Plan: | Vlijweide, Scholenlocatie Noordendijk |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0505.BP208Noordendijk-3002 |
Bijlage 1 Begripsbepalingen van dit bestemmingsplan bevat de begripsbepalingen voor de toepassing van dit bestemmingsplan.
Bijlage 2 Bepalingen voor de wijze van meten van dit bestemmingsplan bevat bepalingen voor de wijze van meten voor de toepassing van dit bestemmingsplan.
Dit bestemmingsplan is voor het plangebied Vlijweide Scholenlocatie Noordendijk gericht op het realiseren van een woongebied dat in 2030 voldoet aan de volgende doelen:
De voor 'Groen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Voor het bouwen gelden de volgende regels:
Toegestaan zijn bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
Voor bouwwerken, geen gebouwen zijnde gelden de volgende regels:
De voor 'Maatschappelijk' aangewezen gronden zijn uitsluitend bestemd voor:
Voor het bouwen gelden de volgende regels:
Toegestaan zijn gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde gelden de volgende regels:
a. De bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, bedraagt ten hoogste:
De voor 'Ontwikkelingsgebied' aangewezen gronden zijn met het oog op de doelen in artikel 3 bestemd voor:
Voor het bouwen van hoofdgebouwen gelden de volgende regels:
Bron | Aantal woningen | Hogere waarde | wettelijk maximum | aanvullende eisen |
Noordendijk | 70 | 58 dB | 63 dB | Zie de beoordelingsregels geluid (artikel 9) |
Oranjelaan | 70 | 58 dB | 63 dB | Idem |
Tabel 1: hogere waarden geluidhinder
Indien de beleidsregels bedoel in lid 6.2.2 onder e gedurende de planperiode door burgemeester en wethouders worden gewijzigd, wordt rekening gehouden met deze wijziging.
Binnen de functieaanduiding 'specifieke vorm van groen - structuurbepalend groen' is het bouwen van nieuwe woningen of andere nieuwe gebouwen niet toegestaan.
6.2.5 Bijbehorende bouwwerken
De gronden binnen de functieaanduiding 'specifieke vorm van groen - structuurbepalend groen' kunnen niet aangemerkt worden als erf, zoals bedoeld in artikel 22.27 en 22.36 van het omgevingsplan. Bij woningen bijbehorende bouwwerken zijn hier uitgesloten.
De bouw en ingebruikname van de woningen overeenkomstig de in artikel 6.1 opgenomen bestemmingsomschrijving is alleen toegestaan indien de inrichting c.q. ruimtelijke inpassing van het plangebied voldoet aan de eisen opgenomen in hoofdstuk 2 en 3 van de beleidsregels ruimtelijke kwaliteit Vlijweide.
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd nadere eisen te stellen aan de situering, schaal, kleuren, materiaalgebruik, gevelgeleding, gevellengte, hoogtedifferentiatie, kapvorm, silhouetvorming en rooilijnsituering van de bebouwing, indien dit noodzakelijk is ter voorkoming van een onevenredige aantasting van de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden en bouwwerken, waaronder de privacy van omwonenden mede is begrepen, de ruimtelijke structuur en de beeldkwaliteit.
Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden te verrichten voor het bouw- en woonrijp maken en het inrichten, of het wijzigen van de inrichting, van het zoetwatergetijdegebied.
Een omgevingsvergunning wordt verleend indien voldaan wordt aan de eisen genoemd in de beleidsregel ruimtelijke kwaliteit Vlijweide ten aanzien van:
Indien de beleidsregels bedoel in lid 6.5.2 gedurende de planperiode door burgemeester en wethouders worden gewijzigd, wordt rekening gehouden met deze wijziging.
Het verbod is niet van toepassing op regulier onderhoud van tuinen en het openbaar gebied.
Bij de aanvraag omgevingsvergunning wordt een inrichtingstekening ingediend (schaal 1 op 500) met bijbehorende doorsnedes van de oevers (schaal 1 op 200) waarop aangegeven staat hoe voldaan wordt aan de eisen genoemd in lid 6.5.2
Het is verboden zonder omgevingsvergunning bomen te kappen op de gronden die zijn aangewezen binnen de aanduiding "specifieke vorm van groen - structuurbepalend groen".
Een omgevingsvergunning voor de kap van bomen kan worden verleend indien uit onderzoek blijkt dat de ecologische waarde voor vleermuizen behouden blijft.
Bij de aanvraag omgevingsvergunning wordt een inrichtingstekening ingediend schaal 1 op 500 waarop de te behouden bomen staan aangegeven.
Het is verboden de gronden of bouwwerken te gebruiken voor:
Burgemeester en wethouders kunnen met een omgevingsvergunning afwijken van de regels in dit artikel als met een aanvraag omgevingsvergunning activiteiten bouwen en/of bouw- en woonrijp maken hetzelfde resultaat wordt bereikt op grond van de doelen van artikel 3.
De voor 'Verkeer' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Voor het bouwen gelden de volgende regels.
Toegestaan zijn gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende regels;
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde gelden de volgende regels:
De voor Water - Natuurwaarden aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Voor het bouwen gelden de volgende regels.
Toegestaan zijn bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde gelden de volgende regels:
Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden te verrichten voor het inrichten van het zoetwatergetijdegebied.
Een omgevingsvergunning wordt verleend indien voldaan wordt aan de eisen voor klimaatadaptief inrichten, zoals opgenomen in de beleidsregel ruimtelijke kwaliteit.
Burgemeester en wethouders kunnen met een omgevingsvergunning afwijken van Artikel 8.2.2 onder b. en c. voor het plaatsen van een nieuwe woonboot. Een omgevingsvergunning kan alleen worden vergund indien er ook een ligplaatsvergunning is afgegeven.
Activiteiten in de jachthaven mogen niet leiden tot onevenredige hinder voor omwonenden.
Bij de bouw en instandhouding van geluidgevoelige bestemmingen waarbij de gevelbelasting vanwege wegverkeer (50 km- en 30km-wegen) groter is dan de voorkeursgrenswaarde of 48 dB gelden de volgende voorwaarden:
De voor 'Waterstaat - Waterkering' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar
voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor waterkering.
Voor het bouwen gelden de volgende regels:
Voor bouwwerken, geen gebouwen zijnde geldt de volgende regel:
Burgemeester en wethouders kunnen met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 10.2.1 onder b.
Toepassing van deze bevoegdheid is alleen mogelijk onder de volgende voorwaarden:
Voordat burgemeester en wethouders over de aanvraag van de omgevingsvergunning beslissen, winnen zij schriftelijk advies in bij de beheerder van de waterkering over de vraag of door de voorgenomen bouwactiviteiten het belang van de waterkering niet onevenredig wordt geschaad en de eventueel te stellen voorwaarden.
Burgemeester en wethouders kunnen met een omgevingsvergunning afwijken van:
De in Artikel 11.1 bedoelde omgevingsvergunningen worden slechts verleend indien daardoor geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de ruimtelijke structuur en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en opstallen.
In die gevallen dat hoogten, inhoud, aantallen en / of oppervlakten, van bestaande bouwwerken, die gebouwd zijn met inachtneming van het bepaalde bij of krachtens de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, op de dag van de terinzagelegging van het ontwerp van het plan meer of minder bedragen dan ingevolge hoofdstuk 2 is voorgeschreven, mogen de bestaande maten en hoeveelheden als maximaal respectievelijk minimaal toelaatbaar worden aangehouden.
In het geval van (her)oprichting van gebouwen is het bepaalde in 12.1 uitsluitend van toepassing indien het geschiedt op dezelfde plaats.
De regels inzake de toelaatbaarheid, de aard, de omvang en de situering van gebouwen zijn ingeval van ondergrondse bouw van overeenkomstige toepassing, met dien verstande, dat deze uitsluitend is toegestaan met inachtneming van de volgende voorwaarden:
Burgemeester en wethouders kunnen met een omgevingsvergunning afwijken van 12.3.1 onder a. voor ondergrondse bouw buiten de oppervlakte van bovengronds gelegen gebouwen, met inachtneming van de volgende voorwaarden:
Bij de toepassing van het bepaalde ten aanzien van het bouwen binnen de aanduiding 'bouwvlak'
worden ondergeschikte bouwdelen als plinten, pilasters, kozijnen, gevelversieringen, ventilatiekanalen, schoorstenen, gevel- en kroonlijsten, overstekende daken en reclame-uitingen, buiten beschouwing gelaten, mits de bouw- c.q. bestemmingsgrens met niet meer dan 0,50 m wordt overschreden.
Indien de bestemming van een gebouw aanleiding geeft tot een te verwachten behoefte aan ruimte voor het laden of lossen van goederen, moet in deze behoefte in voldoende mate zijn voorzien aan, in of onder dat gebouw, dan wel op of onder het onbebouwde terrein dat bij dat gebouw behoort.
Burgemeester en wethouders kunnen met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 12.5.1 en 12.5.2:
Indien de beleidsregels bedoel in lid 12.5.1 gedurende de planperiode door burgemeester en wethouders worden gewijzigd, wordt rekening gehouden met deze wijziging.
Onder strijdig gebruik als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid onder c van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht wordt in ieder geval begrepen:
Het gebruik van ruimten van een woning ten behoeve van de uitoefening van een vrij beroep en/of een aan huis verbonden beroep, waaronder mede verstaan de uitoefening van een bed & breakfast-voorziening met maximaal 4 bedden, is niet in strijd met de regels van dit plan voor zover wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:
Burgemeester en wethouders kunnen met een omgevingsvergunnning afwijken van 13.2.1 onder a, b, c, d en f voor:
Het gebruik van gronden en bouwwerken voor evenementen is in strijd met de regels van dit plan.
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
Een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een omgevingsvergunning voor het bouwen, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot,
Het bevoegd gezag kan eenmalig in afwijking van het eerste lid een omgevingsvergunning verlenen voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld in het eerste lid met maximaal 10%.
Het eerste lid is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder omgevingsvergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan.
Het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet.
Het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld in het eerste lid, te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdige gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind
Indien het gebruik, bedoeld in het eerste lid, na het tijdstip van inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten.
Het eerste lid is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.
Deze regels worden aangehaald als: Regels van het bestemmingsplan 'Vlijweide, Scholenlocatie Noordendijk'.
bestemmingsplan: de geometrisch bepaalde planobjecten met bijbehorende regels en de daarbij behorende bijlage.
plan: het bestemmingsplan Vlijweide, Scholenlocatie Noordendijk met identificatienummer NL.IMRO.0505.BP208Noordendijk-3002 van de gemeente Dordrecht.
Verder in alfabetische volgorde:
aanduiding: een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden.
aan huis verbonden beroep: een dienstverlenend beroep, dat in een woning wordt uitgeoefend, waarbij de woning in overwegende mate haar woonfunctie behoudt en dat een ruimtelijke uitwerking of uitstraling heeft die met de woonfunctie in overeenstemming is.
atelier: de werkruimte van een kunstenaar.
bebouwing: één of meer gebouwen en/of bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
bebouwingspercentage: een verbeelde of in de regels aangegeven percentage, dat de grootte aangeeft van het deel van het bouwperceel, dat ten hoogste mag worden bebouwd.
bed en breakfast: het op kleinschalige wijze tegen betaling verstrekken van kortstondig toeristisch nachtverblijf in een woning door de bewoner van de woning.
belhuis en internetcafe: een inrichting waarvan de bedrijfsvoering onder welke benaming dan ook is gericht op het tegen betaling bieden van gelegenheid tot elektronische berichtenuitwisseling in de vorm van telefonie of door middel van toegang tot het internet.
bestaand (in relatie tot bebouwing): bebouwing aanwezig ten tijde van de terinzagelegging van het ontwerpbestemmingsplan.
bestaand (in relatie tot gebruik): gebruik dat bestaat ten tijde van het in werking treden van het bestemmingsplan.
bestemmingsgrens: de grens van een bestemmingsvlak.
bestemmingsvlak: een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming.
bouwen: het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk.
bouwgrens: de grens van een bouwvlak.
bouwperceel: een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten.
bouwperceelgrens: de grens van een bouwperceel.
bouwrijp maken :
bouwvlak: een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde zijn toegelaten.
bouwwerk: een bouwkundige constructie van enige omvang die direct en duurzaam met de aarde is verbonden.
bijbehorend bouwwerk: uitbreiding van een hoofdgebouw dan wel functioneel met een zich op hetzelfde perceel bevindend hoofdgebouw verbonden, daar al dan niet tegen aangebouwd gebouw, of ander bouwwerk, met een dak.
detailhandel: het bedrijfsmatig te koop aanbieden -hieronder begrepen de uitstalling ter verkoop, het verkopen en/of leveren van goederen- aan personen die die goederen kopen voor gebruik, verbruik of aanwending, anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit, met uitzondering
van een afhaalwinkel/-centrum.
evenement: evenementen en grootschalige evenementen als bedoeld in afdeling 7 van de Algemene Plaatselijke Verordening.
hoofdgebouw: Gebouw, of gedeelte daarvan, dat noodzakelijk is voor de verwezenlijking van de geldende of toekomstige bestemming van een perceel en, indien meer gebouwen op het perceel aanwezig zijn, gelet opdie bestemming het belangrijkst is.
gebouw: elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt.
mantelzorg: Intensieve zorg of ondersteuning, die niet in het kader van een hulpverlenend beroep wordt geboden aan een hulpbehoevende, ten behoeve van zelfredzaamheid of participatie, rechtstreeks voortvloeiend uit een tussen personen bestaande sociale relatie, die de gebruikelijke hulp van huisgenoten voor elkaar overstijgt, en waarvan de behoefte met een verklaring van een huisarts, wijkverpleegkundige of andere door de gemeente aangewezen sociaal-medisch adviseur kan worden aangetoond.
natuurontwikkeling: inrichting van een gebied met het oogmerk van daaropvolgend ontstaan van leefgebieden met een hogere natuurwaarde dan die er eerst aanwezig was.
natuurvriendelijke oever: een door de mens ingerichte oever waarbij ontwikkeling van natuur, landschap en ecologie expliciet wordt gestimuleerd.
nautische voorzieningen: voorzieningen gericht op het verkeer te water, zoals dukdalf, afmeervoorziening, verkeersgeleidingsmiddel.
peil: voor gebouwen, waarvan de hoofdtoegang onmiddellijk aan een weg grenst: de hoogte van die weg ter plaatse van de hoofdtoegang; voor bouwwerken die op of boven water worden gebouwd: de waterlijn; in andere gevallen: de gemiddelde hoogte van afgewerkte maaiveld ter plaatse van het te bouwen bouwwerk.
seksinrichting: een voor publiek toegankelijke, besloten ruimte (hieronder wordt mede begrepen een voer- of vaartuig), waarin bedrijfsmatig, of in omvang alsof zij bedrijfsmatig was, seksuele handelingen
worden verricht, of vertoningen van pornografische aard plaatsvinden; onder seksinrichting wordt in ieder geval verstaan: een (raam-)prostitutiebedrijf (waaronder begrepen een seksclub), een privéhuis, een erotische massagesalon, een seksbioscoop als dan niet in combinatie met elkaar.
straatmeubilair: bouwwerken ten behoeve van al dan niet openbare (nuts-)voorzieningen, zoals: verkeersgeleiders, verkeersborden, lichtmasten, zitbanken en bloembakken; telefooncellen, abri's, kunstwerken, speeltoestellen en draagconstructies voor reclame; kleinschalige bouwwerken ten behoeve van (openbare) nutsvoorzieningen waaronder begrepen voorzieningen ten behoeve van telecommunicatie, energievoorziening en brandkranen; afvalinzamelvoorzieningen.
vrij beroep: een beroep uitgeoefend op administratief, juridisch, medisch, therapeutisch, kunstzinnig,
ontwerp-technisch of hiermee gelijk te stellen gebied.
waterlijn: de grens tussen water en land.
wonen: het houden van verblijf, het huren en tevens (laten) bewonen van onzelfstandige woonruimte of het gehuisvest zijn in een huis/woning, evenwel met uitzondering van woonvormen met een maatschappelijk karakter met intensieve begeleiding, met dien verstande dat bewoning in onzelfstandige woonruimte in een pand beperkt is en blijft tot maximaal vier personen.
wooneenheden: een (gedeelte van een) gebouw, dat dient voor de huisvesting van één afzonderlijke huishouding, en/of voor de huisvesting van maximaal drie personen naast de huishouding, of voor de huisvesting van maximaal vier personen, evenwel met uitzondering van woonvormen met een maatschappelijk karakter met intensieve begeleiding.
woonboot: een drijvend bouwwerk dat uitsluitend of hoofdzakelijk voor wonen wordt gebruikt en daartoe is ingericht met uitzondering van waterwoningen.
woonrijp maken: werken en werkzaamheden ten behoeve van het (her)inrichten van de openbare ruimte:
Voor de toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:
de bouwhoogte van een bouwwerk: vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een overig bouwwerk met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes, en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen.
de oppervlakte van een bouwwerk: tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk.
de inhoud van een bouwwerk: tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidingsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen.
de afstand tot de (zijdelingse) perceelgrens: vanaf enig punt van een bouwwerk tot de (zijdelingse) perceelgrens.
de bedrijfsvloeroppervlakte: binnenwerks, op de vloer van de ruimten die worden of kunnen worden gebruikt voor bedrijfsactiviteiten.