterk. Licht staat voor gehalten tussen de achtergrondwaarde en tussenwaarde, matig betreft gehalten tussen tussenwaarde en interventiewaarde en sterk betreft gehalten die de interventiewaarden overschrijden.

 

Over grondwater zijn er de volgende conclusies:

 

Het grondwater nabij het plangebied is dus licht verontreinigd.

 

Over asbest wordt het volgende geconcludeerd: Er is met voldoende betrouwbaarheid vastgesteld dat op de locatie geen asbest in de bodem aanwezig is. Vervolgonderzoek en maatregelen zijn niet noodzakelijk. Asbest heeft dus geen gevolgen voor dit plangebied.

 

Na de verschillende conclusies per thema volgt een eindconclusie: Op basis van de resultaten van onderhavig verkennend bodemonderzoek kan worden geconcludeerd dat de gehalten zware metalen (nikkel, zink en koper) in de grond een milieu-hygiënische belemmering kunnen vormen voor de voorgenomen reconstructie van de N3. De verhoogde gehalten zware metalen in de grond zijn vermoedelijk gerelateerd aan de aanwezigheid van bodemvreemde materialen (baksteen, slakken, aardewerk). De aangetroffen grondwaterverontreigingen met oplosmiddelen hebben vermoedelijk een oorzakelijk verband met voormalige of huidige activiteiten waar morsing of lekkage is opgetreden.

 

Van Rijkswaterstaat is tijdens het vooroverleg een reactie ontvangen op de conclusies van het bodemonderzoek van Geonius Milieu b.v. uit 2018. Volgens Rijkswaterstaat is de reconstructie van de N3 recent afgerond en zijn de bermen geroerd. Hun advies is om dit voor de bouw van de geluidsschermen te controleren Dit advies wordt door de gemeente overgenomen. Tijdens het aanvragen van de omgevingsvergunning zal navraag gedaan worden in de vorm van een (aanvullend) recenter bodemonderzoek. Op deze manier wordt achterhaald wat de reconstructie heeft betekend voor de bodemkwaliteit.

 

3.2.3 Conclusie

Op basis van het onderzoek van Geonius Milieu b.v. blijkt dat de aangetroffen bodemverontreiniging een nadere afweging vragen bij de uitvoering van dit bestemmingsplan. Bij het aanvragen van de omgevingsvergunning moet hierbij rekening worden gehouden met het aspect bodemkwaliteit. Voor de omgevingsvergunning voor het bouwen zal daarom een recenter bodemonderzoek overlegd moeten worden.

 

Voor dit bestemmingsplan zetten de conclusies niet aan tot verdere regels.

 

 

3.3 Duurzaamheid

 

3.3.1 Regelgeving en beleid

 

Omgevingsvisie 1.0 Dordrecht

De omgevingsvisie beschrijft dat Dordrecht in 2035 klimaatbestendig en in 2030 energieneutraal is. Beide onderwerpen worden hierna apart besproken.

 

Dordrecht is in 2035 klimaatbestendig

In de omgevingsvisie is de ambitie vastgelegd dat Dordrecht in 2035 klimaatbestendig en waterrobuust wil zijn. Dit wordt bereikt door van Dordrecht een zelfredzaam eiland te maken, de groenblauwe structuur te versterken en meer klimaatadaptief te bouwen. Op die manier hebben overstromingen in de toekomst minder impact, kan water vastgehouden worden en gebieden gekoeld om hitte tegen te gaan en kan omgegaan worden met extremere neerslag.

 

Doordat de stad groeit neemt de verharding toe en het groen af. Van de andere kant biedt deze groei kansen om de stad klimaatbestendig te maken. Nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen kunnen hierop inspelen.

 

Dordrecht is in 2030 energieneutraal (RES)

Samen met de andere Drechtstedengemeenten geeft Dordrect invulling aan de Regionale Energie Strategie (RES) om in 2030 49% CO2 te reduceren en in 2050 volledig energieneutraal te zijn. De RES omvat de invulling van het op te stellen vermogen voor hernieuwbare energie op land en de betekenis hiervan voor de energie-infrastructuur. Dit wordt in samenhang met ruimtelijke kwaliteit, maatschappelijk draagvlak en andere ruimtelijke belangen vormgegeven. Twee van de accenten vormen het opwekken van alle energie op een duurzame manier zoals zonne-energie en het realiseren van circulariteit bij gebiedsontwikkeling.

 

Het is van belang dat bij nieuwbouwontwikkelingen rekening wordt gehouden met de energietransitie. De bouw van geluidsschermen kan daarbij bijdragen aan de ambities van de gemeente. Dat zou bijvoorbeeld kunnen door in de uitvraag aannemers te vragen of zij mogelijkheden zien om zonnepanelen op te nemen in aan de zuidzijde.

 

3.3.2 Onderzoek

De omgevingsvisie verplicht het college bij nieuwe ontwikkelingen aandacht te besteden aan het aspect duurzaamheid, specifiek klimaatbestendigheid, de energietransitie en circulair bouwen. Met name in de wijze van uitvoering ligt hier een kans om bij te dragen aan de doelen van de gemeente. Het is daarvoor niet noodzakelijk regels te stellen in dit bestemmingsplan. Het aspect duurzaamheid wordt in de aanbesteding van het geluidsscherm meegenomen als selectie- en gunningscriterium.

 

3.3.3 Conclusie

Het aspect duurzaamheid vraagt geen nadere regels in het bestemmingsplan. Om toch aan de duurzame doelen bij te dragen zal in de aanbesteding van dit project gevraagd worden met duurzaamheid rekening te houden.

 

 

3.4 Externe veiligheid

 

3.4.1 Regelgeving en beleid

 

Nationale wet- en regelgeving

Op basis van diverse wettelijke voorschriften zoals de Wet vervoer gevaarlijke stoffen, het Besluit externe veiligheid transportroutes en het Besluit externe veiligheid buisleidingen dienen bij het opstellen van bestemmingsplannen minimaal de normen voor plaatsgebonden risico en het groepsrisico in acht te worden genomen. Dit, voor zover het bestemmingsplan kwetsbare of zeer kwetsbare bestemmingen toelaat. Daarnaast gelden aandachtsgebieden waarbinnen een afweging moet worden gemaakt of nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen maatschappelijk aanvaardbaar worden geacht.

 

Omgevingsvisie 1.0 Dordrecht

In de omgevingsvisie onder milieu systeem is het doel geformuleerd dat een transparante afweging tussen veiligheid en andere maatschappelijke belangen wordt gemaakt. Daarbij wordt voor zover mogelijk is risicobronnen en -ontvangers zo veel mogelijk van elkaar gescheiden. Verder wordt duidelijk aandacht besteedt aan het voorkomen en beperken van veiligheidsrisico's, de zelfredzaamheid van mensen die aan deze veiligheidsrisico's zijn blootgesteld en aan de mate waarin (de gevolgen van) eventuele incidenten beheersbaar zijn.

 

Bij hoe dit wordt bereikt wordt aangegeven dat invulling wordt gegeven aan de nationale wet- en regelgeving. Aanvullend hierop heeft Dordrecht samen met de veiligheidsregio het Toetsingskader externe veiligheid in 2005 opgesteld. Hierin is de voorgeschreven kwantitatieve risicobenadering aangevuld met twee kwalitatieve aspecten: beheersbaarheid en zelfredzaamheid.

 

 

 

3.4.2 Onderzoek

Dit bestemmingsplan laat geen (beperkt) kwetsbare bestemmingen toe. Onderzoek naar externe veiligheid is daarom niet noodzakelijk. De geluidsschermen zullen geen gevolgen hebben voor het groepsrisico. De situatie zal niet veranderen en het groepsrisico zal noch dalen of stijgen.

 

Voor het bouwplan zal in overleg met de veiligheidsregio gekeken worden naar aspecten als het groepsrisico en de bereikbaarheid voor hulpdiensten. In het kader van de omgevingsvergunning moeten nog eisen worden geformuleerd over het materiaal en de constructie van de geluidsschermen in verband met het weglopen van brandbare vloeistof, vluchtwegen en -uitgangen en open water als blusvoorziening.

 

3.4.3 Conclusie

Dit bestemmingsplan heeft geen gevolgen voor externe veiligheid. Bij de vergunning wordt het aspect externe veiligheid verder uitgewerkt en zullen eisen worden gesteld.

 

 

3.5 Flora en Fauna (natuur)

 

3.5.1 Regelgeving en beleid

 

Wet natuurbescherming

De Wet natuurbescherming beschermt de bestaande natuurwaarden. Deze wet is per 1 januari 2017 in werking getreden en kent naast de algemene zorgplicht regels omtrent gebiedsbescherming, soortbescherming en houtopstanden. In de gemeentelijke APV van Dordrecht is een verbod opgenomen voor de kap van bomen die op de lijst waardevolle bomen zijn aangeduid.

 

Omgevingsvisie 1.0 Dordrecht

In de omgevingsvisie staat het doel dat Dordrecht de biodiversiteit beschermd en bevorderd. De urgentie om ecosystemen te beschermen is groot doordat veel planten en diersoorten met uitsterven zijn bedreigd. Bijzondere flora en fauna en hun leefgebied (habitat) zijn belangrijke indicatoren voor een hoge graad van biodiversiteit. Dordrecht heeft daarom de ambitie om de huidige biodiversiteit te beschermen en te bevorderen. Daarvoor is ook het stoppen van achteruitgang van biodiversiteit nodig.

 

Dit betekent voor ruimtelijke ontwikkelingen dat deze moeten bijdragen aan het behoud van de biodiversiteit en kansen voor het versterken van de groenblauwe structuur aangegrepen moeten worden. Bebouwing kan een bijdrage leveren door natuurinclusief bouwen als uitgangspunt te nemen. Daarnaast is het van belang de biodiversiteit te monitoren om te achterhalen of de doelen worden behaald.

 

Concreet bij de N3 spelen aandachtspunten met betrekking tot stikstof. Vooral gezien de verwachte toename in verkeer. Ook bij nieuwbouwontwikkeling geldt het aandachtspunt stikstof. Deze hebben gevolgen voor het stikstofgevoelige Natura 2000-gebied de Biesbosch. Dit aandachtspunt komt ook aan de orde in 3.8 Stikstof.

 

3.5.2 Onderzoek

In oktober 2021 is door het Natuur-Wetenschappelijk Centrum (NWC) een quickscan naar de aanwezigheid van beschermde natuurwaarden en een beoordeling van de effecten op deze natuurwaarden uitgevoerd (rapportnummer P21-143). Het rapport is bijgevoegd als bijlage 3. In dit rapport worden tevens maatregelen gegeven om eventuele schade en verstoring te verzachten en zorg te dragen voor aanwezige beschermde soorten.

 

De resultaten en aanbevelingen (alvast samengevat):

 

Vleermuizen

Er zijn geen bouwbewonende vleermuizen in het gebied. Binnen het plangebied is wel een vleermuisgeschikte holte gevonden en kunnen verblijfplaatsen van boombewonende vleermuizen niet uitgesloten worden. Daarnaast kunnen de bomenrij en bosschages dienen als vlieg- en foerageerroute voor vleermuizen.

 

Bij de uitvoering van het geluidsscherm wordt er vanuit gegaan dat alle bomen en bosschages behouden kunnen blijven en dat er geen verstoring van eventuele verblijfplaatsen en/of vlieg- en foerageerroute zal plaatsvinden. Indien er bij de uitvoering voor gekozen wordt om bomen te kappen is nader aanvullend onderzoek nodig omdat verblijfplaatsen en foerageerrouten van vleermuizen niet kunnen worden uitgesloten. Dit aanvullend vleermuisonderzoek zal volgens het meest recente vleermuisprotocol (2021) uitgevoerd te worden. Dergelijk onderzoek moet bestaan uit vijf vleermuisinventarisaties die in de periode half mei tot en met eind september uitgevoerd worden. Op basis van de uitkomsten van het aanvullende onderzoek wordt duidelijk of maatregelen en/of een ontheffing nodig zijn.

 

Vogels met een vaste verblijfplaats

Binnen het plangebied is een nest van een zwarte kraai aangetroffen. Dit nest is momenteel niet in gebruik maar zou wel in gebruik kunnen worden genomen. Ook zijn er nesten van een ekster en houtduif aangetroffen, welke niet in gebruik zijn. De aanwezigheid van een buizerd, sperwer, huismus of gierzwaluw in het plangebied kan uitgesloten worden.

 

De werkzaamheden zullen geen negatieve effecten opleveren voor de functionele leefomgeving van vogels met een vaste verblijfplaats, waardoor er vanuit de Wet natuurbescherming geen verdere verplichtingen dan de zorgplicht voor deze soorten bestaan.

 

Grondgebonden zoogdieren

Vanwege de ligging van het plangebied is het niet aannemelijk dat marterarchtigen zoals de wezel en hermelijn het plangebied gebruiken als verbindingsroute. Het plangebied ligt in de stad, langs een rijksweg en niet tussen geschikte foerageergebieden voor grondgebonden zoogdieren.

 

Er zijn geen sporen gevonden en het is niet aannemelijk dat de dieren het plangebied gebruiken als verbindingsroute. De werkzaamheden zullen geen negatieve effecten opleveren voor de functionele leefomgeving van grondgebonden zoogdieren, waardoor er vanuit de Wet natuurbescherming geen verdere verplichtingen dan de zorgplicht voor deze soorten bestaan.

 

Zorgplicht

Dit houdt in dat mogelijke nadelige gevolgen voor planten en dieren zoveel mogelijk vermeden moeten worden. In het rapport (bijlage 3 op bladzijde 22) zijn de verschillende manieren om aan de zorgplicht te voldoen opgenomen.

 

3.5.3 Conclusie

Op basis van de quick scan zal de aanleg van geluidsschermen niet leiden tot verstoring van aanwezige natuurwaarden, mits gekozen voor een uitvoering van het plan zonder de kap van bestaande bomen.

 

 

3.6 Geluid

 

3.6.1 Regelgeving en beleid

 

Wet geluidhinder

De Wet geluidhinder wijst zones langs wegen en spoorwegen aan waarbinnen woningbouw en andere geluidsgevoelige functies moeten voldoen aan de vastgestelde voorkeursgrenswaarde voor geluidsbelasting. De geluidsbelasting is weergegeven als daggemiddelde (Lden) en de voorkeursgrenswaarde bedraagt 48 dB bij wegverkeerslawaai. De maximale ontheffingswaarde bedraagt 53 dB bij een rijksweg en 68 dB bij een spoorweg.

 

Omgevingsvisie 1.0 Dordrecht

In de omgevingsvisie staat het doel 'Dordrecht is een gezonde stad'. Dit doel streeft naar een akoestisch aanvaardbare woon-, werk- en leefomgeving. Het is belangrijk bij ruimtelijke projecten rekening te houden met de geluidssituatie. Uit de impactbeoordeling blijkt dat een toename van verkeersbewegingen zal plaatsvinden door de inzet op groei in woningen en banen in Dordrecht. Door de groei van verkeersbewegingen neemt wegverkeerslawaai toe. Van de andere kant neemt de bouw van nieuwe woningen toe en daarmee het aantal geluidgevoelige objecten in de omgeving. Dit leidt tot meer geluidbelaste en gehinderde inwoners dat vooral speelt bij woningbouwlocaties nabij de A16 en N3. De leefbaarheid als gevolg van geluid staat nu al onder druk en zal door de toename verder onder druk komen te staan, wat leidt tot een afname van de leefbaarheid en een negatief effect op de gezondheid van inwoners. Het is nodig per uitbreidingslocatie te kijken of de toename van geluid acceptabel is en zo niet welke maatregelen ingezet moeten worden om de geluidtoename te beperken. Dit komt ondermeer terecht in het Actieplan Geluid 2018-2023 (vastgesteld in september 2019). Aan de basis van dit actieplan staan de geluidsbelastingkaarten uit 2016. Deze kaarten geven de akoestische geluidssituatie weer en hebben betrekking op omgevingslawaai van wegverkeer, railverkeer en afkomstig van gezoneerde industrieterreinen.

 

Het aspect geluid is gekoppeld aan de beoogde woonmilieus. Het gebied Gezondheidspark Middenzone valt in het woonmilieu 'stedelijk wonen'. Voor dit woonmilieu gelden de volgende voorwaarden omtrent de geluidssituatie:

Deze regels zijn uitgangspunt bij het beoordelen van plannen.

 

Gezien dit bestemmingsplan moet het bijdragen aan een aanvaardbaar akoestisch woon- en leefklimaat. Daarbij moet een uitgebreide afweging over de doelmatigheid worden gemaakt bij de rijksbron N3.

 

Beleid hogere waarden

Op 11 december 2007 zijn de 'Beleidsregels hogere grenswaarden Wet geluidhinder' vastgesteld. In aanvulling op het gemeentelijk hogere waarden beleid is dit nader uitgewerkt in de 'Aanvulling beleidsregel hogere grenswaarden gemeente Dordrecht'. Hierin is beschreven in welke situaties en onder welke voorwaarden hogere grenswaarden van geluidbelasting kunnen worden verleend. Voor de verlening van hogere waarden dient er sprake te zijn van een aanvaardbaar akoestisch klimaat. Hiervoor zijn verschillende randvoorwaarden gesteld die gelden voor woningbouw.

 

3.6.2 Onderzoek

In oktober 2021 is nader akoestisch onderzoek uitgevoerd naar de realisatie van geluidsschermen (bijlage 1). Uit dit onderzoek blijkt dat een doelmatige geluidsafscherming betekent dat er bepaalde eisen aan het geluidsschermen gesteld moeten worden:

- de schermen moeten een minimale hoogte krijgen tot 6 meter, daar waar 2 laags ZOAB fijn is aangelegd is 5 meter voldoende;

- reflectie ten opzichte van bestaande omliggende woningen moet voorkomen worden door toepassing absortie;

- geen hinder/belemmeringen van het zicht van het autoverkeer op en naar de N3;

- het aanbrengen van een geluidreducerende deklaag bij de af- en oprit, of vergelijkbare maatregelen, om geringe overschrijding van de maximale geluidwaarden te voorkomen;

- een extra scherm ter plaatse van de Galilieïlaan als dat nodig is om extra geluidhinder in het gat tussen het bestaande en nieuwe scherm op te vangen.

 

In het kader van de aanbesteding van het geluidsscherm zal in overleg met Rijkswaterstaat gezocht worden naar uitvoering van het geluidsscherm waarbij voldaan wordt aan deze eisen. In het verdere proces moet ook instemming door Rijkswaterstaat worden gegeven en een vergunning Wbr (Wet beheer rijkswaterstaatswerken) aangevraagd worden. Omdat het onderwerpen zijn die oplosbaar zijn in de uitvoering van het bestemmingsplan is het niet noodzakelijk hiervoor regels in het bestemmingsplan op te nemen.

 

3.6.3 Conclusie

Uit het onderzoek blijkt dat een bestemmingsplan dat ruimte biedt om geluidschermen tot 6 meter hoog te bouwen voldoende is om te komen tot een doelmatige afscherming van het geluid. In hoeverre het nodig is die maximale ruimte te benutten zal blijken bij de uitvoering van het bestemmingsplan.

 

 

3.7 Luchtkwaliteit en stikstof

 

3.7.1 Regelgeving en beleid

 

Omgevingsvisie 1.0

Streven naar een permanente verbetering van de luchtkwaliteit: zicht op WHO norm.

 

Wet milieubeheer

De wet milieubeheer vormt het wettelijk kader voor luchtkwaliteitseisen, samen met de onderliggende AMvB's en ministeriële regelingen. De wet milieubeheer stelt grenswaarden aan de luchtkwaliteit. In de wet milieubeheer is aangegeven wanneer bepaalde ontwikkelingen niet nader onderzocht hoeven te worden op effecten voor de luchtkwaliteit en toetsing aan de grenswaarden.

 

Artikel 5.16 lid 1 in de wet milieubeheer geeft aan wanneer een (luchtvervuilend) project of plan toelaatbaar is. Het bevoegd gezag moet aannemelijk maken dat het project aan één of meer van de verschillende in dat artikel genoemde voorwaarden voldoet. De voorwaarden zijn: er is geen sprake van overschrijding van de grenswaarde, het project leidt per saldo niet tot een verslechtering van de luchtkwaliteit, het project draagt 'in niet betekende mate' bij aan de luchtverontreiniging en het project is opgenomen in Nationaal Samenwerkingsprogramma Luchtkwalliteit (NSL).

 

Stikstof

De Wet natuurbescherming beschermt de bestaande natuurwaarden. Projecten die leiden tot de uitstoot van stikstof zijn vergunningplichtig. Een bestemmingsplan mag pas vastgesteld worden als duidelijk is dat Wet natuurbescherming geen belemmering kan opleveren. In artikel 2.9a Wet natuurbescherming is bepaald dat voor verschillende gevallen de gevolgen van stikstofdepositie op Natura-2000 gebieden buiten beschouwing gelaten kunnen worden. Dit zijn activiteiten in de bouwsector.

 

In artikel 2.5 Besluit natuurbescherming staat dat onder activiteiten in de bouwsector worden verstaan: verrichten van bouw- of sloopwerkzaamheden aan een bouwwerk met de bijbehorende vervoersbewegingen. In het Besluit stikstofreductie en natuurverbetering zijn een aantal wijzigingen van het Besluit natuurbescherming opgenomen over stikstofdepositie bij de bouw- en sloopwerkzaamheden in de bouwfase.

 

3.7.2 Onderzoek

 

Luchtkwaliteit

Onderliggend plan voorziet in de mogelijkheid geluidsschermen te realiseren zodat de geluidsbelasting op de omgeving daalt. Dit plan geeft geen veranderingen in het aantal verkeersbewegingen op de N3 dat gevolgen kan hebben voor de luchtkwaliteit. Het voldoet daarmee aan de voorwaarde dat het project per saldo niet leidt tot een verslechtering van de luchtkwaliteit zoals in artikel 5.16 lid 1 Wm.

Dit plan heeft geen verslechtering van de luchtkwaliteit tot gevolg en daarom is een onderzoek naar de luchtkwaliteit niet nodig.

 

Stikstof

De werkzaamheden die voorzien zijn met dit plan kunnen gezien worden als werkzaamheden die vallen binnen de in artikel 2.9a Wet natuurbescherming en artikel 2.5 Besluit natuurbescherming genoemde vrijstelling voor de bouwfase. In het Besluit stikstofreductie en natuurverbetering heeft al een beoordeling plaatsgevonden van de stikstofdepositie als gevolg van de aanleg in de bouwfase. Dit betekent dat voor de aanleg van de geluidsschermen geen stikstofberekening nodig is en deze valt binnen de vrijstelling voor de bouwfase. Op basis van het rekenmodel Aerius, dat gebruikt wordt om de uitstoot van stikstof te berekenen, kan worden aangenomen dat de plaatsing van een geluidscherm zelfs een licht postief effect zal hebben op de uitstoot van NOx richting de Biesbosch.

 

 

 

3.7.3 Conclusie

De voorgenomen ontwikkeling die is voorzien in dit bestemmingsplan zal geen gevolgen hebben voor de luchtkwaliteit en stikstof.Vanwege de plaatsing van de schermen is mogelijk zelfs een licht postitief effect te verwachten.

 

 

3.8 Ruimtelijke kwaliteit

 

3.8.1 Regelgeving en beleid

 

Nationale omgevingsvisie (NOVI)

Op landelijk niveau is de nationale omgevingsvisie vastgesteld. Daarin staat het doel een duurzame leefomgeving centraal met tientallen subdoelen die vervolgens worden uitgewerkt. Een subdoel is het realiseren van een goede leefomgevingskwaliteit waarbij het belangrijk is milieufactoren tegen te gaan zoals luchtvervuiling en geluidhinder. Dit beleidsstuk kent geen specifiek beleid voor geluid(shinder) of geluidsschermen.

 

Omgevingsbeleid provincie Zuid-Holland

In februari 2019 is het omgevingsbeleid voor de provincie Zuid-Holland vastgesteld. Daarna is het omgevingsbeleid verschillende keren gewijzigd vastgesteld. Het omgevingsbeleid bestaat uit twee kaderstellende instrumenten: de omgevingsvisie en de omgevingsverordening. De operationele doelen voor de fysieke leefomgeving zijn vastgelegd in de uitvoeringsprogramma's Programma Ruimte en Programma Mobiliteit. Centraal doel van het gehele omgevingsbeleid is het verbeteren van de omgevingskwaliteit: het geheel aan kwaliteiten die de waarde van de fysieke leefomgeving bepalen. Ofwel een samenvoeging van ruimtelijke kwaliteit (belevingswaarde, gebruikswaarde en toekomstwaarde) en milieukwaliteit (gezondheid en veiligheid). Initiatiefnemers van ruimtelijke ontwikkelingen spelen in op de aanwezige kwaliteiten in de omgeving.

 

Omgevingsverordening Zuid-Holland

In deze verordening zijn provinciale regels voor de fysieke leefomgeving opgenomen. Deze regels moet de gemeente in acht nemen. Voor ruimtelijke kwaliteit is de volgende regel opgenomen:

'Een bestemmingsplan kan voorzien in een nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen onder de volgende voorwaarden ten aanzien van ruimtelijke kwaliteit: de ruimtelijke ontwikkeling past binnen de bestaande gebiedsidentiteit, voorziet geen wijziging op structuurniveau, past bij de aard en schaal van het gebied en voldoet aan de relevante richtpunten van de kwaliteitskaart (inpassen)'.

De ontwikkeling moet passen binnen de vier kwaliteitskaarten (de laag van de ondergrond, de

laag van de cultuur- en natuurlandschappen, de laag van de stedelijke occupatie en de laag van de

beleving).

 

In de laag ondergrond is het plangebied aangeduid als 'bijzonder reliëf'. Richtpunten hierbij zijn:

- ontwikkelingen houden de onregelmatige patronen en het reliëf in het landschap herkenbaar en in stand;

- waar mogelijk worden de archeologische waarden van deze structuren meer herkenbaar gemaakt

 

In de laag van stedelijke occupatie is de N3 aangeduid als 'rijksweg'. Het aandachtspunt bij infrastructuur is dat er een visuele relatie tussen de weg en de omgeving is gewenst. 'Waar wegen landschappelijke hoofdstructuren kruisen dient de landschappelijke lijn als afzonderlijke structuur zichtbaar en herkenbaar te blijven. Deze contactpunten zoals viaducten worden met zorg ontworpen. Bij dit plangebied is geen sprake van een kruising met een landschappelijke lijn.

De andere kaarten bevatten geen richtpunten voor dit plangebied.

 

Programma Mobiliteit

Het programma mobiliteit bevat een nadere invulling en operationalisering van strategische mobiliteitsdoelstellingen en beschrijft bijbehorende maatregelen. De N3 wordt genoemd in dit programma in relatie tot de rijkswegen A15 en A16. De provincie gaat de aansluiting tussen deze wegen verbeteren. Ten aanzien van dit specifieke plangebied en geluidsschermen worden geen uitspraken gedaan in het programma mobiliteit.

 

Omgevingsvisie Dordrecht 1.0

Bepalend voor de ruimtelijke kwaliteit zijn onder meer het uiterlijk van individuele gebouwen en bouwwerken en de inrichting van de openbare ruimt. De welstandsnota en de welstandstoets vormen samen het beleid dat stuurt op de kwaliteit van gebouwen en bouwwerken. Bij het beoordelen van omgevingsvergunningaanvragen wordt het aspect ruimtelijke kwaliteit meegenomen.

 

Stedenbouwkundige visie geluidsschermen en Welstandsnota Dordrecht

De stedenbouwkundige visie geluidsschermen is in maart 2018 door de gemeente opgesteld als kader voor te realiseren geluidsschermen vanuit het Meer Jaren Programma Geluidsanering van het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat. Deze visie gaat in op de (on)mogelijkheden van eventuele schermen en de beeldkenmerken. Deze visie bevat een uitwerking specifiek voor de N3 op gebied van mogelijkheden en beeldkenmerken.

 

De welstandsnota, vastgesteld 26 januari 2021, bevat voor een aantal (kleine) bouwwerken aanvullende criteria. Deze worden met name toegepast bij vergunningaanvragen. De welstandsnota kent (in aanvulling op de stedenbouwkundige visie) een paragraaf dat ingaat op criteria voor geluidsschermen. Deze criteria zullen bij de vergunningaanvraag na vaststelling van dit bestemmingsplan toegepast worden.

 

3.8.2 Onderzoek

Het is niet nodig om in dit bestemmingsplan nadere regels over ruimtelijke kwaliteit op te nemen, omdat ruimtelijke kwaliteit van belang zal zijn wanneer de omgevingsvergunning aangevraagd wordt. Daar wordt o.a. vastgelegd hoe aangesloten wordt bij de bestaande structuur en uiterlijk van het gebied. Ruimtelijke kwaliteit vormt een selectiecriterium waarbij tevens getoetst zal worden aan de stedenbouwkundige visie geluidsschermen. Daarnaast zal bij de aanvraag omgevingsvergunning welstandstoetsing plaatsvinden op basis van de criteria voor geluidsschermen in de welstandsnota van Dordrecht. Het is niet nodig regels voor ruimtelijke kwaliteit in dit bestemmingsplan op te nemen.

 

3.8.3 Conclusie

Het aspect ruimtelijke kwaliteit heeft geen gevolgen voor dit bestemmingsplan. Het aspect zal een belangrijke rol spelen bij de aanbesteding en de omgevingsvergunningaanvraag.

 

 

 

3.9 Verkeer en vervoer

 

3.9.1 Regelgeving en beleid

 

Mobiliteitsplan Dordrecht

Het mobiliteitsplan Dordrecht, vastgesteld 6 september 2005, geeft antwoord op de opgaven die ontstaan door de toenemende (auto)mobiliteit in Dordrecht. De hoofddoelstelling is het verbeteren van de bereikbaarheid en het handhaven van de leefbaarheid. Dit sluit aan op paragraaf 3.1 waarin het doel bereikbare stad in de omgevingsvisie is besproken. In het mobiliteitsplan is het stelsel van hoofd- en secundaire wegen vastgelegd waarbij gemotoriseerd verkeer zich zo snel en makkelijk mogelijk op de wegen afgewikkeld dient te worden.

 

3.9.2 Onderzoek

Dit bestemmingsplan maakt geluidsschermen langs de N3 mogelijk. Deze brengen geen verandering in verkeersstromen en -intensiteiten teweeg. Hierdoor is een advies en onderzoek naar verkeer en vervoer niet nodig. Deze afweging is al eerder gemaakt in het kader van het bestemmingsplan Gezondheidspark West / Middenzone.

In overleg met Rijkswaterstaat wordt in het kader van de aanbestedingsprocedure een uitvoering van het geluidsscherm gekozen die voldoet aan de eisen die Rijkswaterstaat stelt aan verkeersveiligheid.

 

3.9.3 Conclusie

Het voorliggende bestemmingsplan leidt niet tot een wijziging in het aantal verkeersbewegingen. Bij de uitvoering van het bestemmingsplan wordt in overleg met Rijkswaterstaat gezocht naar een uitvoering die bijdraagt aan een veilige verkeersafwikkeling.

 

 

3.10 Water

 

3.10.1 Regelgeving en beleid

Op Europees niveau is de Kaderrichtlijn Water vastgesteld die ervoor zorgt dat de kwaliteit van het oppervlakte- en grondwater op orde is. Op nationaal niveau is dit verder uitgewerkt in de Waterwet (2009) en het Nationaal Bestuursakkoord Water, waarvan de laatsgenoemde ondermeer zorgt dat een watertoets wordt uitgevoerd bij ruimtelijke plannen om de (toekomstige) gevolgen voor het watersysteem te achterhalen. Dit is vervolgens in het Besluit ruimtelijke ordening (Bro) overgenomen. De Waterwet regelt het beheer van oppervlakte- en grondwater. Deze legt ook vast dat ruimtelijke plannen moeten worden afgestemd met het waterbeheerprogramma van waterschappen. In dit geval het waterbeheerprogramma van waterschap Hollandse Delta waar ondermeer het belang van ruimtelijke adaptatie wordt benadrukt als cruciaal thema bij ruimtelijke ontwikkelingen. Dit is overgenomen in het gemeentelijk beleid.

 

Stedelijk waterplan 2009-2015

Hierin heeft de gemeente Dordrecht met het waterschap de ambitie om van Dordrecht een klimaatbestendig, veilig, mooi en gezond watersysteem te realiseren in 2050. Er is voldoende veerkracht voor het opvangen van zowel extreme neerslag als langere periodes van hitte en droogte. Bij het op orde brengen van het watersysteem en de waterkeringen is rekening gehouden met de zeespiegelstijging en hogere piekafvoeren op de rivier. Op het hele eiland is het watersysteem schoon en ecologisch gezond. Het water draagt bij aan de kwaliteit en beleving van de openbare ruimte en de waterstructuur is een aantrekkelijke route die stad en land verbindt. Water en ruimte, natuur en cultuur versterken elkaar en dragen bij aan de vitaliteit en duurzaamheid van het eiland van Dordrecht.

 

3.10.2 Onderzoek

Het plangebied van dit bestemmingsplan raakt geen bestaande watergangen en waterbronnen. Er worden geen bestaande watergangen en waterbronnen gedempt ten behoeve van het bouwen van de geluidsschermen. Het is daarom niet nodig geacht een watertoets te laten uitvoeren. Het is wel relevant om na te gaan of dit plan kan bijdragen aan ruimtelijke adaptatie, met name waterberging en de ambities in het stedelijk waterplan. Dit zal worden geborgd via de aanbesteding.

 

In de volgende paragraaf 3.12 Ondergrond wordt ingegaan op of dit bestemmingsplan gevolgen heeft voor ondergrondse waterleidingen.

 

3.10.3 Conclusie

Om aan de doelen voor water bij te dragen verdient dit aspect aandacht. Water wordt als selectiecriterium meegenomen in de aanbesteding van de aannemer die het geluidsscherm gaat bouwen. Het is niet nodig hier in dit bestemmingsplan nadere regels te formuleren voor water.

 

 

3.11 Ondergrond

In (de nabijheid) van het plangebied zijn diverse kabels, leidingen, warmtenet en andere ondergrondse infrastructuur aanwezig. De betreffende leidingen zijn voor zover relevant bestemd. In het kader van de aanbesteding van de geluidsschermen zal met alle leidingbeheerders afstemming plaatsvinden.

 

 

3.12 M.e.r.-beoordelingsplicht

 

 

3.12.1 Regelgeving en beleid

Op grond van artikel 2, lid 5 van het Besluit m.e.r. moet voor activiteiten, die zijn genoemd in bijlage D van het Besluit milieueffectrapportage (Besluit m.e.r.), maar onder de daar genoemde drempelwaarden blijven, uitvoering worden gegeven aan de artikelen 7.16, 7.17 eerste t/m vierde lid, 7.18, 7.19, eerste en tweede lid, en 7.20a van de Wet milieubeheer. De op stedelijk niveau veel voorkomende activiteiten zijn de activiteiten, genoemd in bijlage D11.2: stedelijke ontwikkelingsprojecten, waaronder de bouw van 2000 woningen of meer in een aaneengesloten gebied.

 

De initiatiefnemer deelt zijn voornemen schriftelijk mee aan het bevoegd gezag en verstrekt in elk

geval de informatie als genoemd in artikel 7.16, tweede lid.

Het bevoegd gezag neemt op grond van artikel 7.17 lid 1 Wm uiterlijk 6 weken na de datum van

ontvangst van de mededeling van de initiatiefnemer een beslissing of bij de voorbereiding van het

betrokken besluit een milieueffectrapport moet worden gemaakt.

 

3.12.2 Onderzoek

Voor de ontwikkeling van de Middenzone en de effecten daarvan op de aspecten geluid, luchtkwaliteit, externe veiligheid en verkeer, is een milieueffectrapportage opgesteld. Kortheidshalve wordt verwezen naar de toelichting bij het bestemmingsplan Gezondheidspark West / Middenzone.

 

3.12.3 Conclusie

Op basis van deze MER kan gesteld worden dat de uitvoering van dit bestemmingsplan niet leidt tot nadelige milieueffecten die niet al eerder bij de MER voor de Middenzone zijn afgewogen.

 

 

 

Hoofdstuk 4 Juridische planbeschrijving

 

4.1 Planmethodiek

Dit bestemmingsplan is opgezet volgens de in Dordrecht in het algemeen gebruikte methodiek, waarbij de verschillende bestemmingen met hun grenzen direct van de verbeelding afleesbaar zijn. Voor de opzet van de regels is aansluiting gezocht bij de Standaard Vergelijkbare Bestemmingsplannen (SVBP2012).

 

4.2 Inleidende regels

In dit hoofdstuk van de regels bij dit bestemmingsplan is een aantal begrippen verklaard die gebruikt worden in de regels. Een en ander voorkomt dat er bij de uitvoering van het plan onduidelijkheden ontstaan over de uitleg van bepaalde regelingen. Daarnaast is het artikel 'wijze van meten' opgenomen waarin bepaald is hoe de voorgeschreven maatvoering in het plan gemeten moet worden.

 

4.3 Bestemmingen

Voor de bestemmingen zijn in dit hoofdstuk een bestemmingsomschrijving opgenomen waarin wordt aangegeven voor welke doeleinden de aangewezen gronden zijn bestemd. Daarna wordt in algemene zin aandacht besteed aan de bouwregels, nadere eisen, afwijkingsbevoegdheden en specifieke gebruiksregels voor de bestemming. De maximale bouwhoogte is opgenomen in de bouwregels.

 

Het gaat om de volgende bestemmingen:

 

Verkeer

De verkeersbestemming is toegekend aan het volledige plangebied. De regels staan toe dat deze gronden gebruikt mogen worden voor ontsluitingswegen, parkeerplaatsen, verhardingen, water en groenvoorzieningen. Het is daarnaast toegestaan binnen deze bestemming geluidsschermen te realiseren. De bestemming Verkeer is gebaseerd op de regeling uit het bestemmingsplan Rijksweg A16/N3 en Gezondheidspark West / Middenzone zodat in heel Dordrecht zoveel mogelijk dezelfde regels voor de N3 en A16 gelden.

 

Waarde - Archeologie 2

In het bestemmingsplan is de dubbelbestemming 'Waarde - Archeologie -2' opgenomen. Deze bestemming bepaald wanneer aanvullend archeologisch onderzoek nodig is. Dit is als grondwerkzaamheden of funderingen dieper dan 70 centimeter beneden maaiveld (-mv) plaatsvinden. Tot 70 cm -mv is er een vrijstelling.

 

Leiding - Gas, Leiding - Leidingenstrook, Leiding - water

In het groen langs de N3 ligt een leidingstrook met daarin verschillende leidingen die een eigen bestemming hebben gekregen. De inhoud van de bestemmingen is overgenomen uit de onderliggende bestemmingsplannen.

 

4.4 Algemene regels

In dit hoofdstuk van de regels zijn, in aanvulling op de bestemmingsregels, aanvullende regels gesteld.

De aanduiding 'veiligheidszone - vervoer gevaarlijke stoffen' is opgenomen om voor een deel van het plangebied aan te geven dat sprake is van een Veiligheidszone vanwege de N3 en het transport van gevaarlijke stoffen dat daarop plaatsvindt.

 

4.5 Overgangs- en slotregels

In het overgangsrecht is een regeling opgenomen voor bebouwing en gebruik dat al bestond bij

het opstellen van het plan, maar dat strijdig is met de opgenomen regeling. Onder bepaalde

voorwaarden mag deze strijdige bebouwing en/of strijdig gebruik worden voortgezet of

gewijzigd.

 

In de slotbepaling is de officiële naam van het plan bepaald. Onder deze naam kan het

bestemmingsplan aangehaald worden.

 

Hoofdstuk 5 Economische uitvoerbaarheid

In de Wet ruimtelijke ordening (artikel 6.12 Wro) staat dat de gemeenteraad verplicht is om een exploitatieplan vast te stellen, voor de gronden waar een aangewezen bouwplan is voorgenomen.

In het Besluit ruimtelijke ordening (artikel 6.2.1.) is omschreven wat onder een bouwplan moet worden verstaan. Een geluidsscherm is geen bouwplan als bedoeld in artikel 6.12 Wro. Een exploitatieplan is daarom niet voorgeschreven.

 

De kosten voor de uitvoering van het bestemmingsplan komen geheel bij de gemeente te liggen. De kosten voor het geluidsscherm zijn voorzien in de grondexploitatie voor de Middenzone. Daarmee is de economische uitvoerbaarheid van het bestemmingsplan verzekerd.

 

 

 

 

 

 

Hoofdstuk 6 Maatschappelijke uitvoerbaarheid

 

6.1 Inspraak

De Participatie- en inspraakverordening van de gemeente Dordrecht is er op gericht om bij nieuwe ontwikkelingen zoals voorzien in dit bestemmingsplan, bewoners en belanghebbenden in vroegtijdig stadium te betrekken bij de besluitvorrming. Particiaptie is niet nodig als al eerder een particiaptieproces heeft plaats gevonden. Cumulatie van inspraak en participatie wordt in beginsel vermeden.

 

Voor de ontwikkeling van Gezondheidspark Middenzone is een uitgebreid participatietraject doorlopen. Daartoe zijn onder andere op 24 en 26 september 2019 twee inloopavonden georganiseerd. Tijdens deze inloopavonden is een concept bestemmingsplan voor de woningbouw op de Middenzone gepresenteerd inclusief de aanwezige geluidsproblematiek.

Voor een ieder bestond de mogelijkheid om een schriftelijke reactie in te dienen. De ingekomen reacties zijn betrokken bij het opstellen van het bestemmingsplan voor de Middenzone. De ingekomen reacties hadden geen betrekking op het aspect geluid.

 

Het voorliggende bestemmingsplan Geluidsschermen N3 vormt een logisch vervolg op de eerdere besluitvorming uit het bestemmingsplan voor de Middenzone

Omdat de Wet ruimtelijke ordening voorziet reeds voorziet in de mogelijkheid tot een inspraakprocedure wordt een extra inspraakprocedure niet wenselijk geacht.

 

Het ontwerpbestemmingsplan zal gedurende zes weken voor een ieder ter inzage worden gelegd waarbij de mogelijkheid bestaan zienswijzen in te dienen. Evnetueel ingediende zienswijzen zullen worden betrokken bij de vaststelling van dit bestemming door de gemeenteraad.

 

6.2 Overleg

In het kader van artikel 3.1.1 van het Besluit ruimtelijke ordening (Bro) is een vooroverleg met betrokken instanties voorgeschreven. Een conceptversie van dit ontwerpbestemmingsplan is daarvoor toegezonden aan de volgende instanties:

 

Dit vooroverleg is aanleiding geweest om het ontwerpbestemmingsplan op onderdelen aan te passen. Hierna staat samengevat wat is aangepast:

 

 

Voor het volledige verslag van het gevoerde overleg en aanpassingen wordt verwezen naar bijlage 4.